Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Hoogopgeleiden zijn personen met een afgeronde hbo- of universitaire opleiding. Het gaat om het aandeel hoogopgeleiden binnen de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Praktisch hoog opgeleid
,,Er heerst bij sommige mensen een bepaald beeld, ook bij ouders die hun kind liever naar het hbo zien gaan, dat je als mbo'er 'laag opgeleid' zou zijn. Maar dat is juist niet zo; mbo'ers zijn praktisch hoog opgeleid!
Een havo-opgeleide heeft in vergelijking met een gediplomeerde mbo'er in de regel inhoudelijk breder onderwijs genoten. Het taal- en wiskundeleerplan ligt op een hoger niveau dan dat van het mbo. De landelijke kwaliteitseisen (eindtermen) van het havo zijn bovendien geborgd in een Centraal Examen.
In Nederland heeft bijna 40 procent van de 15- tot 75-jarigen een havo- of vwo-diploma of een afgeronde mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4. Deze groep middelbaaropgeleiden is al jaren de grootste groep en blijft door de jaren heen in omvang vrij stabiel.
RTL Nieuws heeft op basis van de methodiek die voor het landelijke beeld gebruikt is de cijfers per school berekend. Aan elk schoolniveau is een cijfer gegeven. Het gemiddelde cijfer in Nederland was afgelopen schooljaar een 7,79, dit staat gelijk aan een vmbo/havo advies.
Mbo'ers die overstappen naar het hbo hebben met name moeite met het communiceren in groepen en het samenwerkend studeren. Daarnaast vinden ze het zelfstandig kunnen werken en het verzamelen, bestuderen en verwerken van informatie lastig.
Mbo niveau 4 is het hoogste niveau binnen het middelbaar beroeps onderwijs (mbo). De mbo-opleidingen niveau 4 leiden je op tot een baan waarbij je zelfstandig specialistische, uitvoerende taken kunt verrichten. Denk hierbij aan opleidingen als MBO Bedrijfsadministrateur, MBO Onderwijsassistent of MBO Doktersassistent.
Mbo-niveau 4: middenkaderopleiding of specialistenopleiding
Dit is een volledige opleiding van 3 of 4 jaar. Hiervoor gelden dezelfde eisen als de vakopleiding (niveau 3). Deze opleiding volg je als je het mbo-3-diploma hebt behaald en wil doorleren in hetzelfde beroep. Deze opleiding duurt dan nog 1 jaar.
Een mbo-opleiding is een slimme keuze als je havo 4/5 moeilijk vindt of als het hbo (nog) niet bij je past. Je kunt al starten met een mbo-opleiding als je een overgangsbewijs van havo 3 naar havo 4 hebt. En je houdt zicht op een hbo-diploma: als je je mbo-diploma hebt gehaald, kun je doorstromen naar het hbo.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
In 2010 had ruim 20% van de bevolking van 25-64 jaar een hbo-diploma en bijna 12% een universitaire graad (samen ruim 32%). Het percentage hogeropgeleiden is sindsdien met bijna 8 procentpunten gestegen: in 2019 had ruim 24% een hbo- en ruim 15% een wo-diploma (samen meer dan 40%).
Er zijn 2 soorten hoger onderwijs in Nederland: wetenschappelijk onderwijs (wo); hoger beroepsonderwijs (hbo).
In Nederland had in 2021 9% van de 65- tot 75-jarigen een diploma op het niveau van de hbo- of wo-master. Dit aandeel is onder jongere generaties beduidend groter. Zo ging het bij de 25- tot 35-jarigen om 23%. Het aandeel laagopgeleiden daarentegen is bij de 65- tot 75-jarigen weer groter.
De meeste hoogopgeleiden wonen rondom de universiteitssteden en in de gebieden waar veel specialistisch werk is, vooral in het noordelijke deel van de Randstad.
Allereerst is het aantal hoger opgeleiden in de afgelopen decennia flink gegroeid. In 1960 was 2 procent van de bevolking hoogopgeleid. In de jaren '90 was het 20 procent en nu heeft bijna 30 procent van de Nederlanders minimaal een hbo of universitaire opleiding.
Ongeveer vier op de tien mensen met een mbo-4 diploma op zak stroomt door naar een hbo-opleiding. Veel mensen denken dat met een afgeronde hbo-studie meer geld te verdienen valt. Maar dat hoeft niet zo te zijn! De baankansen zijn voor veel mbo-opleidingen erg gunstig en ook de salarissen zijn goed.
Niveaus mbo
En een leerling met een vmbo-k diploma kan een mbo-opleiding niveau 3 volgen. Studenten kunnen uiteindelijk ook doorstromen naar een hoger niveau in het mbo. Bijvoorbeeld van de vakopleiding (niveau 3) naar de middenkaderopleiding (niveau 4) (art.
Meer theorie, minder praktijk op HBO
Bij het MBO ligt de nadruk op het “ doen”. Het MBO is praktijkgerichter. Bij het HBO wordt er meer geanalyseerd en wordt er meer verwacht dat je ook analytisch nadenkt. Het HBO is dus meer een combinatie tussen praktijk en theorie terwijl MBO vooral op de praktijk focust.
Heb je een mbo-4 opleiding afgerond dan ligt het startsalaris tussen de €1.500,00 en €1.800,00 per maand. Ben je afgestudeerd in ICT of techniek dan ligt het startsalaris net wat hoger, rond de € 2.000,00 per maand. Na mbo-3 kun je rekenen op een startsalaris van ongeveer € 1.474,00 per maand.
MBO4 is de vierjarige Middelbare Beroeps Opleiding met een groot aantal specialisaties voor de verschillende beroepen. Mavo heb je nodig om toegelaten te worden op een MBO-opleiding. Mavo is dus een VOOR-opleiding voor MBO. Na het basisonderwijs heb je dus in totaal 8 jaar nodig voor een MBO-4 diploma.
Dit 2-jarige programma ligt tussen een mbo niveau 4 en een hbo opleiding in en is ook een manier om jezelf verder te ontwikkelen. Wil je na de Associate Degree toch nog een hbo opleiding doen, dan kan je vaak ook doorstromen naar het 3e jaar.
Met het diploma van de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg kun je doorstromen naar MBO niveau 3 of 4. Binnen het VMBO is de theoretische leerweg het hoogste niveau. Hiermee kun je ook doorstromen naar MBO niveau 3 of 4.
Als de kwaliteit van de examens van een opleiding onvoldoende is, krijgt de school eerst een waarschuwing. De school krijgt daarna de tijd om de kwaliteit te verbeteren. Heeft dat geen resultaat, dan kan de minister de examenlicentie intrekken.