Voor het enkelvoud zijn wilde en wou allebei correcte verledentijdsvormen. Voor het meervoud is wilden de correcte verledentijdsvorm. In de spreektaal wordt voor het meervoud weleens wouden of wouen gebruikt, maar in verzorgd taalgebruik kunt u die vormen beter vermijden.
Wat is juist: 'Wij wouden winnen', 'Wij wouen winnen' of 'Wij wilden winnen'? Alleen 'Wij wilden winnen' lijkt voor iedereen volledig aanvaardbaar te zijn. Wie wouwen of wouden gebruikt, kan bijna standaard rekenen op commentaar vanwege slordig taalgebruik. Toch staat ook wouden in de woordenboeken en woordenlijsten.
In het enkelvoud is zowel de regelmatige vorm wilde als de onregelmatige vorm wou gebruikelijk. Wou wordt in Nederland als informeler beschouwd. In het meervoud is wilden de neutrale en veruit de gebruikelijkste vorm. Wouden en wouen worden vooral gebruikt in gesproken taal.
wouden ❌ / wilden
De verleden tijd van 'willen' is 'wou' of 'wilde' in het enkelvoud en alleen 'wilden' in het meervoud. De vorm 'wou' wordt minder gebruikt in de geschreven taal. 'Wou(d)en' – en zeker de spellingvariant 'wouwen' – behoort tot de spreektaal en staat slordig in geschreven taal.
ook: wouwen'. Naast wouen is ook nog de vorm wouden mogelijk: met deze spelling is de verledentijdsvorm in de spellinggidsen opgenomen. Weliswaar wordt in wouen een w uitgesproken, maar de spelling wouwen is ook in de weergave van gesproken taal niet gebruikelijk.
Wouden kan verwijzen naar: het meervoud van woud; zie Bos (vegetatie) Friese Wouden, een gebied in de provincie Friesland. Woudendepartement, een departement in de Franse tijd, met als hoofdplaats Luxemburg.
Brabantse Wouden is een gebiedscoalitie bestaande uit de provincie Vlaams-Brabant, het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), de Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud, de Koninklijke Schenking en de 12 betrokken gemeenten Beersel, Bertem, Bierbeek, Halle, Hoeilaart, Huldenberg, Kortenberg, Leuven, Linkebeek, Oud- ...
Het is ook geen probleem om de vormen wij en we af te wisselen. Gebruik wij als er nadruk op ligt: 'Wij zijn verantwoordelijk voor de juiste afhandeling van klachten. ' Gebruik we als er niet zo veel nadruk ligt op het woord: 'Zoals we hebben afgesproken', 'Als u graag gebeld wilt worden, nemen we contact met u op.
Hij wilt geldt echt als een fout, ook al komt het vaak voor. Het is bijvoorbeeld ook zij wil, men wil, Eva wil, iedereen wil en de klant wil. De derde persoon enkelvoud is bij willen dus anders dan bij bijna alle andere werkwoorden, bijvoorbeeld wensen en hopen.
Want moet je zeggen 'ik wilde gisteren vroeg naar bed' of 'ik wou gisteren vroeg naar bed'? Deze zinnen zijn allebei goed, maar er is een betekenisverschil. 'Wou' is informeel, 'wilde' is formeler. In schrijftaal heeft 'wilde' de voorkeur, in spreektaal kun je beide varianten hanteren.
wou werkw. Uitspraak: [wɑu] verleden tijd van willen informeel Voorbeeld: ``hij wou` is spreektaal. `hij wilde` is schrijftaal.
Het woord zouden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Je zult en je zal zijn allebei correct. De vorm zul(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je zult, jij zult, zul je, zul jij. In België is ook de vorm zal neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je zal, jij zal, zal je, zal jij.
Zou + moeten + infinitief (should)
Je zou hem vandaag moeten ontvangen.
Beide vormen zijn correct Nederlands.
Er is geen regel die bepaalt in welke volgorde de personen in een opsomming met en genoemd worden, maar het is gebruikelijk om eerst de anderen te noemen en daarna jezelf. Dat wordt ook als het beleefdst beschouwd.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Het woord wilde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
Aas, kleine zoogdieren, vis, kleine tot middelgrote (vaak jonge) vogels, reptielen en amfibieën. Ook afval. In het buitenland vaak te vinden in steden, bij vuilnisbelten en abattoirs e.d. Zoekt voedsel meestal in vrij lage glijvluchten. Pakt vis met poten uit het water, steelt prooien van andere vogels.