Ga in gesprek met de middelbare school
Het schooladvies is leidend. Maar u kunt met de middelbare school in gesprek gaan. In de praktijk volgen de meeste scholen het advies van de basisschool op, maar het komt ook voor dat zij akkoord gaan met een andere plaatsing.
Als ouders het niet eens zijn met het ontvangen schooladvies, kunnen zij bij het schoolbestuur een klacht indienen. Het schoolbestuur moet zich vervolgens over die klacht laten adviseren door een onafhankelijke klachtencommissie. Scholen moeten een aanpak hebben voor ouders die een klacht in willen dienen.
In groep 8 krijgen leerlingen een schooladvies. Dit advies bepaalt op welk niveau een leerling zich mag inschrijven op een school voor voortgezet onderwijs. De basisschool baseert het schooladvies op toetsresultaten, de sociaal emotionele ontwikkeling, werkhouding, motivatie en gedrag.
Het voorlopige schooladvies heeft geen wettelijke of officiële status en wordt vaak onder andere gebaseerd op de gegevens van het leerlingvolgsysteem (LVS) en de werkhouding van de leerling. Hoe scholen hier mee omgaan en waar ze het advies op baseren kan dus per school verschillen.
De scores voor begrijpend lezen en rekenen tellen het zwaarst mee voor het schooladvies. Dit omdat begrijpend lezen bij de meeste vakken in het voortgezet onderwijs belangrijk is en omdat rekenen de basis is van wiskunde, maar ook belangrijk is bij de andere bètavakken.
De school houdt bij het schooladvies rekening met de sociaal emotionele ontwikkeling, werkhouding, motivatie, gedrag en met toetsresultaten. Ook kijkt de school of er andere zaken meespelen die invloed kunnen hebben op het succes van de leerling in het voortgezet onderwijs.
Conclusie. De middelbare school waar uw kind naartoe gaat bepaalt het niveau van uw kind door middel van een toelatingsexamen, proefklasse, onderzoek van de basisschool en/of psychologisch onderzoek. Meestal is dit een combinatie van de Citotoets en het advies van de leerkracht van groep 8.
Voorbeeld: met een vmbo-t/havo advies is de leerling toelaatbaar voor vmbo-t, maar niet voor havo. Deze leerling kan zich niet aanmelden voor een school die alleen havo aanbiedt.
Een advies voor het voortgezet onderwijs kan enkelvoudig zijn: vmbo-b, vmbo-k, vmbo-gt, havo, vwo; of dubbel, met twee aan elkaar grenzende schooladviezen: vmbo-b/k, vmbo-k/gt, vmbo-gt/havo, havo/vwo. Een advies dat uit meer dan twee niveaus bestaat is niet toegestaan.
Het schoolbestuur bepaalt of uw kind wordt toegelaten op de middelbare school. Het schoolbestuur kijkt bijvoorbeeld naar het schooladvies van de basisschool. In het schooladvies staat welk type voortgezet onderwijs het beste bij uw kind past. Bijvoorbeeld vmbo, havo of vwo.
Veel herhaling en een hoger tempo
In groep 8 zijn de kinderen vooral bezig met het herhalen van de rekenstof uit de voorgaande jaren. Moeilijke onderdelen als breuken, procenten, staartdelingen, verhaaltjessommen en het metriek stelsel worden flink geoefend om het gewenste eindniveau van de basisschool te halen.
De Cito-score ligt tussen de 500 en de 550. Het merendeel van de kinderen gaan naar het vmbo, het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Voor het vmbo geldt een score van tussen de 501 en 535.
Is er wel een havo/vwo dakpanklas dan kunnen zowel kinderen met een havo, een havo/vwo en een vwo advies hierin terecht komen. In een dakpanklas wordt zowel op havo als vwo niveau les gegeven waardoor leerlingen in twee jaar tijd kunnen kijken bij wel niveau zij zich het prettigst voelen.
Gegevens in een tabel
In het schooljaar 2020/2021 gingen ruim 934 duizend jongeren naar een vorm van voortgezet onderwijs. Hiervan volgde ruim 20 procent een vmbo- opleiding, 3 procent het praktijkonderwijs, ruim 17 procent havo en bijna 19 procent vwo.
Iedere letter geeft een bepaald resultaat aan, waarbij geldt, dat A het hoogste niveau is en E het laagste niveau. Niveau B: gemiddeld tot goed (volgende 25%); percentiel 51 t/m 75. Niveau C: zwak tot gemiddeld (volgende 25%); percentiel 26 t/m 50.
De eindtoets meet de kennis en vaardigheden van een leerling. Terwijl de leerkracht in zijn of haar advies ook andere aspecten als werkhouding en motivatie meeweegt. Het schooladvies van de leerkracht weegt het zwaarst.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Bron: Onderwijs in cijfers
Gemiddeld haalden vmbo-basisleerlingen vorig jaar een 6,7. Daarmee scoren ze hoger dan alle andere vo-richtingen. De leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg en de gemengd/theoretische leerweg haalden gemiddeld een 6,4 op hun centraal examen.
Voor de vmbo'ers die gemiddeld een 7 stonden op hun eindexamen behaalt rond de tachtig procent het havo diploma en van de vmbo'ers met gemiddeld een 8 loopt dat percentage op naar negentig. Kortom, een hoger eindexamencijfer in het vmbo leidt tot een grotere kans op behalen van het havo-diploma.
„Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend. Daar blijven de meeste leerlingen zitten. Onderzoeken hiernaar hebben nooit keiharde oorzaken aangewezen, maar in de onderwijswereld worden wel steeds dezelfde verklaringen genoemd.”
De Cito-score kan invloed hebben op het definitief advies van de basisschool. De score van een leerling wordt bepaald door hoeveel vragen er goed beantwoord wordt op drie toets onderdelen: taal, studievaardigheden en rekenen-wiskunde. Dit zijn onderdelen waar een leerling beter in wordt wanneer ermee wordt geoefend.
Voor de maximale score van 550 moest een leerling 20 fouten of minder maken (van in totaal 220 taal- en rekenopgaven). Bij deze score adviseren scholen het vwo-niveau. Deze leerlingen scoren dan een A+ score of een I+ score.