In principe heeft elke (gescheiden) ouder recht op omgang met zijn kind. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een rechter in het belang van het kind bepalen dat een van de ouders geen omgang met zijn kinderen mag hebben.
De ene ouder is ongeschikt of niet in staat tot omgang
Maar ook als de ene ouder voortdurend weigert zich aan de afspraken van de omgangsregeling te houden of dreigt het kind te ontvoeren, kan de rechter beslissen dat de ouder niet in staat is tot omgang.
“Het kind heeft het recht op omgang met zijn ouders en met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. De niet met het gezag belaste ouder heeft het recht op en de verplichting tot omgang met zijn kind”. Ouders hebben in Nederland de mogelijkheid om een zorgregeling of omgangsregeling af te spreken.
De wet schrijft namelijk voor dat zowel de kinderen als de ouders recht hebben op omgang met elkaar. Ouders hebben zelfs de plicht om aan de omgang mee te werken. De rechter kan een ouder het recht op omgang met het kind slechts ontzeggen indien hiervoor zwaarwegende redenen zijn.
Omgangsregeling niet-ouders
De rechter zal dan kijken of er dan voor hen een aparte regeling moet komen. De rechter kijkt hierbij niet alleen naar bijvoorbeeld de bloedband. Er wordt ook gekeken naar of er sprake is van een hechte relatie met het kind en naar het belang van het kind zelf.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Een kind van 12 jaar of ouder mag niet kiezen bij welke ouder het wil wonen. Ouders blijven totdat een kind 18 jaar is verantwoordelijk voor de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling.
Als je kind niet meer naar jou toe wil
Op het moment dat jij de ouder bent waar het kind niet meer naar toe wil gaan, zoek dan contact met de andere ouder. Probeer samen tot een oplossing te komen, eventueel met een mediator erbij. In bijna alle gevallen heb je recht op omgang met je kind!
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Een kind heeft altijd recht op omgang met de niet-verzorgende ouder (of die nu gezag heeft of niet). Ten aanzien van een kind dat 12 jaar en ouder is en dat bij de kinderrechter 'van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder heeft doen blijken' kan een verzoek tot omgang worden afgewezen.
Wat is een omgangsregeling? In een omgangsregeling, ook wel bekend als bezoekregeling, staan alle afspraken die jullie maken over de omgangsregeling. Het is aan jullie om te bepalen wie de verzorgende ouder is. Dit is de ouder die de meeste zorg- en opvoedingstaken op zich neemt.
Wat kunt u doen als uw ex de omgangsregeling niet nakomt en u de kinderen niet meekrijgt? In het geval u de kinderen niet meekrijgt en de omgangsregeling door uw ex niet wordt nagekomen, dan kunt u via de rechter proberen nakoming van de omgangsregeling af te dwingen.
De moeder is tegenwoordig niet meer verplicht om alle zorg op zich te nemen. Daarnaast is de moeder zelfs niet meer verplicht om de helft van de zorgtaken voor haar rekening te nemen. Als een moeder goede redenen heeft, mag zij co-ouderschap weigeren. Hetzelfde geldt voor de vader.
Ja, je kunt de vader van je kind het ouderlijk gezag weigeren, tenzij jullie kind uit een wettelijke verbintenis wordt geboren. Dan heeft de vader automatisch ook gezag.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.
Een veelvoorkomende omgangsregeling is dat de kinderen gedurende een weekend om de veertien dagen bij de 'niet-inwonende' ouder verblijven. Vaak zijn de kinderen dan ook gedurende de helft van de schoolvakanties bij deze ouder en worden de feestdagen eerlijk verdeeld.
U moet hiervoor een verzoek tot verkrijgen van gezag indienen bij de rechtbank. De rechter zal het verzoek alleen bij hoge uitzondering inwilligen, als dat voor uw kind echt nodig is. Nadat het gezamenlijk gezag stopt, moet de andere ouder nog steeds meebetalen aan de opvoeding en verzorging van het kind.
Recht op omgang met je kind is dan ook een wettelijk recht van vaders. Als er sprake is van normale omstandigheden, zou een vader in de gelegenheid moeten worden gesteld om zijn kinderen minimaal om de week een volledig weekend en wekelijks een vaste dag te zien.
Als je tussen de 12 jaar en 16 jaar bent dan moeten jouw ouders luisteren naar jouw mening, maar uiteindelijk beslissen zij dingen als: bij wie je gaat wonen, wanneer en hoe vaak je de ouder ziet waar je niet woont etc. Als je ouders er niet uitkomen, dan beslist de kinderrechter wat goed voor jou is.
Werken mag je nu niet alleen overdag, maar ook 's nachts. Je mag trouwen. Als je daar recht op hebt, kun je zelf een uitkering aanvragen. Je kunt een bankrekening openen zonder toestemming van je ouders en deze zelf beheren.
De beslissing komt meestal 4-6 weken na de zitting. Als het erg druk is op de rechtbank, duurt het soms nog langer. Uw advocaat krijgt de beslissing per post.
Zo is de vader die ouderlijk gezag heeft verplicht om bij te dragen in de zorg en opvoeding over het kind. Hij mag ook meebeslissen bij belangrijke aangelegenheden, zoals het verlenen van toestemming voor het aanvragen van een paspoort of het ondergaan van medische behandelingen.
De ouder in wiens huishouden het kind woont heeft recht op kinderbijslag. Als de andere ouder het kind ook onderhoudt, bijvoorbeeld door alimentatie te betalen, heeft ook deze ouder ook recht op kinderbijslag.
De kinderrechter vraagt bijvoorbeeld over waar en bij wie je de meeste tijd wilt wonen. Of hoe en hoe vaak je de andere ouder dan zou willen zien. Of wil je juist bij allebei wonen en wil je ze allebei evenveel zien. Allemaal onderwerpen die de kinderrechter bespreekt met het kind.