Ik word en word ik zijn allebei zonder t. Als je de ik-vorm van een werkwoord vormt in de tegenwoordige tijd, voeg je geen t toe aan de stam. Het maakt niet uit of het onderwerp ik vóór of achter het werkwoord (de persoonsvorm) staat.
Als het gaat om de ik-vorm, schrijf je het werkwoord altijd alleen met een -d. De ik-vorm is namelijk (bijna) hetzelfde als de stam. Daarover vertellen we je verderop in dit artikel meer. Als het gaat om de hij-/zij- of het-vorm schrijf je -dt.
Soms willen we elkaar een opdracht geven door taal. Bijvoorbeeld als je wil dat een coach je iets uitlegt, kun je 'leg me dit uit' zeggen. In het Nederlands gebruiken we hiervoor de gebiedende wijs voor. In het enkelvoud heeft deze dezelfde vorm als de ik-vorm (zoals bij 'leg me dit uit').
De correcte vervoeging is je/jij wordt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Let op: je gebruikt alleen de ik-vorm als "je/jij" de hoofdpersoon is. Kijk bijvoorbeeld naar de zin: "Hij helpt je daarmee." Hier zie je dat er "je" achter het werkwoord staat, maar de hoofdpersoon is "Hij" in deze zin, dus schrijf je het werkwoord niet in de ik-vorm.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct. Die dubbele analyse is bijvoorbeeld mogelijk bij werkwoorden die een oordeel of waardering uitdrukken (zoals vinden, appreciëren, achten).
Eigenlijk is het heel simpel: je kan hier nooit 'dt' zien staan, want in de gebiedende wijs moet je nooit een 't' toevoegen. Als je toch zou twijfelen kan je altijd het werkwoord vervangen door een ander werkwoord. Maar soms (met wederkerige werkwoorden) staat er in een zin met gebiedende wijs toch een onderwerp.
De gebiedende wijs in het Engels wordt over het algemeen gebruikt om een bevel te geven, iemand aan te sporen iets te doen, een waarschuwing te geven of instructies te geven. Er zijn verschillende onderscheidende vormen van de gebiedende wijs in het Engels: bevestigend, ontkennend en vermanend , evenals de meer hartelijke manieren om een bevel uit te drukken.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Wanneer zeg je "It is me" It is me (of it's me) wordt beschouwd als een informele stijl. Tegenwoordig gebruiken de meeste native English speakers It is me in plaats van It is I. Me is meestal een objectpronomen.
Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t. Wanneer de laatste letter van de stam er niet in zit, schrijft je kind een -d.
D of t in de tegenwoordige tijd
– De ik-vorm is (bijna) gelijk aan de stam (hele werkwoord –en). – De jij/zij/hij/het-vorm is de ik-vorm +t. – De wij/zij-vorm is gelijk aan het hele werkwoord.
U is een Nederlands persoonlijk voornaamwoord in de tweede persoon.
Voltooid deelwoord = stam + d/t
Die bestaat uit een vorm van het hulpwerkwoord “zijn” of “hebben” en een voltooid deelwoord. De werkwoorden waarvan de werkwoordstam op een letter uit 't kofschip eindigt, krijgen een “t” erachter. Werkwoorden waarvan de stam niet op een letter uit 't kofschip eindigt, krijgen een “d”.
De gebiedende wijs van zich aanmelden is meld je aan of meld u aan. Als in een zin met een gebiedende of aansporende functie het onderwerp u uitgedrukt is, is de correcte spelling meldt u zich aan. Voor zich melden gelden dezelfde vormen.
Gebiedende wijs (imperatief)
De imperatief of gebiedende wijs wordt gebruikt om bevelen, aansporingen of verzoeken uit te drukken: 'Kom binnen', 'Ga zitten', 'Meld u aan'. De gewone gebiedende wijs is gelijk aan de eerste persoon enkelvoud van het werkwoord.
Uitleg eerste persoon enkelvoud (ik)
'Ik' is een persoonlijk voornaamwoord, net als 'jij' en 'wij'. Het is de eerste persoon enkelvoud.
Ik is in het Nederlands een persoonlijk voornaamwoord, in de regel gebruikt als de spreker uitsluitend zichzelf in de onderwerpsvorm wil aanduiden. De overeenkomende voorwerpsvorm is mij of me. De vorm wij is de meervoudige tegenhanger van ik.
Basis voor andere vormen
Die ik-vorm is de basis voor veel andere werkwoordsvormen. In de tegenwoordige tijd komt er bij de jij- en hij-vorm een t achter. In de verleden tijd van zwakke werkwoorden zet je de uitgang achter deze ik-vorm en ook bij het schrijven van het voltooid deelwoord gebruik je hem.
De stam is krab. De laatste letter is b. Deze letter staat niet in 't kofschip. Daarom schrijf je krabde.
Dt-fouten voorkomen met de smurfenregel
Een bekend ezelsbruggetje voor werkwoordspelling in de onvoltooid tegenwoordige tijd is de 'smurfenregel'. Het is eigenlijk heel simpel: vervang een werkwoord in de tegenwoordige tijd door een vorm van 'smurfen' en je hoort meteen of er een -t achter moet.