Sommige baby's huilen zichzelf vaak in slaap, ook als ze 's nachts even wakker worden. Dat kan erbij horen. Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten.
Als je baby huilt terwijl hij slaapt, is dat namelijk niet per se een teken dat hij klaar is om wakker te worden. Mogelijk zit je baby in de overgang van lichte slaap naar diepe slaap, waardoor hij even onrustig is. Zodra je kind in die diepere slaap terechtkomt, zal hij vanzelf weer rustig worden.
Dat is de welbekende '5-10 minuten regel', ook wel de gradual extinction of de gecontroleerde uitdoving genoemd.. Hierbij ga je elke 5 minuten terug om je baby of kind te troosten en het aantal minuten voer je stapsgewijs op. `Je laat je baby gecontroleerd huilen.
Je baby alleen laten huilen kan negatieve invloed hebben op veilige hechting. Veilige hechting in in de eerste maanden van het leven vormt de basis voor een goede en gezonde geestelijke gezondheid in het volwassen leven. Stress kan negatieve invloed hebben op de hechting tussen ouder en kind.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Als je kindje oververmoeid is, is het erg onrustig. De eerste stap is dus om je baby te kalmeren. Baker je kindje bijvoorbeeld in, schommel het zachtjes heen en weer of gebruik je zangtalent door een slaapliedje te zingen. Dat biedt de basis om je kindje uiteindelijk weer te kunnen laten slapen.
Toch kan het je kindje helpen beter in slaap te krijgen en te houden. Zo kan je 's avonds een paar druppeltjes kamille- of lavendelolie in het bad van je baby doen wat een rustgevend effect kan hebben. Zo kan je baby heerlijk rozig worden en erg ontspannen naar bed, wat kan zorgen voor een goede nachtrust.
Vaak herken je of je baby overprikkeld is: hij valt moeilijk in slaap of wordt juist van elk geluid wakker. Is schrikachtig, extreem alert of huilerig. Je baby wil gedragen worden, of juist niet: elke aanraking is een prikkel teveel en veroorzaakt een ontroostbare huilbui.
Je kindje is een huilbaby wanneer het aan de volgende kenmerken voldoet: Je baby huilt gedurende drie weken minimaal drie dagen in de week drie uur per dag. Het verschil tussen de huilmomenten is niet meer hoorbaar; het huilen klinkt meer als krijsen, dan als huilen.
Maar als je baby regelmatig overdag weigert te slapen, of juist steeds 's nachts wakker wordt, dan kan dit leiden tot een verstoord slaappatroon. Signalen van zo'n verstoord slaappatroon uiten zich in veel huilen waarbij de baby niet neergelegd wil worden en het alleen in jouw armen slaapt.
Kinderen hebben meer REM-slaap dan volwassenen, omdat ze meer nieuwe indrukken opdoen en dus meer te verwerken hebben. Zo kan een baby 's nachts wel 5 maal naar dromenland vertrekken. Wel zullen baby's niet in de vorm van verhalen dromen, ze dromen eerder over basisbehoeften: voeding, geknuffeld worden, warmte, …
Nachtmerries komen veel voor en iedereen heeft weleens een enge droom. Kinderen hebben over het algemeen vaker een nachtmerrie dan volwassenen. Baby's hebben nog geen nachtmerries, deze enge dromen ontstaan pas later.
Slaapregressie bij baby's van 4 maanden
De meeste slaapregressies, dus ook deze, hebben een aantal kenmerkende signalen. Je baby is onrustiger, ook in bed. Het kan zijn dat je kleintje ook telkens probeert om te rollen. Het voelt alsof je baby 'terugvalt' in het oude slaappatroon en dus niet meer doorslaapt.
Baby's huilen de eerste drie maanden van hun leven het meest. De eerste 6 weken gemiddeld 2 tot 2,5 uur per dag. Daarna neemt het aantal uren dat baby's per dag huilen weer af. Rond de 3 maanden is de huiltijd weer 1 tot 1,5 uur per dag.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
In Nederland heeft zo'n 15% van de baby's last van extreme huilbuien. Een huilbaby hebben, kan heel zwaar zijn en heeft vaak een grote impact op het hele gezin. Hoe herken je een huilbaby, wat zijn de oorzaken en hoe ga je ermee om?
De veiligste slaaphouding van je baby is op de rug. Op deze manier is het gezichtje helemaal vrij, waardoor je kleintje goed kan ademen. Op het moment dat je kindje met de armen omhoog ligt, creëert je kindje meer ruimte in de longen en wordt het ademenen nog meer vergemakkelijkt.
Oververmoeidheid herkennen
Wrijft je baby veel in de ogen? Net als gapen, huilen en wegkijken is dit een typisch signaal een oververmoeide baby. Ook rood rondom de oogjes is een bekend teken dat een baby moe of oververmoeid is. Veel oververmoeide baby's komen lastig in slaap.
De gevolgen van een teveel aan prikkels
Dat is een gevolg van de drukke levensstijl van de ouders. Maar in tegenstelling tot volwassenen, hebben baby's nog geen filter. Je baby vangt alle prikkels op. En om hem gerust te stellen, praat je tegen hem, geef je hem een rammelaar, haal je hem uit zijn bedje…
Laat je baby in eigen bedje slapen:
Vooral overdag hebben ouders dan de neiging maar wat toegeeflijk te zijn en het kindje in de box of op schoot te laten slapen. Het gevaar daarvan is dat de baby helemaal niet meer in zijn eigen bedje wil slapen en bovendien ook overprikkeld raakt.
Het is niet zo'n goed idee om je kind te lang op te houden. Als kinderen oververmoeid zijn, is het juist moeilijker om in slaap te vallen. Oververmoeidheid en teveel prikkels overdag kunnen er ook voor zorgen dat je baby onrustiger slaapt en 's nachts vaker wakker wordt. Houdt vast aan een bedtijd en bedritueel.
Ervoor zorgen dat je kindje soms elders in slaap valt kan al heel wat verhelpen. Merk je dat je baby aan het wegdommelen is in je armen, leg hem dan geregeld voor hij in slaap valt al even terug. Dan valt hij daar op een rustige manier in slaap. Daarnaast kun je bewust van heel vroeg een sterk slaapritueel maken.
Maak het bedje kort en strak op, anders kan je baby onder de dekens terechtkomen. Hij moet met de voetjes nét iets van het voeteneind af liggen. Stop de deken en het lakentje goed strak in onder het matras bij het voeteneind en aan de zijkanten. Zo draait je kind zich minder makkelijk om.