De vader heeft net zoveel recht als de moeder om het co-ouderschap te weigeren, omdat co-ouderschap geen wettelijke verplichting is. De vader hoeft niet bang te zijn dat hij zijn kind(eren) helemaal niet meer ziet als hij co-ouderschap weigert. De vader heeft namelijk het recht op omgang met zijn kind(eren).
Het antwoord is JA! Vaders hebben altijd recht op co-ouderschap. De wet is heel duidelijk: de vader heeft recht op een gelijkwaardige zorgregeling (co-ouderschap). Het is in de wet zo geregeld dat gescheiden ouders elkaar in staat moeten stellen om voor de kinderen te zorgen.
Voorwaarden co-ouderschap
Beide ouders wonen redelijk dicht bij elkaar. Grote mate van harmonie tussen beide scheidende ouders. Zij dienen ook in de toekomst nog uitstekend met elkaar te kunnen overleggen. Beide ouders werken parttime of ze zijn flexibel in de opvang van de kinderen.
Co-ouderschap na een scheiding regelt u in een ouderschapsplan. Hierin spreekt u af dat u allebei evenveel voor de kinderen zorgt. Soms moet u dit plan naar de rechtbank sturen.
U heeft als partner recht op 1 werkweek geboorteverlof als uw vrouw of partner is bevallen. Het maakt niet uit of u fulltime of parttime werkt. Geboorteverlof wordt ook wel kraamverlof, partnerverlof of vaderschapsverlof genoemd.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
De moeder heeft van rechtswege het gezag over een kind. Bij het weigeren van de moeder om medewerking te verlenen aan het aanvragen van gezamenlijk gezag, kan de vader een verzoek bij de rechtbank indienen. Onze advocaat personen- en familierecht bespreekt die procedure aan de hand van een recente uitspraak.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
Zijn jullie inkomens gelijk en is de omgangsregeling echt 50/50 verdeeld, dan hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil tussen de inkomen, dan zal er wel een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. Dit geldt ook als de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de ander.
Wanneer er in algemene termen sprake is van een gelijke verdeling van zorg, opvoeding en omgang met het kind, oftewel een 50-50 verdeling, spreken we van co-ouderschap.
Hoeveel procent kiest voor co-ouderschap? Co-ouderschap is behoorlijk in opmars. Koos in 2001 nog slechts 5% voor co-ouderschap, in 2013 was dit al gestegen tot 27%. De overgrote meerderheid van 70% kiest voor een omgangsregeling waarbij de kinderen bij hun moeder blijven.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) voert de kinderbijslag uit. Volgens de SVB hoort het kind bij co-ouderschap bij de huishoudens van beide ouders. Zowel jij als je ex-partner heeft dus recht op de helft van de kinderbijslag. De SVB betaalt de kinderbijslag het liefst uit aan één ouder.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Kinderen van afwezige vaders zijn bijvoorbeeld vaak rationeel en helder. Ze hebben leiderschapskwaliteiten en zijn zich erg bewust dat anderen ondersteuning en goedkeuring nodig hebben, juist omdat ze het zelf niet kregen. Ze kunnen opkomen voor zichzelf en voor anderen. Ze houden vast aan hun verantwoordelijkheden.
Bij het vaststellen van de omgangsregeling vraagt de rechter hoe hij of zij er tegenaan kijkt. Heeft een kind grote bezwaren tegen omgang met één van de ouders, dan weegt de rechter die bezwaren mee in de beslissing over het al dan niet ontzeggen van de omgang.
50/50 verdeling
Het gaat er dus om dat bij een co-ouderschap verdeling, jullie in gelijke mate (50-50) de zorg en de opvoeding voor de kinderen verdelen. Beide ouders hebben evenveel verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg en de kinderen zijn ongeveer evenveel dagen bij iedere ouder.
Spreek dan samen af hoe u de betaling van de kinderbijslag tussen u beiden wilt verdelen. Maakt u geen afspraak? Dan krijgt ieder de helft van de kinderbijslag. Uit elkaar gaan heeft meestal ook gevolgen voor het kindgebonden budget van de Belastingdienst.
Het kindgebonden budget is een bijdrage voor ouders van kinderen tot 18 jaar. Je hebt hier tot een bepaald inkomen recht op. Het maakt niet uit of het gaat om je eigen kind, een stiefkind of een pleeg- of adoptiekind.
Dan ontvangt u mogelijk allebei kinderbijslag. Toch kunt u niet allebei kindgebonden budget aanvragen. De Belastingdienst bepaalt wie de toeslag krijgt. Deze toeslag hangt af van het inkomen en het totale bezit dat u samen heeft.
Wordt er kinderalimentatie betaald, dan is het belangrijk om hier ook de onderlinge afspraken over de kinderbijslag in te betrekken. De kinderbijslag wordt namelijk verrekend bij het vaststellen van de hoogte van de kinderalimentatie.
Kort samengevat: voor gescheiden ouders (of ouders die gezamenlijk gezag over een kind hebben) bestaat in principe geen maximumafstand om uit elkaar te gaan wonen. Het hangt af van alle omstandigheden van het geval en de betrokken belangen.
Ouders kunnen u als voogd aanwijzen door registratie in het gezagsregister. Ouders kunnen in een testament bij de notaris laten vastleggen dat zij u aanwijzen als voogd. Na hun overlijden krijgt u dan als voogd het gezag over hun kind indien u daarmee instemt.
U moet hiervoor een verzoek tot verkrijgen van gezag indienen bij de rechtbank. De rechter zal het verzoek alleen bij hoge uitzondering inwilligen, als dat voor uw kind echt nodig is. Nadat het gezamenlijk gezag stopt, moet de andere ouder nog steeds meebetalen aan de opvoeding en verzorging van het kind.