Een persoonlijk voornaamwoord is bijvoorbeeld ik, jij, hij of zij. Als het een werkwoord is, is zei met een ei.Is het een persoonlijk voornaamwoord?Dan is zij altijd met een ij.
Zei is de verleden tijd van zeggen. Letterlijk: "zegde".
Zij definities
naamw. (m./v.) Uitspraak: [zɛi] Verbuigingen: zij|den (meerv.) zijkant van je lichaam Voorbeeld: `steken in je zij voelen als je hardgelopen hebt` II zij pronoun Uitspraak: [zɛi] 1) <dit zeg je als je ...
De regel voor het gebruik van hun of zij is als volgt: Je gebruikt zij als het in de zin de persoonsvorm is. Je gebruikt hun als het in de zin het meewerkend voorwerp is. Zij gaan morgen met het hele team naar een restaurant.
Wat er ook van zij, bekende Vlamingen hebben ook weleens problemen met hun profiel. √ Hoe dan ook, bekende Vlamingen hebben ook weleens problemen met hun profiel. Volgens Van Dale is wat er ook van zij (een letterlijke vertaling van quoi qu'il en soit) geen standaardtaal. Ook goed: hoe het ook zij.
Ik erger me er een beetje aan, want "wat zei je" is toch het meest correct Nederlands want in verleden tijd. De woorden die je niet verstond zijn uitgesproken (gezegd) op het moment dat je vraagt "wat zeg/zei je?"
als synoniem van een ander trefwoord: hoe dan ook (bw) : hoe het ook zij.
Veel mensen vinden een zin als 'Hun hebben dat gedaan' een ernstige en lelijke fout, niet alleen in de schrijftaal, maar ook in de spreektaal. 'Zij hebben dat gedaan' is wél juist. Als er minder nadruk op de genoemde personen ligt, is ze heel gebruikelijk: 'Ze hebben dat allang gedaan. '
De juiste spelling is: Ik heb jou jouw auto zien parkeren. Jou is een persoonlijk voornaamwoord, jouw is een bezittelijk voornaamwoord.
Gebruik hun als het een meewerkend, belanghebbend of bezittend voorwerp zonder voorzetsel, of een ondervindend voorwerp is. Gebruik hen als het een lijdend voorwerp of oorzakelijk voorwerp is. Gebruik hen na een voorzetsel, welke grammaticale functie het ook heeft.
Zijde is in verschillende betekenissen een synoniem van kant. Kant is daarbij telkens het gebruikelijkste woord, zowel in gesproken als geschreven taal. Zijde is een formeler woord. Je kunt het probleem van verschillende kanten bekijken.
De 'volle' onderwerpsvorm van het persoonlijk voornaamwoord van de derde persoon meervoud zij kan alleen op personen betrekking hebben. Voor de verwijzing naar niet-personen kan alleen de gereduceerde vorm ze worden gebruikt, zowel in gesproken als geschreven taal.
Zij, met als onbeklemtoonde nevenvorm ze, is in het Standaardnederlands het persoonlijk voornaamwoord van zowel de derde persoon enkelvoud vrouwelijk als de derde persoon meervoud voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig.
en dergelijke, en zo meer, enzovoort, enzovoorts, et cetera.
De meest gebruikelijke vorm van het werkwoord zeggen in de verleden tijd is in de standaardtaal in het hele taalgebied zei(den). Daarnaast komt in de standaardtaal in België ook de vorm zegde(n) voor, al wordt die vorm er veel minder gebruikt. Voor veel Nederlanders klinkt zegde(n) verouderd.
hoe het ook zij. als synoniem van een ander trefwoord: desondanks (bw) : afgezien daarvan, dat daargelaten, desalniettemin, evenwel, hoe dan ook, niettemin, nochtans, ondanks alles, ondanks dat, toch.
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.
Jouw = 'van jou'
Jouw duidt altijd bezit aan, bijvoorbeeld: Ik heb het jouw moeder als eerste gevraagd. (de moeder van jou) Jouw presentatie was het best.
Jij is goed als er nadruk op ligt: 'Niet ik, maar jij zou het doen! ' Je is het minder nadrukkelijke alternatief: 'Het lukt wel, maar je mag altijd helpen. ' Je kan ook 'men', 'jou' of 'jouw' betekenen. Je en jij kunnen als onderwerpsvorm meestal door elkaar heen gebruikt worden.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
In een zin als 'U en uw partner zijn welkom om 15.00 uur' is u en uw partner juist. In de zin 'U en uw partner zijn welkom om 15.00 uur' is u een persoonlijk voornaamwoord en uw een bezittelijk voornaamwoord. Uw betekent 'van u'. U en uw partner betekent dus 'u en de partner van u'.
Als gebruiken we na de woorden even, (net) zo, evenveel, (net) zoveel, hetzelfde en dezelfde. De combinaties met dan drukken een ongelijkheid uit, die met als een gelijkheid. Dan wordt ook gebruikt na niets en niemand als het woord anders er niet achter staat, maar er wel bij gedacht kan worden.
Doorgaans wordt hetzij gebruikt om woorden of woordgroepen met elkaar te verbinden die samen een alternatief of een regelrechte tegenstelling vormen: 'We komen hetzij morgen, hetzij overmorgen'; 'Je moet hetzij koken, hetzij de afwas doen. ' Hetzij functioneert met andere woorden als een voegwoord.
Hoe het ook zij: ik heb in elk geval weer iemand om mijn geheimen mee te delen. Hoe het ook zij, ik was duidelijk in de war. Hoe het ook zij, hij onthield zich een bedankje te komen vragen.
'Ware het niet dat' betekent letterlijk 'als het niet zo was dat'. Je gebruikt 'ware het niet' doorgaans wanneer iets positiefs of wenselijks niet het geval is: 'het zou een mooi landhuis zijn, ware het niet dat er in de vorige eeuw een lelijke vleugel aan vastgebouwd is'.