Zowel het enige wat als het enige dat is correct als het enige niet verwijst naar iets specifieks, maar naar iets in algemene zin. Wat is dan het gebruikelijkst. Dat is het enige wat / dat ik wil zeggen.
Het betrekkelijk voornaamwoord dat wordt gebruikt om te verwijzen naar enkelvoudige het-woorden. In de spreektaal wordt, vooral in Nederland, ook wat gebruikt om te verwijzen naar enkelvoudige het-woorden, maar dat is niet voor iedereen aanvaardbaar. Heb jij het boek dat ik gekocht heb, al gelezen?
Enig en enige zijn allebei correct vóór de bijvoeglijke naamwoorden juist, correct, goed (in de betekenis 'correct'), mogelijk of een bijvoeglijk naamwoord op -baar (denkbaar, toepasbaar enzovoort). De combinatie met enige is het gebruikelijkst. Er is geen betekenisverschil, maar wel een grammaticaal verschil.
Wanneer het antecedent geen specifieke zelfstandigheid aanduidt, maar iets in het algemeen (bijvoorbeeld 'hoe dan ook het beste, het beste überhaupt'), is het betrekkelijk voornaamwoord wat het gebruikelijkst.
Bij onzijdige woorden gebruik je altijd het lidwoord “het” of “een”. “Deskresearch” is mannelijk (m) en “originaliteit” is vrouwelijk (v). Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen altijd “de” of “een” als lidwoord. Er zijn ook woorden die zowel mannelijk als vrouwelijk zijn, zoals “vlag”.
Is het de of het tikkie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de tikkie.
(En: De meisjes die …) Over het algemeen geldt dat het betrekkelijk voornaamwoord die naar de-woorden verwijst en dat naar het-woorden. EZELSBRUGGETJE: Een slim trucje is om te kijken of de laatste letters overeenkomen: het meisje dat, de jongen die.
Het mooist en het mooiste zijn allebei correct als bijwoordelijke bepaling. Het mooist komt meer voor in geschreven taal, het mooiste in gesproken taal. Het mooist / het mooiste van al is dat ik het niet zelf hoef te doen! Dat schilderijtje links vind ik het mooist / het mooiste.
Zowel het mooiste wat als het mooiste dat is correct als het mooiste niet verwijst naar iets specifieks, maar naar iets in algemene zin. Wat is dan het gebruikelijkst. Dat is het mooiste wat / dat ons kon overkomen. Dat is het mooiste wat / dat ik ooit gezien heb.
1) Wanneer het woord volgt op een onbepaald woord, bijvoorbeeld iets, niets en alles: 'Huilen is iets wat/dat ik nooit zou doen. ' 2) Wanneer het woord volgt op een rangtelwoord, bijvoorbeeld eerste en tweede: 'Het eerste wat/dat ik wil vertellen …'
Wat is juist: enig kind of enigst kind? In formele taal wordt alleen enig kind gebruikt. In informeel taalgebruik komt ook enigst kind veel voor. Enig kind en enigst kind komen allebei voor in de betekenis 'kind zonder broers of zussen'.
Enig(e) en enkel(e) zijn onbepaalde voornaamwoorden.
Duidelijke verwijzing
Je kunt verwijzen naar een zelfstandig naamwoord waar het bij hoort: het/een boek, het/een paard, het/een idee, het/een gevoel. Dan is het dat. Een gevoel dat blijft hangen. Het boek dat in je koffer zit.
Het gebruik van wat is hier geen grote fout, maar wel een kleine slordigheid. Volgens de (schrijf)taalnorm moet je je namelijk houden aan de regel dat je naar het onzijdige zelfstandig naamwoord boek (een het-woord) verwijst met het betrekkelijk voornaamwoord dat.
Zowel alles wat als alles dat is correct. Veel taalgebruikers hebben in combinatie met alles en al een voorkeur voor wat. Dat is alles wat / dat ik voor jou kan doen. Dat is al wat / dat er is.
In het Standaardnederlands is alleen hij wil juist. Hij wilt geldt echt als een fout, ook al komt het vaak voor. Het is bijvoorbeeld ook zij wil, men wil, Eva wil, iedereen wil en de klant wil. De derde persoon enkelvoud is bij willen dus anders dan bij bijna alle andere werkwoorden, bijvoorbeeld wensen en hopen.
Je gebruikt meestal 'wat' als het woord volgt op een onbepaald woord (iets, niets, het enige, datgene) of een bijvoeglijk naamwoord dat zelfstandig wordt gebruikt (het mooie, het leukste, het bijzondere) of als het woord verwijst naar een rangtelwoord (het eerste). Je kunt hier ook 'dat' gebruiken.
Antwoord. Correct is: het boek dat je voorleest. Naar een het-woord wordt met dat verwezen.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Op nummer 1 in de lijst staat Indonesië: dankzij de 17.000 eilanden, 50.000 kilometer aan kustlijn en meer dan 50.000 vierkante kilometer koraalrif, wint Indonesië het met een eindstand van 7,77.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Bepaal eerst de stam van het werkwoord (dit is het hele werkwoord zonder de uitgang -en), in dit geval dus 'lunch'. Eindigt deze (of strikt genomen: de klank hiervan) op een van de medeklinkers die voorkomen in 't kofschip (t, k, f, s, ch, of p)? Dan schrijf je verleden tijd en voltooid deelwoord met een t.
Juist is: wat vindt u van de nieuwe minister? In deze zin is u het onderwerp. U is een persoonlijk voornaamwoord, de beleefdheidsvorm van de tweede persoon enkelvoud. In de tweede persoon enkelvoud komt er een t achter de stam (vind).