150 watt is een inspanning die een getrainde fietser goed elke dag een uur kan volhouden. Van een uur 200 watt trappen wordt een goed getrainde fietser lekker moe.
Een gewone wielrenner zal dichter bij 175-200 watt zitten, wat betekent dat de topklimmers van deze Tour tijdens jouw worsteling naar boven bijna twee keer de Alpe zouden kunnen beklimmen in de tijd dat jij één beklimming doet.
Niet per sé. Het maakt wel verschil of jouw 10 kg extra spier- of vetmassa is. Als zwaardere renner hoef je bergop voor hetzelfde vermogen minder watt/kg te leveren. Die 200 watt is als je 80 kg weegt 'maar' 2.5 watt/kg.
Van een uur 200 watt trappen wordt een goed getrainde fietser lekker moe. En 250 watt trappen is voor een goed getrainde fietser voluit fietsen en net een uur vol te houden.
Voer de zwaarte op totdat je hartslag ligt tussen de 120-170 slagen. Het wattage is daarbij waarschijnlijk voor mannen 100 of 150 watt en voor vrouwen tussen 75 of 100 watt. Als de fietsergometer geen wattage aangeeft is het ook mogelijk te fietsen op kpm inspanning.
Om dit wat te kaderen volgend voorbeeld: als een gemiddelde wielertoerist over een rit een gemiddelde heeft van 180 watt, heeft hij een mooie inspanning geleverd. Bij de toprenners in Gent-Wevelgem heb ik gemiddelde waarden gezien die tot 320 à 340 watt gaan.
De laatste 10 minuten voorafgaand aan een fietssprint loopt het vermogen dat profwielrenners leveren op van ruim 300 W tot bijna 500 W op een minuut voor de sprint. Tijdens de sprint ligt het piekvermogen van de sprinters ongeveer rond de 1250 W waarbij de snelheid richting de 70 km/u gaat.
De Wattage is instelbaar per 5 Watt. Omdat het niveauverschil tussen bijvoorbeeld 35 & 40 Watt niet groot is, is het ideaal om je kracht, spieren & beweging terug op te bouwen. Zo kan je week na week verbeteren. Wie als eens heeft moeten revalideren zal al wel gehoord hebben dat je moet fietsen op 60 Watt.
Maximaal vermogen gaat vooruit met 33.8W of 0.25W/kg. Progressie ligt tussen de 0 en de 78W. Hieruit blijkt dat je als nieuweling heel veel progressie maakt in het fietsen, bijna 30W per jaar gemiddeld.
Tot slot levert de tweevoudig winnaar van De Ronde in de indrukwekkende eindsprint zijn maximale vermogen – niet geheel verrassend – van de hele wedstrijd: 1406 watt. Gedurende de 14 seconden die zijn sprint duurde, trapte hij gemiddeld 1.136 watt.
Om 20 km af te leggen op je fiets heb je onder normale omstandigheden 1 uur en 11 minuten nodig. Met wind tegen doe je over 20 km ongeveer 1 uur en 20 minuten, en met wind mee ongeveer 1 uur en 4 minuten. Op een elektrische fiets doe je 48 minuten over 20 km.
De e-bikes van VanMoof zijn al jaren in te stellen op een Europese of een Amerikaanse stand. In die laatste stand kunnen de elektrische fietsen van de ingebouwde elektromotor ondersteuning krijgen tot 32 km/u, wat in de VS is toegestaan. Maar in de Europese Unie geldt voor e-bikes een maximum van 25 km/u.
Een ligfiets is snel vanwege het kleine frontale oppervlak. Eentje waarop je goed achterover ligt is zo'n drie à zes kilometer per uur sneller dan een racefietser die diep in de beugels fietst. Wat ook helpt: draag geen wapperende kleding en beperk de omvang van fietstassen.
Ik woonde vroeger precies 10 km van school. Afhankelijk van hoe de wind stond of hoeveel zin ik had om door te trappen deed ik er 25 tot 35 minuten over. Gemiddeld een half uur dus.
De gemiddelde fietser: 28 km/u gemiddeld
In een groep zal het veel eenvoudiger zijn om een hogere gemiddelde snelheid te halen. Simpelweg omdat je regelmatig in het wiel kan bijkomen van jouw werk op kop. Met intervaltraining kun je ervoor zorgen dat jouw niveau en dus ook het gemiddelde omhoog gaat.
Vroemen heeft meerdere (olympische) topsporters onder zijn hoede en was als sportarts verbonden aan wielerploeg Roompot. Hij is tevens auteur van het boek Het geheim van wielrennen. Dumoulin zat op 6,2 watt, net als op het WK tijdrijden.
Vorig jaar reden de renners 3400 kilometer met een gemiddelde snelheid van ruim 41 kilometer per uur. Een amateurrenner is al blij als hij een rondje met dertig kilometer per uur gemiddeld thuiskomt.
Je kan eenvoudig je conditie opbouwen door de lengte van je ritten rustig op te voeren naar twee tot drie uur (en uiteindelijk zelfs langer!) en variatie aan te brengen. Wanneer je iedere rit rijdt met een constant tempo wordt je conditie op het begin wel iets beter, maar zal je na twee weken minder vooruitgang merken.
1 kilowatt = 1000 watt = 1000 joule per seconde = 1000 J/s = 1 kJ/s. Een paar voorbeelden van energie en vermogen: Een forse stofzuiger heeft soms een vermogen van 1 kW, ofwel 1000 Watt, en verbruikt dus per seconde 1000 joule.
Een Tour de France prof heeft ongeveer een FTP tussen de 5,5 Watt/kg en 6,5 Watt/kg (voor de klassementswinnaar). Een ongetraind iemand zit meestal tussen de 1,5 tot 2 Watt/kg bij mannen en 1,3 tot 1,7 Watt/kg bij vrouwen.
pijn in de bovenbuik, kaak, nek, rug of pijn tussen de schouderbladen. kortademigheid. misselijkheid en duizeligheid. onrustig gevoel, angst en snelle ademhaling.
Je kunt dus op twee manieren je wattage verhogen tijdens het fietsen: Meer omwentelingen maken (RPM verhogen). Dit noemen we ook wel cadans. Alternatief is om bij dezelfde omwentelingssnelheid meer weerstand toe te voegen en zodoende de kracht te vergroten waardoor je meer wattage levert.
Bij inspanning moet het hart harder werken. Het hart heeft daarbij meer behoefte aan energie en zuurstof. Daardoor worden afwijkingen beter zichtbaar. Met een inspanningstest kan beoordeeld worden hoe de doorbloeding van de hartspier is tijdens inspanning.