U kunt die vorm vinden door de zin aan te vullen met een werkwoordsvorm. Bijvoorbeeld: Jij bent groter dan ik (ben), en niet Jij bent groter dan mij* (ben). Jij bent groter dan ik. Hij heeft een grotere schoenmaat dan ik.
In sommige gevallen is zowel ik als mij mogelijk na dan, maar dan is er een betekenisverschil. Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct.
Wat is juist: 'Het gaat tussen John en ik' of 'Het gaat tussen John en mij'? 'Het gaat tussen John en mij' is goed. Tussen is een voorzetsel.
Ik is de onderwerpsvorm van de eerste persoon enkelvoud.Die wordt gebruikt als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult.Mij (of me) is de voorwerpsvorm.
Dan is dan mij, dan jou, dan hem/haar, dan ons, dan hen of dan hun goed. Bijvoorbeeld: Ik nodig hem liever uit dan jou.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.
Als je het volledig zou uitschrijven, zeg je: 'Hij is groter dan ik ben' of 'Zij werkt harder dan ik werk'. Veel mensen zeggen 'dan mij', vooral in de spreektaal, maar grammaticaal klopt dit niet. 'Mij' is een voorwerpsvorm en hoort dus niet thuis in een vergelijking die betrekking heeft op het onderwerp van de zin.
De persoonlijke voornaamwoorden ik, mij, wij en ons komen daarom bij voorkeur aan het einde van de nevenschikking. Bij ik en mij is die voorkeur het sterkst. Sara, Piet en ik doen niet mee aan de wedstrijd. Die cadeautjes zijn voor jou en mij.
tintelingen of een doof gevoel. een droge mond, misselijkheid, maagklachten, braken of diarree;hoofdpijn, rood worden, flauwvallen. het gevoel niet meer te weten wie of waar je bent.
De regel voor wanneer je die moet gebruiken is eigenlijk heel simpel. Waar je "me" zou zeggen, zeg je "…and me"; waar je "I" zou zeggen, zeg je "…and I." Dus "I take a picture" en "My friends and I take a picture"; "Take a picture of me" en "Take a picture of my friends and me."
Me is de onbenadrukte vorm van mij, zoals in “ik heb me vergist” en is nooit een bezittelijk voornaamwoord. Informele bezittelijke voornaamwoorden, zoals “m'n”, gebruik je nooit in academische teksten. “Mij” mag alleen gebruikt worden als er een voorzetsel voor staat: “dit onderzoek is van mij”.
Het woord 'dat' wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord.Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen 'wat'.
In geschreven Engels, met name in een formeel document zoals een zakelijke brief of een schoolopdracht, geloven de meeste moedertaalsprekers dat de subjectpronomina I, he, she, we en they correct zijn na than. Daarom is het veiliger om " beter dan I " te gebruiken als u opgeleid en correct wilt klinken.
In gesproken taal wordt vaak als gebruikt in plaats van dan. Hoewel groter als door velen niet meer wordt afgekeurd, is groter dan nog steeds verzorgder, zeker in geschreven taal.
meer weten dan iemand anders omdat je meer ervaring en vaardigheden hebt : Ze dachten dat het schilderij nep was, maar Shackleton wist wel beter.
Mijzelf (of mezelf) is de voorwerpsvorm.
Twijfel tussen ikzelf en mijzelf is mogelijk na dan, als en zoals. In de meeste van die gevallen is het aan te bevelen om de vorm ikzelf te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist.
Wanneer iets of iemand vervangen wordt door iets of iemand anders, kan in de plaats van of in plaats van gebruikt worden. In plaats van klinkt in deze betekenis meestal gewoner dan in de plaats van. Wanneer bedoeld wordt 'niet het een maar het ander', is alleen in plaats van gebruikelijk.
De voegwoorden van vergelijking als (na de stellende trap) en dan (na de vergrotende trap) staan in veel gevallen voor een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord (zo dom als een ezel, het hemd is nader dan de rok). Ze worden daardoor ook wel opgevat als voorzetsels.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is hij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is hem correct.
Wanneer gebruik je dan en wanneer als? Dan komt na een vergrotende trap en na anders en ander(e): groter dan, kleiner dan, anders dan. Als komt na vergelijkingen met zo en even: zo groot als, even klein als.
Kort samengevat: Na een gelijkheid (stellende trap) schrijf je als. Na een ongelijkheid (vergrotende trap) schrijf je dan. Maak de zin langer om te horen welk persoonlijk voornaamwoord achter als of dan komt.
Volgens de grammatica gebruik je na een vergrotende trap (bijvoorbeeld: beter, groter, meer) het woordje 'dan'. Zij doet het beter dan haar broer.
De correcte vorm is kleiner dan. Het gaat hier om een vergelijking met een vergrotende trap (kleiner), waardoor je “dan” moet gebruiken.