Na onderzoek blijkt een deel van de kinderen en jongeren gedi- agnosticeerd te worden met odd of cd. Deze stoornissen behoren tot de meest prevalente psychiatrische stoornissen bij kinderen en jongeren, met voor odd een prevalentie van 3 % en voor cd 2%.
ODD en CD zijn gedragsstoornissen waarbij iemand extreem dwars, opstandig of agressief gedrag vertoont. Dit gedrag leidt tot nadelige gevolgen voor de persoon en voor zijn omgeving.
Een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis is een psychische aandoening die in het DSM-IV is ingedeeld bij de ontwikkelingsstoornissen. De aandoening wordt ook aangeduid met de Engels afkorting ODD (oppositional defiant disorder).
ODD staat voor Oppositional Defiant Disorder en betekent oppositioneel opstandige gedragsstoornis. ODD is een psychische aandoening die in het DSM-IV is ingedeeld bij de ontwikkelingsstoornissen. Kinderen met deze aandoening zijn vaak ongehoorzaam, driftig, en houden zich vaak niet aan regels.
Een kind met ODD is vaak heel dwars en opstandig, terwijl kinderen met CD vooral antisociaal gedrag vertonen, zoals vechten, liegen of stelen. Een ODD kan later in de ontwikkeling overgaan in een CD. Een ODD kan ook de voorbode zijn van andere stoornissen, zoals angst en depressie.
Farmacotherapie heeft in de behandeling van odd en cd een vaste plaats ingenomen, in het bijzonder bij comorbiditeit met adhd en bij ernstige agressie. Bij comorbiditeit met adhd worden psychostimulantia zoals methylfenidaat gebruikt.
De symptomen van CD (de normoverschrijdend-gedragsstoornis) zijn ernstiger dan die van ODD. CD is de afkorting voor de Engelse term conduct disorder. In het Nederlands heet dit gedragsstoornis. Deze kinderen laten gedrag zien dat voor hun omgeving niet-acceptabel is.
Kinderen met ODD spelen ouders vaak tegen elkaar uit. Probeer als ouders op 1 lijn te staan, maar blijf wie je bent. Leer wenselijk gedrag te belonen. Geef grenzen aan ten aanzien van het gedrag, zonder het kind zelf af te wijzen.
ODD is een gedragsstoornis die voornamelijk ontstaat tijdens de kinderjaren of adolescentie. Het kenmerkt zich door aanhoudend agressief gedrag en de neiging om anderen opzettelijk lastig te vallen en te irriteren. Het is normaal dat kinderen en jongeren soms boos of opstandig gedrag vertonen.
Het kan verschillende oorzaken hebben dat een kind onhandelbaar wordt. Onbegrip vanuit de ouders, de komst van een jonger broertje of zusje, verkeerde vrienden en ook bepaalde aandoeningen, zoals asperger of ADHD kunnen ervoor zorgen dat ouders het kind minder goed begrijpen en begeleiding in de ontwikkeling.
Boosheid uiten
Er zijn kinderen die de neiging hebben om snel kwaad te worden. Ze voelen frustratie, bijvoorbeeld als iets niet lukt of mag, en uiten dat door te schoppen en te slaan of met spullen te gooien.
Dat je kind zich thuis heel anders gedraagt dan bijvoorbeeld op school of bij opa en oma, wil niet zeggen dat je het thuis niet goed zou doen. Sterker nog, het feit dat hij thuis al zijn gevoelens kan laten zien, duidt er vaak op dat hij voelt dat jij er onvoorwaardelijk voor hem bent.
Het ene kind vertoont misschien meer dwars gedrag dan het andere kind. Het is een normaal verschijnsel en hoort bij het opgroeien. Sommige kinderen ontdekken hun eigen wil en zitten midden in een identiteitsontwikkeling. Andere kinderen nemen niet zonder meer aan wat volwassenen tegen hen zeggen.
Over het algemeen bestaat de behandeling in eerste instantie uit psychotherapie voor het kind en de ouders. Het is ook belangrijk dat de school zich verdiept in de kenmerken van ODD of CD. Verder kunnen ouders begeleiding krijgen bij de opvoeding, en het kind gedragstherapie.
Spreek met het kind af wat het leuk vindt om te doen. Stel reële, duidelijke grenzen, stop het kind in zijn gedrag. Stel ook reële eisen, kinderen met ODD/Cd hebben een lage frustratietolerantie. Als iets niet lukt, worden ze sneller boos dan anderen.
ODD en medicatie
Mogelijk gebruiken de jongeren die bij ons komen medicatie, bijvoorbeeld Methylfenidaat (als ook sprake is van ADHD, ADD of autismespectrumstoornis) of kalmeringsmiddelen zoals benzodiazepinen.
Op het moment dat jij de ouder bent waar het kind niet meer naar toe wil gaan, zoek dan contact met de andere ouder. Probeer samen tot een oplossing te komen, eventueel met een mediator erbij. In bijna alle gevallen heb je recht op omgang met je kind!
Zeg je baby niet alleen wat hij niet mag en wat hij verkeerd doet, maar vertel hem ook vooral wat hij goed doet! Zo leert hij het verschil tussen goed en fout gedrag. Beloon je baby ook als hij zijn fout oplost.