Onderzoek longembolie Allereerst heeft u een gesprek met de arts, die u ook lichamelijk zal onderzoeken: Het bepalen van de D-dimeerwaarde in uw bloed. Met deze test worden afbraakproducten van de stolling in het bloed gemeten. Als de waarde verhoogd is, bestaat er een verhoogde kans dat u een longembolie heeft.
Bloedonderzoeken
Een D-dimeertest meet een stof in het bloed die vrijkomt wanneer een bloedstolsel afbreekt. Hoge niveaus van de stof kunnen betekenen dat er een stolsel aanwezig is. Als uw test normaal is en u weinig risicofactoren hebt, is PE niet waarschijnlijk . Andere bloedtesten controleren op erfelijke aandoeningen die bloedstolsels veroorzaken.
Om te weten of u een longembolie heeft, krijgt u in het ziekenhuis 1 of meer van deze onderzoeken: Bloedonderzoek. Hartfilmpje, dit heet ook wel ECG. Röntgenfoto van uw longen.
Bij het vermoeden van een longembolie, wordt er meestal een CT-scan van de bloedvaten van de longen gemaakt. Hierbij wordt contrastvloeistof met jodium gebruikt.
Voor de meeste D-dimeertests wordt een afkapwaarde gehanteerd van < 0,5 mg/l onder de voorwaarde dat deze klinisch is gevalideerd voor het veilig uitsluiten van een diepe veneuze trombose (DVT) of longembolie.
Allereerst wordt er een d-dimeer waarde bepaald. Met deze waarde meten we de hoeveelheid afbraakproducten van de stolling in uw bloed. Als deze verhoogd zijn bestaat er een kans op een longembolie. Om de longembolie vast te stellen is er een CT-scan nodig van de longen.
De constructie van de ROC-curve stelde ons in staat om het beste cut-off punt te bepalen. D-dimeerwaarden boven de 2.152 ng/mL verhoogden de waarschijnlijkheid van een PE-diagnose significant [area under curve (AUC) van 0,69; 95% BI, 0,64–0,74; P<0,05] (Figuur 2).
Klachten. Verschijnselen van een longembolie kunnen onder andere zijn: Benauwdheid. Pijn op borst, al dan niet vastzittend aan de ademhaling.
Een van de grootste uitdagingen bij het diagnosticeren van een PE is dat de symptomen, zoals pijn op de borst, kortademigheid en duizeligheid, veel voorkomen bij verschillende andere cardiovasculaire aandoeningen. Ook kunnen standaardonderzoeken zoals een ECG of röntgenfoto van de borstkas niet onthullen of er een bloedstolsel in de longen aanwezig is .
Een beklemmend gevoel op de borst, piepende ademhaling of pijn bij het ademhalen komen ook voor. Je benauwd voelen is erg naar en kan eng zijn. Voor sommige mensen voelt het als (bijna) stikken. Als je iets wilt doen terwijl je benauwd bent, is dat vaak lastiger.
' Omdat een longembolie vaak vanzelf verdwijnt, zijn andere medicijnen meestal niet nodig. 'Alleen als iemand een levensbedreigende longembolie heeft, wordt soms een medicijn gegeven dat het stolsel echt laat oplossen. Dit heet trombolyse.
De klachten bij een stolsel verschillen per persoon. Veelvoorkomende klachten bij een longembolie zijn kortademigheid, pijn bij het ademhalen, zweten en hoesten (soms met het ophoesten van een beetje bloed). Klachten die minder vaak voorkomen zijn koorts en hartkloppingen.
Als uw klachten wijzen op een longembolie, wordt er een röntgenfoto van de borstkas gemaakt. Een longembolie is meestal niet zichtbaar op een röntgenfoto. Toch heeft een longfoto nut, omdat het een goed beeld van de longen geeft. De foto geeft de mogelijkheid om andere oorzaken uit te sluiten.
Een INR van ongeveer één is normaal. Bij een INR kleiner dan één stolt het bloed sneller dan normaal en is er sprake van een verhoogde kans op trombose. Bij de behandeling van trombose met bloedverdunners wordt een INR aangehouden van twee-drie. De stollingstijd is dan twee tot drie keer zo lang als normaal.
Belangrijk is dat twee andere casusrapporten het gebruik van DIM in verband brengen met trombotische voorvallen, waaronder een beroerte in de basilaire arterie bij een jonge, overigens gezonde vrouw en terugkerende diepe veneuze trombose en een longembolie bij een gezonde man van middelbare leeftijd, van wie beiden een onbekende dosis DIM gebruikten.
Om dit te onderzoeken, krijgt u dan een CT-scan. Op een hartfilmpje (ECG) is te zien of uw hart snel klopt, en of de rechterhelft van uw hart eventueel harder moet pompen dan de linkerhelft. Dit kunnen teke- nen zijn van een longembolie.
De elektrische golf door het hart begint in de sinusknoop, een groepje spiercellen in het plafond van de rechterboezem. Dit moment is niet op een ECG te zien. Op het moment dat de prikkel begint, is de lijn geheel vlak en horizontaal.
Een longembolie (PE) is een bloedstolsel in uw longen. Het bloedstolsel begint meestal in een diepe ader in uw been. Als u symptomen heeft zoals pijn op de borst, bloed ophoesten of moeite met ademhalen, zoek dan medische hulp.
Je voelt pijn als je ademt: pijn in je ribbenkast of bovenin je rug. Je hoest bloed op. Je voelt je hart snel en hard kloppen. Je valt flauw of hebt het gevoel dat je flauwvalt.
Hoest je en ben je vermoeid? Dat zijn vervelende symptomen die horen bij longontsteking. Gelukkig is een longontsteking vaak goed te behandelen. De ontsteking zelf doet geen pijn, maar de spieren rond de borst en rug kunnen pijn doen door het vele hoesten.
Hier is het risico op een afsluiting door een embolie het grootst. Als gevolg van de afsluiting vermindert de doorbloeding achter de afsluiting. Het bloed wordt hierdoor in de long minder goed van zuurstof voorzien. Dit resulteert in een lager zuurstofgehalte (saturatie) van het bloed.
Longembolie met negatieve D-dimeer komt niet vaak voor, maar er zijn weinig gerapporteerde gevallen en retrospectieve studies die deze unieke aandoening onderzoeken [8-11].
Volgens de literatuur worden D-dimeerwaarden groter dan 500 ng/ml echter als positief beschouwd . Als de drempelwaarde voor een verhoogd D-dimeer in deze studie van de 217 patiënten uit de D-dimeergroep was verhoogd tot 500 ng/ml, zouden 66 patiënten een verhoogd D-dimeer hebben gehad, waarvan er 5 de diagnose PE kregen.
Een normale uitslag is minder dan 500 nanogram per milliliter (ng/ml). Alles daarboven wordt als een positieve testuitslag beschouwd. 1 Het is nuttig als uw arts vermoedt dat u een bloedstolsel in uw longen of diep in een ader van uw been of bekken heeft.