'Van jou' is een bezittelijke term, het word dus net als 'jouw' gebruikt om bezit aan te duiden, zoals: 'Is die tas van jou? '. Een handig ezelsbruggetje is het woord 'jou', 'jouw' of 'van jou' te vervangen met 'u' of 'uw'. Als er bij de 'u' een 'w' achter komt, is dat bij 'jou' ook het geval!
Ezelsbruggetje: jouw of jou
Als je het kunt vervangen door het persoonlijk voornaamwoord “hem”, is het “jou”. Als je het kunt vervangen door het bezittelijk naamwoord “zijn”, is het “jouw”.
Twijfelt u tussen jou en jouw, dan kunt u de vormen het best vervangen door u en uw. Bij die vormen kunt u bij een zorgvuldige uitspraak horen of er een w is of niet. Bent u ook bij u en uw nog niet helemaal zeker, gebruik dan hem en zijn.
'Jouw' (4 letters, wel een w) is een bezittelijk voornaamwoord en verwijst dus naar bezit: 'ik heb jouw fiets geleend'. 'Jou' (3 letters, geen w) is een persoonlijk voornaamwoord en verwijst naar een persoon: 'Ik heb jou zien fietsen'.
Jouw dag is correct.
Wanneer je verwijst naar een bezit (bezittelijk voornaamwoord), gebruik je 'jouw'. Wanneer je verwijst naar een persoon (persoonlijk voornaamwoord), gebruik je 'jou'.
In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, groter) + dan de vorm jij te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist.
Het woord 'jouw' is een bezittelijk voornaamwoord, het woord 'jou' is een persoonlijk voornaamwoord. Er is echter wel een twist bij het gebruik van 'jou' of 'jouw'. Je kan namelijk het woord 'jou' ook als bezittelijk gebruiken, met de toevoeging 'van'. 'Van jou' en 'jouw' hebben dezelfde betekenis.
“Jou moeder kan niet koken”
'Jou' is namelijk een persoonlijk voornaamwoord. Het verwijst naar iets, een persoon in dit geval. Zo kun je dus zeggen: “Ik vind jou een lekker ding”. Maar wil je iets zeggen over een bezit, gebruik je 'jouw'.
Ja, 'je reactie' is ook correct. Dat komt omdat je 'je' als persoonlijk én als bezittelijk voornaamwoord kunt gebruiken. 'Jouw' gebruik je vooral als je de nadruk op het bezit wilt leggen. Als er geen speciale nadruk nodig is, dan wordt in de praktijk vaker voor 'je' dan voor 'jouw' gekozen.
Jouw is een bezittelijk voornaamwoord. Jouw kan worden vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld door mijn of zijn. Wat is jouw naam?, zoals Wat is mijn naam? Dat is jouw boek, jouw zaak, jouw zus, zoals Dat is zijn boek, zijn zaak, zijn zus.
Jouw is een bezittelijk voornaamwoord (net zoals mijn, uw, zijn, haar, onze) en geeft altijd een bezit aan. Het betekent dus 'van jou', zoals: Jouw eerste les vindt plaats op 13 mei 2020.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.
Redacteur Hans de Groot geeft elke twee weken Van Dale taaltips. Deze keer de vraag: Is het 'ik hou van jou' of 'ik houd van jou'? In de uitspraak valt de d vrijwel altijd weg en is het dus ik hou van jou.
Beide zijn goed, maar er is wel een zeker verschil in stijl. Het verschil zit 'm in de stijl: je kan is informeler en meer spreektaal. Bij het schrijven kun je beter kiezen voor je kunt. Tegenwoordig kom je in teksten steeds vaker de informele vorm je kan tegen.
Voor het onderwerp van een zin kunnen we zowel je als jij gebruiken. Het is aan te bevelen om daarvoor zo veel mogelijk de gereduceerde vorm je te gebruiken. Overmatig gebruik van de volle vorm jij maakt zowel gesproken als geschreven taal onnatuurlijk.
Jouw – mét een W – schrijven we alleen zo als het woord zelf meteen ook het bezit aangeeft. Andere bezittelijke voornaamwoorden zijn: mijn, uw, zijn, haar, ons/onze, jullie en hun. Ook bij het woord jou – zonder de W – kan er sprake zijn van bezit: De hond van jou is daar een goed voorbeeld van.
U en jou gebruik je dus als je verwijst naar personen.Uw en jouw gebruik je als je verwijst naar iemands bezit. Lees maar mee met de volgende voorbeelden: Je plus-one is bij jou thuis en jullie willen bijna vertrekken naar het feestje van Melanie.
De correcte spelling is jouw naam.
De correcte vorm is bij jou thuis.
'Is dit jouw jas of iemand anders jas? ' Is dit goed gespeld? ! Nee, er ontbreekt een apostrof: iemand anders' jas is juist.
Je schrijft een 'w' als je 'u' combineert met een substantief.Het substantief staat direct achter 'uw'. Je schrijft dus een 'w' als je 'u' possessief gebruikt. Uw koffie staat klaar.
Wanneer gebruik je dan en wanneer als? Dan komt na een vergrotende trap en na anders en ander(e): groter dan, kleiner dan, anders dan.Als komt na vergelijkingen met zo en even: zo groot als, even klein als.
In gesproken taal wordt vaak als gebruikt in plaats van dan. Hoewel groter als door velen niet meer wordt afgekeurd, is groter dan nog steeds verzorgder, zeker in geschreven taal. Hij is ouder dan ik. Ze is veel energieker dan ik.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is zij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is haar correct.