Formuleringen met op tijd zijn het gebruikelijkst, zowel in gesproken als geschreven taal. Tijdig is een formeler woord. We kunnen veel schade voorkomen door op tijd maatregelen te nemen. Elke heeft haar aanvraag niet op tijd ingediend.
vrije tijd | VRT Taal.
Simpele regel: altijd aan elkaar
Samenstellingen (woorden uit twee of meer zelfstandige naamwoorden) schrijf je altijd aan elkaar, zonder spaties dus. Het is bijvoorbeeld autoverzekering en niet auto verzekering. Ook langere woorden schrijf je aan elkaar, tenzij er verwarring ontstaat.
De correcte spelling is hoe laat, in twee woorden. Hoe laat is het? Hoe laat ga je naar huis?
Als boven op gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord, schrijven we de combinatie in twee woorden. Op is dan een voorzetsel en boven een bijwoord bij dat voorzetsel. De vaas staat boven op de kast.
Als achter op gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord, schrijven we de combinatie in twee woorden. Op is dan een voorzetsel en achter een bijwoord bij dat voorzetsel. Ze zit graag achter op de motorfiets.
Wanneer is tenslotte juist en wanneer ten slotte? Ten slotte is juist als 'tot slot' bedoeld is. Tenslotte (zonder spatie) heeft de betekenis 'per slot van rekening'. Tenslotte is juist als 'welbeschouwd, per slot van rekening, immers' bedoeld is.
Het werkwoord bezighouden wordt in één woord geschreven.
Ook de vervoegde vormen schrijven we in één woord, tenzij de twee delen (bezig en houden) gescheiden worden door andere woorden (bijvoorbeeld: wat me bezig heeft gehouden), of de volgorde ervan gewisseld is (bijvoorbeeld: ik hou me bezig).
Wat is goed: aan elkaar of aanelkaar? En hoe zit het bijvoorbeeld met bij elkaar / bijelkaar en met elkaar / metelkaar? Goed zijn: aan elkaar, bij elkaar en met elkaar. Elkaar staat dus telkens los achter het voorzetsel.
Ook veel andere woorden die los moeten, worden aaneengeschreven. Twee voorbeelden: vantevoren, doormiddel van. Dit moet zijn: van tevoren, door middel van. Tip: opzoeken (het werkwoord schrijven we wel aan elkaar) in de online Dikke Van Dale.
Bestaat het woord uit twee losse woorden die een samenstelling vormen, dan schrijf je een koppelteken. Ontstaat er geen verwarring, dan schrijf je gewoon alles aan elkaar. Is het woord geen samenstelling, maar bijvoorbeeld een meervoud of een enkel woord, dan schrijf je een trema.
' 'Hoe ver is het naar het station? ' heeft de voorkeur. Bij hoe( )ver geldt het volgende betekenisverschil: als een afstand bedoeld is, is hoe ver juist; in meer figuurlijke zin is hoever één woord.
Als twee samengestelde woorden een gemeenschappelijk deel hebben en je noemt ze na elkaar met 'en' of 'of' ertussen, kun je bij een van de twee woorden dat gemeenschappelijke deel vervangen door een streepje. Als het laatste deel van beide woorden gelijk is, schrijf je dat deel alleen bij het tweede woord.
Is het stagelopen of stage lopen? De juiste spelling is stage lopen, met een spatie. Hoewel het in de praktijk vaak aan elkaar wordt geschreven, is er geen enkel naslagwerk dat stagelopen als één woord vermeldt. Ook de vervoegde vormen zijn met een spatie.
Als midden in niet met een zelfstandig naamwoord of met er gecombineerd wordt, schrijven we de combinatie in één woord. Middenin is dan een bijwoord van plaats. De motor is middenin gemonteerd.
koffieautomaat = de koffieautomaat zelfst. naamw. (m.) Uitspraak: [`kɔfiɑutomat] Verbuigingen: koffieauto|maten (meerv.)
face-to-face bw.: 1 oog in oog, in persoon; 2 openhartig, recht in het gezicht.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Na het persoonlijk voornaamwoord je/jij (tweede persoon) komt er een t achter de stam houd: Jij houdt toch niet van voetbal? Je houdt het schilderij verkeerd om. Je houdt geen rekening met anderen.
Goedkomen: aan elkaar of los? In de zin: 'Dat gaat helemaal goedkomen. ' Ik neig naar aan elkaar, maar Word is het oneens. 'Goedkomen' is één woord.
Tekort, aaneengeschreven, is een zelfstandig naamwoord met als betekenis 'hoeveelheid die ontbreekt, nadelig saldo'. U kunt er een lidwoord voor zetten: een tekort, het tekort. Het tegengestelde van het tekort is het teveel. Er is ook een groot tekort aan huisartsen.
Juist is: 'Die heeft te veel gegeten. ' Als te veel 'meer dan nodig' betekent, staat er een spatie tussen te en veel. Als het teveel 'het overschot' betekent, is het wél één woord.
Wanneer is tenminste juist en wanneer ten minste? Tenminste als één woord betekent 'althans, in ieder geval'. Ten minste als twee woorden betekent 'op z'n minst, minstens'. Als tenminste 'althans, in ieder geval' betekent, is het één woord.