Je intelligentie verhogen is altijd mogelijk.
Hoewel het waar is dat we worden geboren met een zekere genetische aanleg, die ervoor zorgt dat we de neiging hebben om meer of minder intelligent te zijn, staat het ook vast dat de hersenen een orgaan zijn van grote flexibiliteit.
Je IQ of intelligentieniveau is niet aangeboren en ligt dus niet vast bij je geboorte. Overigens is het meten van IQ niet hetzelfde als het meten van intelligentie of slimheid. IQ testen meten vooral abstracte logica.
Wil je als man een slim kind? Dan is het zaak om een intelligente moeder te vinden. Intelligentie hebben kinderen namelijk vooral te danken aan de genen die zij van hun moeder hebben geërfd. Dit blijkt uit een recent onderzoek gepubliceerd in Psychology Spot, waarover Ouders van Nu schrijft.
Slimme mensen storen zich niet aan zulke dooddoeners, maar stellen zich open op. Ze luisteren ze aan en zien ze als startpunt van een gedachte. Ze passen altijd een inductieve manier van denken toe. Ze ontleden uitspraken door vervolgvragen te stellen en conclusies uit af te leiden.
Slimme mensen praten hardop tegen zichzelf
Uit studies blijkt dat als je tegen jezelf praat je problemen verduidelijkt en daardoor sneller met een oplossing komt. Dus mensen die maar wat lopen te brabbelen zijn wellicht minder stom dan je denkt. Ze zijn door hardop te denken bezig om problemen of ideeën vorm te geven.
Lager IQ door stress en nog veel meer
Stress heeft enorme gevolgen voor ons gedrag. Onderzoek laat zien dat de sterke focus van ons brein op de stressor er zelfs voor kan zorgen dat we 13 punten lager scoren op een IQ-test.
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Doorgaans wordt een IQ dat tussen de 85 en de 115 ligt gezien als een normaal of gemiddeld IQ. Een IQ dat hoger is dan 115 wordt gezien als een bovengemiddeld IQ. Bij een IQ van 130 of hoger is er sprake van hoogbegaafdheid. Wanneer het IQ lager is dan 85, dan is er sprake van zwakbegaafdheid.
Intelligentie is een mentale eigenschap met veel verschillende functies zoals de mogelijkheid overeenkomsten en verschillen op te merken in waarnemingen, zich in de ruimte te oriënteren, te redeneren, plannen te maken, problemen te doorgronden en op te lossen, in abstracties te denken, ideeën en taal te begrijpen en te ...
Intelligent is wat je in aanleg kunt, een indicatie van je verstandelijke vermogens. Slim is wat je doet ; het gebruiken van je verstandelijke vermogens.
Je genen spelen een belangrijke rol bij de vraag of jij de eigenaar van zo'n slim brein bent of niet. Hoe groot die rol is, daar zijn wetenschappers nog niet uit. De schattingen lopen uiteen van veertig tot zelfs negentig procent. Ook welke genen precies zorgen voor intelligentie, is nog grotendeels onbekend.
Het zijnsluik hoogbegaafdheid geeft aan dat de volgende (karakter)eigenschappen bij veel hoogbegaafden aanwezig zijn: een hoog rechtvaardigheidsgevoel, perfectionisme, een kritische instelling en een vorm van hooggevoeligheid. Hoogbegaafden hebben vaak een hoog rechtvaardigheidsgevoel.
De simpelste manier om te testen of je hoogbegaafd of hoogintelligent bent of niet, is het maken van een goede intelligentietest. Uit zo'n test rolt dan een IQ-score en wanneer die dan 132, 135, 140 of hoger is (afhankelijk van het type test), kun je ervan opaan dat je hoogintelligent bent.
Om precies te zijn zouden we maar 10 procent van onze hersencapaciteit benutten. Dat suggereert dat het grootste deel van ons brein maar wat ligt te verstoffen. En dus dat we nog veel slimmer kunnen worden, als we die andere 90 procent weten te trainen.
Deze studies hebben uitgewezen dat ongeveer 70% van het IQ erfelijk is en dat ongeveer 30% door omgevingsfactoren wordt bepaald."
Je doet wat puzzeltjes en rekensommen, en vervolgens wordt beoordeeld hoeveel je er goed hebt binnen de tijd. Daarbij gaat het vooral om ruimtelijk inzicht en logisch kunnen redeneren. Het resultaat daarvan wordt omgerekend naar een IQ-score.
Uit tweelingenonderzoek blijkt dat intelligentie voor ongeveer 55% erfelijk is bepaald. Deze genetische component bepaalt de bovengrens van je intelligentie, dat wil zeggen de maximale intelligentie die je kunt bereiken. De omgeving zorgt ervoor of je dit maximale niveau ook bereikt.
In theorie is een IQ score van 1 de laagst mogelijke score, echter is dit niet meetbaar met een IQ test. Het gemiddelde IQ van de mens ligt tussen de 85 en 115. Hoe verder je van het gemiddelde IQ afwijkt des te lastiger het wordt om je IQ door middel van een intelligentietest vast te stellen.