Als een tand (bijvoorbeeld na een ongeval) geheel uit de mond is gekomen, kan de tandarts de tand in de kaak terugplaatsen en verbinden met de buurtanden of –kiezen. Meestal groeit de tand vanzelf weer aan.
Of kunnen mensentanden teruggroeien, zoals de tanden van vissen en reptielen? Het antwoord op die laatste vraag is nee. Zoogdieren krijgen in hun leven hooguit twee sets tanden. Mensen ook.
Dan is het glazuur in feite al opgelost en ligt het tandbeen bloot. Ook kan ook het uiterlijk van het gebit veranderen. Het gebit is het enige onderdeel van het lichaam dat niet geneest; verdwenen glazuur groeit nooit meer aan. De schade is onomkeerbaar, en vereist aanpassing van het eet- en drinkgedrag.
Dat verandert rond de leeftijd van 9 à 10 jaar. Vanaf dan wisselen de resterende twaalf melktanden in de mond van je kind. Dat duurt ongeveer tot de leeftijd van 12 à 13 jaar.
Terugplaatsen verloren tand
Als u de tand heeft gevonden en goed bewaart, dan kan de tandarts hem in sommige situaties terugplaatsen op zijn oorspronkelijke plek in de kaak. De tand kan weer aangroeien wanneer de behandeling plaatsvindt binnen een uur nadat de tand is afgebroken.
Globale kosten van één kroon variëren tussen de 400-600 euro.
Rond het 6e levensjaar breekt achter de laatste melkkies een nieuwe, blijvende kies door. Dit gebeurt meestal al voordat de voortanden wisselen. De nieuwe kiezen liggen een beetje verscholen. Veel kinderen en ouders merken niet dat de eerste blijvende kiezen doorbreken.
De melktandjes worden gewisseld rond de leeftijd van 6 jaar: de tandjes komen los, vallen uit en er komt een nieuwe, blijvende tand in de plaats. Meestal komen de blijvende tanden eerst achter de kiezen van het melkgebit, soms wisselen eerst de snijtanden.
Naast dat het melkgebit wisselt, breken er achter het melkgebit ook 8 nieuwe grote kiezen en 4 verstandskiezen door. Het wisselen is meestal voltooid op 13 – 14 jarige leeftijd. Het blijvende gebit is echter pas compleet na doorbraak van de verstandskiezen (meestal tussen de 18 – 24 jaar).
Tanderosie is het proces waarbij tandglazuur langzaam oplost door zuren die onze mond binnenkomen door voedingsmiddelen. Naar verloop van tijd kan het glazuur geheel verdwijnen en komt nooit meer terug. Tandglazuur herstellen is dus niet mogelijk. Het gevolg is overgevoeligheid en verkleuring van de (voor)tanden.
Tandenpoetsen is belangrijk, omdat het tandplak weghaalt. Tandplak ontstaat uit de resten van eten, drinken en speeksel en wordt pas schadelijk als het langere tijd op uw tanden zit. Daarom is het voldoende om de plak één keer per 24 uur goed te verwijderen.
In tegenstelling tot gebroken botten, zal de spleet in een tand nooit volledig genezen. Na de behandeling kan een barst erger worden en kunt u de tand nog steeds verliezen. Het is toch belangrijk dat de tand behandeld wordt. Meestal kan de tand na de behandeling nog jaren functioneren.
Kaakbot herstellen
De hoeveelheid kaakbot neemt af, zodra u een tand of kies bent verloren of als u last heeft van tandvleesontstekingen. Er zijn verschillende mogelijkheden het kaakbot weer op te bouwen. In sommige gevallen kan de implantoloog de botopbouw tegelijk doen met de plaatsing van het implantaat.
Misschien ervaar je roodheid en zwelling rond het gebied van de getroffen kies, en pijn aan de kaak, hoofdpijn of een vreemde smaak als je op het gebied in de buurt van de getroffen tand bijt.
Een loszittende tand na een wortelkanaalbehandeling is een veel voorkomend verschijnsel. Dit komt omdat de tand niet meer zo goed in het kaakbot verankerd zit. Helaas lost het probleem zich zelden vanzelf op. De tandarts kan met behulp van een implantaat de tand in het bot vastzetten.
Meestal groeit de losgeraakte tand goed vast en kan de spalk na 4 weken worden verwijderd.
Het wisselen van melktanden begint als eerste met de centrale en laterale snijtanden (dit zijn de voorste tanden) vanaf zes tot acht jaar; Hierna volgen de hoektanden vanaf ongeveer het negende levensjaar; Als laatste worden de eerste en tweede kiezen gewisseld. Dit eindigt wanneer een kind ongeveer 12 tot 14 jaar is.
Hoe lang gaat een kroon of brug mee? De materialen zijn zo duurzaam dat een kroon of brug minstens tien jaar meegaat. Gemiddeld gaan ze 15 tot tot 20 jaar mee. Een goede mondhygiëne en wel/niet roken heeft veel invloed op de duurzaamheid.
Tussen de 5 en 8 maanden: het doorkomen van twee snijtanden aan de onderzijde. Rond de 8 maanden: het doorkomen van twee snijtanden aan de bovenzijde. Tussen de 8 en 12 maanden: het doorkomen van twee hoeksnijtanden aan de bovenzijde. Tussen de 10 en 12 maanden: het doorkomen van twee hoeksnijtanden aan de onderzijde.
Zo is het mogelijk om een ontbrekende tand te vervangen middels een brug. Daarnaast is er de etsbrug maar ook de uitneembare prothese. Een en ander is afhankelijk van het aantal missende tanden of kiezen. Als laatste is er het implantaat, hierbij wordt de missende tand of kies één op één vervangen.
Maar liefst 98 procent van de implantaten die ieder jaar geplaatst worden, groeien succesvol in. Bij rokers ligt dit percentage iets lager, maar is de kans op volledige genezing alsnog erg groot. Ook hebben implantaten een lange levensduur. Maar liefst 90 tot 95 procent van de implantaten gaat meer dan 10 jaar mee.
Neem dan contact op met Stichting Urgente Noden, kortweg SUNN. Deze private organisatie zit in 100 gemeenten in Nederland. Dit noodfonds richt zich op zeer acute tandzorg. Het fonds werkt soms samen met een lokale tandarts.