Voor wie geldt de vergunning? De omgevingsvergunning is, net als de milieuvergunning, zaaksgebonden. Dit betekent dat degene die het project uitvoert, de vergunninghouder is. Dit is ook degene die verantwoordelijk is voor de uitvoering, dus de eigenaar of opdrachtgever (artikel 2.25 Wabo).
'De omgevingsvergunning is een zaaksgebonden vergunning. De <<vergunninghouder>> is dus niet degene aan wie de vergunning ooit is verleend, maar degene die het project uitvoert waarop de vergunning betrekking heeft.
Verzoekt de gemeente u een omgevingsvergunning aan te vragen en doet u dit niet dan loopt u het risico dat de gemeente handhavend op zal treden en u zal sommeren de voorzieningen te verwijderen. Doet u dit niet, dan kan dit tot gevolg hebben dat de gemeente de aangebrachte voorzieningen laat verwijderen.
Kosten omgevingsvergunning
Bij bouwkosten tussen €50.000 – €300.000 kost een omgevingsvergunning gemiddeld 3,0 % van de bouwkosten (met meestal een minimum van € 2.000,00). En tussen € 200.000 – € 500.000 kost een omgevingsvergunning 2,0% van de bouwkosten (met meestal een minimum van € 5.000,00).
De gemeente berekent kosten voor het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag, ook als de vergunning uiteindelijk niet verleend wordt. Deze kosten noemen ze leges omgevingsvergunning.
De reguliere procedure mag 8 weken duren en kan éénmaal met 6 weken worden verlengd. De uitgebreide procedure mag 6 maanden duren en kan ook éénmaal met 6 weken worden verlengd. De procedure start na het indienen van de aanvraag in het omgevingsloket.
“Opdrachtgever moet ervoor zorgen dat alle vergunningen, ontheffingen en andere beschikkingen die noodzakelijk zijn om het werk uit te voeren tijdig zijn verkregen”.
De bouwvergunning is vanaf 1 oktober 2010 opgegaan in de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning vervangt een aantal vergunningen, waaronder de bouwvergunning, kapvergunning en sloopvergunning. De omgevingsvergunning is dus de nieuwe bouwvergunning.
De strafvordering: Bouwmisdrijf verjaart doorgaans na een periode van 5 jaar na het plegen van het laatste feit. Tijdens deze periode van 5 jaren kunnen daden gesteld worden die de termijn stuiten waarna een nieuw periode (eenmalige periode) van 5 jaar begint te lopen.
Om een vergunning aan te kunnen vragen, moet u dus een belanghebbende zijn. Daaraan voldoet u als uw belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Als een vergunning wordt aangevraagd, wordt in principe aangenomen dat de aanvrager een belanghebbende is bij het besluit.
Behandelprocedure. Tijdens de status In behandeling beoordeelt het bevoegd gezag de ingediende aanvraag. Wanneer een aanvraag bestaat uit een omgevingsvergunning en een watervergunning, hebben deze meestal een apart behandelend bevoegd gezag. U hoeft zelf alleen iets te doen als het bevoegd gezag daar om vraagt.
De wet biedt de mogelijkheid om de omgevingsvergunning in plaats van deze in zijn totaliteit te weigeren op verzoek van de aanvrager gedeeltelijk te verlenen, dus te verlenen voor de activiteiten waarvoor zij niet behoeft te worden geweigerd.
Bij (ver)bouwen controleert de Omgevingsdienst IJmond of dit volgens de regels verloopt. De omgevingsdienst controleert of er wordt gewerkt: volgens de omgevingsvergunning.
Aanvraag Omgevingsvergunning
U kunt de omgevingsvergunning aanvragen via de website van uw gemeente of via Omgevingsloket online. Dit geldt voor particulieren en bedrijven. Op deze site kunt u ook de vergunningcheck invullen om te zien of u een omgevingsvergunning nodig heeft.
Bezwaar of beroep tegen omgevingsvergunning
Is de omgevingsvergunning voor bouwen al verleend? Dan kunt u tot 6 weken na het verlenen van de vergunning bezwaar aantekenen bij de gemeente. De gemeente moet de vergunning dan heroverwegen.
Algemene regel. Volgens de algemene regel zijn de gemeenten (college van burgemeester en schepenen) bevoegd voor de afgifte van de stedenbouwkundige vergunning.
De omgevingsvergunning werd begin 2017 in het leven geroepen en is sinds 1 januari 2018 in alle steden en gemeenten geïntegreerd. Wie bouwt en/of bedrijfsactiviteiten uitvoert die hinder kunnen veroorzaken voor mens en milieu, moet een omgevingsvergunning hebben of heeft meldingsplicht.
Een omgevingsvergunning wordt getoetst op het bestemmingsplan, de bouwverordening, de welstand en het bouwbesluit. Als de plannen voldoen aan alle gestelde eisen, moet de gemeente de vergunning verlenen.
In de Bouwverordening is bepaald (en ook in de Algemene Wet Bestuursrecht) dat de Gemeente handhavend mag optreden. Slopen of bouwen zonder vergunning of in afwijking van de vergunning kan een strafbaar feit opleveren. De maximale straf is hechtenis van maximaal vier maanden of een geldboete van maximaal € 4.500,–.
Een omgevingsvergunning kun je zelf aanvragen via het Omgevingsloket.nl. In de praktijk wordt de vergunning echter vaak aangevraagd door jouw bouwadviseur of de architect.
De omgevingsvergunning gaat op grond van artikel 2.25, eerste lid van de Wabo, automatisch mee over. De omgevingsvergunning is namelijk zaaksgebonden en niet persoonsgebonden. Wel moet de vergunninghouder ten minste een maand voor de overgang een melding doen bij het bevoegd gezag (artikel 2.25, tweede lid, Wabo).
U vraagt de omgevingsvergunning aan via het online Omgevingsloket ((opent in nieuw venster)) (tenzij op papier indienen is toegestaan). Vervolgens wordt één openbaar onderzoek en één adviesronde georganiseerd.
Als iemand een omgevingsvergunning heeft aangevraagd waarvoor de uitgebreide procedure van de Wabo moet worden doorlopen, dan zal de gemeente een ontwerpbesluit ter inzage leggen. Als u het daar niet mee eens bent, kunt u een zienswijze indienen. De vergunning is dan nog niet verleend.
Op de aangevraagde omgevingsvergunning is nog niet besloten. Gedurende de reguliere voorbereidingsprocedure willen omwonenden de stukken inzien, het algemene beleid is dat de stukken dan nog niet (echt) openbaar zijn (de aanvraag is namelijk in behandeling). Men mag de stukken dus wel inzien, maar geen kopie maken.