Het woord 'nadat' beschrijft altijd iets wat voltooid is. Immers: er gebeurde iets 'na dat' er iets anders was gebeurd. Een paar voorbeelden: Goed: nadat we waren ingestapt ging de trein rijden.
Als je in de rompzin een tegenwoordige tijd gebruikt, komt er na 'nadat' een voltooid tegenwoordige tijd. Gebruik je in de rompzin een verleden tijd, dan komt er na 'nadat' een voltooid verleden tijd. Staat de rompzin in de voltooid tegenwoordige tijd, dan komt er een voltooid verleden tijd na 'nadat'.
Als de hoofdzin in de verleden tijd staat en de bijzin iets uitdrukt wat nog altijd geldt of kan gelden, kan in de bijzin zowel de verleden tijd als de tegenwoordige tijd gebruikt worden.
De voltooid verleden tijd (VVT of plusquamperfectum) is een vorm van de verleden tijd die meestal bestaat uit een onderwerp, een hulpwerkwoord in de onvoltooid verleden tijd en een voltooid deelwoord.
Ik heb gezegd dat hij dat niet moest doen. Maar: Ik had het gedaan als ik jou was. Je kan niet zeggen: ik heb het gedaan als ik jou was. En dan heb je ook nog: Ik zou het gedaan hebben als ik jou was.
De medeklinkers uit 't kofschip, dus de t, k, f, s, ch en p, helpen te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang -te of -de krijgt in de verleden tijd. De uitgang -te wordt toegevoegd aan werkwoorden waarvan de stam (= het hele werkwoord zonder de uitgang -en) eindigt op een van die medeklinkers uit 't kofschip.
Standaardtaal is voer. Vaarde wordt soms wel gebruikt, maar het is geen standaardtaal.
Bepaald of onbepaald zelfstandig naamwoord
Het woord 'dat' wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord. Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen 'wat'. Dit leidt bijvoorbeeld tot de volgende zinnen: Het boek dat hij heeft gekocht, heeft een blauwe kaft.
Ik zou een auto kopen, maar ik heb het niet gedaan. Jij zou het cadeau voor Jacob kopen. Hij zou hier om 17:00 zijn, maar hij is er niet. Petra zou de afwas doen.
In zinnen met omdat staat het werkwoord achteraan: – Jij doet een jas aan, omdat de winter koud is. In zinnen met daarom komt er na daarom een inversie/omdraaiing: De winter is koud, daarom doe jij een jas aan.
De regel luidt nu: gebruik omdat voor reden (eerste voorbeeldzin) én wanneer geen speciaal onderscheid vereist is tussen reden en oorzaak (tweede zin). Gebruik doordat voor oorzaak (derde voorbeeldzin).
Daarom geeft een reden aan; daardoor wijst op een oorzaak. In de praktijk echter wordt daarom voor zowel redenen als oorzaken gebruikt.
Als de laatste letter van de stam van het werkwoord een medeklinker is en in 't kofschip zit, krijgt het voltooid deelwoord een t als uitgang. Zit de laatste letter van de stam niet in 't kofschip of is dit een klinker, dan krijgt het voltooid deelwoord een d als uitgang.
Een woord eindigt dus op dt als de ik-vorm op een d eindigt en de hoofdpersoon een extra t verdient, net als bij 'hij loopt'. Maar let op: 'je' erachter zegt niet alles! Veel mensen denken: als 'je' achter het werkwoord staat, krijgt het werkwoord geen t. Dat is niet altijd juist.
Voltooid deelwoord
Een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen. Een sterk werkwoord is sterk genoeg om van klank te veranderen.
Werkwoord "verdelen" - Nederlandse werkwoorden - bab.la werkwoordenvervoeger.
In de voltooide tijd staat altijd een voltooid deelwoord: een werkwoordsvorm als gelezen of gewerkt. Doorgaans staat er ook een hulpwerkwoord bij: een vervoegde vorm van hebben of zijn. Ik heb een goed boek gelezen. Het voltooid deelwoord is hier gelezen.
Het belangrijkste verschil tussen deze twee is dat een onvoltooid verleden tijd vooral als verhalende beschrijving fungeert, zoals woonde, had en verhuisde in (1), en de voltooid tegenwoordige tijd vooral losse feiten benoemt, zoals heeft gewoond in (2).