Gebruik 'na' wanneer het over tijd gaat.En gebruik 'naar' wanneer het over een afstand gaat of wanneer je spreekt over iets dat vervelend is. Ik kom na het werk koffie drinken (tijd), Ik loop naar de bibliotheek (afstand), Dit is een naar verhaal (vervelend).
En 'naar' betekent ook 'volgens' of 'zoals': 'naar mijn mening' en 'naar aanleiding van'. 'Na' is het tegenovergestelde van 'voor': 'voor de koffie'/'na de koffie'. En het betekent ook 'nabij': mijn moeder ligt mij na aan het hart. Ah, wat zoet.
Na betekent 'later dan', 'in tijd of ruimte volgend op'. Het is het tegenovergestelde van voor. Met na kun je dus zeggen dat iets later gebeurt dan iets anders, of dat iets of iemand achter iets of iemand anders aan komt.
'Is' wordt vaak gebruikt in plaats van 'eens'. Bijvoorbeeld in de zin 'ik moet maar is naar huis'. Dat klopt niet, want 'is' kun je alleen gebruiken als vervoeging van het werkwoord zijn. 'Ik moet maar 'ns naar huis' mag dan weer wel.
In het kort
Gebruik 'na' wanneer het over tijd gaat. En gebruik 'naar' wanneer het over een afstand gaat of wanneer je spreekt over iets dat vervelend is.
Hij wilt geldt echt als een fout, ook al komt het vaak voor. Het is bijvoorbeeld ook zij wil, men wil, Eva wil, iedereen wil en de klant wil. De derde persoon enkelvoud is bij willen dus anders dan bij bijna alle andere werkwoorden, bijvoorbeeld wensen en hopen.
als synoniem van een ander trefwoord: mijns inziens (bw) : naar mijn mening, volgens mij.
Weleens en wel eens zijn allebei correct in de betekenissen 'soms', 'ooit, wel een keer', 'heel graag'. Een kleine vonk ontsteekt weleens / wel eens een grote brand. Iedereen heeft weleens / wel eens wat gestolen.
1eens (bijwoord) 1één keer2(+ niet) zelfs niet: hij kan niet eens lezen3tweemaal: eens zo groot 2eens (bijvoeglijk naamwoord) 1van dezelfde mening: het eens zijn met iem., iets 3eens (bijwoord) 1in het verleden; = ooit: er was eens2in de toekomst; = ooit: eens zal het je spijten; (voor) eens en voor altijd voorgoed3 ...
Omstandigheden zijn al of niet tijdelijke situaties die ergens verband mee houden.
Je komt deze woorden vaak tegen in brieven, bijvoorbeeld in een sollicitatiebrief: Naar aanleiding van uw advertentie… De afgekorte vorm is: n.a.v. (met drie punten).
Juist is: 'Die heeft te veel gegeten. ' Als te veel 'meer dan nodig' betekent, staat er een spatie tussen te en veel. Als het teveel 'het overschot' betekent, is het wél één woord.
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.
Zoveel en zo veel zijn allebei correct als zoveel kan worden vervangen door 'veel' of 'zo weinig'. Als in dat geval zo met een sterke klemtoon wordt uitgesproken en zo en veel dus allebei nadruk krijgen, is het gewoon om zo veel in twee woorden te schrijven.
afschuwelijk, beangstigend, ellendig, eng, griezelig, ijselijk, ijzingwekkend, irritant, luguber, macaber, naar, naargeestig, onaangenaam, onguur, onheilspellend, unheimisch, verschrikkelijk, vervelend, vreselijk.
Onder het optiekbedrijf wordt verstaan het bedrijf van het aanmeten van visuele hulpmiddelen, met inbegrip van het doen van subjectieve of objectieve metingen van de ogen of het onderzoeken van de ogen op abnormaliteiten.
Ik hou en ik houd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik hou de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Zij is de vrouw van wie ik hou / ik houd.
De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct. Bij de meeste werkwoorden bestaat de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd uit de stam + de uitgang -t: hij vindt, hij racet, ze bevestigt, ze deletet, het hagelt, het sneeuwt.
Wat is juist: u hebt of u heeft? Het is allebei goed. U heeft komt iets vaker voor, maar in ons tijdschrift Onze Taal, en op deze website, gebruiken wij de vorm u hebt.
Tekort, aaneengeschreven, is een zelfstandig naamwoord met als betekenis 'hoeveelheid die ontbreekt, nadelig saldo'. U kunt er een lidwoord voor zetten: een tekort, het tekort. Het tegengestelde van het tekort is het teveel. Er is ook een groot tekort aan huisartsen.
De correcte spelling is zo nodig, in twee woorden.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
naar aanleiding van
`Ik schrijf u n.a.v. uw oproep voor nieuwe collectanten.