Je bent arbeidsongeschikt en ontvangt een ziekte-uitkering van 45 euro per dag. De adviserend arts geeft je de toelating om je activiteiten te hernemen gedurende 19 uur per week. Indien je deze activiteiten voltijds zou uitoefenen, zou je 38 uur per week werken.
Wie arbeidsongeschikt is, mag in principe niet werken. Toch kan iemand die een arbeidsongeschiktheid heeft van 66% en op invaliditeit staat van de mutualiteit, mits voorafgaandelijk akkoord van de adviserend geneesheer, de toelating krijgen om geleidelijk aan het werk te hernemen.
Je kan periodes van ziekte en invaliditeit gratis laten meetellen voor je pensioen (gelijkstelling). Hierdoor kan je een hoger pensioen krijgen.
Praat erover met je werkgever. Vraag een gedeeltelijke werkhervatting aan bij de adviserend-arts aan de hand van het aanvraagformulier. Je kan een aanvraag indienen voor je vroegere job, voor een zelfstandig bijberoep of zelfs voor een andere job. Doe dat ten minste 1 werkdag vóór je begint te werken.
Gedurende deze drie jaar en in het bijzonder tegen het einde ervan wordt de mate van invaliditeit definitief vastgesteld. Wordt de invaliditeit bevestigd als blijvend van aard te zijn, dan ontvangt de werknemer een pensioen tot aan diens pensioengerechtigde leeftijd.
De primaire arbeidsongeschiktheid duurt maximaal twaalf maanden. Ze begint vanaf de datum waarop de adviserend geneesheer van je ziekenfonds je arbeidsongeschiktheid goedkeurt. Wanneer je arbeidsongeschiktheid langer dan een jaar duurt, krijg je het statuut van invalide.
Het minimumbedrag is 53,78 EUR (maart 2022). Dat bedrag verlaagt echter tot 40 EUR omdat het minimumbedrag van uw uitkering uw brutodagloon van 40 EUR niet mag overschrijden. Vanaf de 1e dag van de 7e maand van uw arbeidsongeschiktheid zijn er minimumbedragen.
een inkomensgarantie voor ouderen (IGO); een gewaarborgd inkomen voor bejaarden; een tegemoetkoming als persoon met een handicap op basis van een blijvende arbeidsongeschiktheid van 65% (een aanvullende tegemoetkoming of een aanvullend leefloon); een tegemoetkoming voor hulp van derden.
Je ben werknemer of werkloos zonder gezinslast en je bent minstens 24 maanden arbeidsongeschikt op 31/12/2021: 739,80 euro. Je bent werknemer of werkloos met gezinslast en je bent minstens 24 maanden arbeidsongeschikt op 31/12/2021: 877,33 euro.
Bij de uitkeringen primaire arbeidsongeschiktheid wordt een bedrijfsvoorheffing van 11,11% afgehouden, bij de invaliditeitsuitkering wordt geen bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Als invalide persoon, moet je een blijvende arbeidsongeschiktheid van 66% aantonen. Daartoe leg je een van de volgende bewijsmiddelen voor: een attest van je verzekeringsinstelling waarin de invaliditeit wordt erkend.
Indien de arbeidsongeschiktheid van 66% is vastgesteld voor de leeftijd van 65 jaar, heb je recht: op een jaarlijkse vermindering op de personenbelasting (belasting op het loon). Je betaalt dus effectief minder personenbelasting. Dit zowel voor jezelf als voor een kind dat 66% invaliditeit heeft.
Bent u een arbeidsongeschikte werknemer of werkloze? Dan betaalt het ziekenfonds u 1 keer per jaar mogelijk een extraatje: de inhaalpremie, die u ontvangt bovenop uw uitkering.
U krijgt een ziekte- of invaliditeitsuitkering als u omwille van een ziekte of een ongeval niet meer kunt werken. Als u een ziekte- of invaliditeitsuitkering krijgt, maakt u eventueel ook aanspraak op de inhaalpremie voor langdurige arbeidsongeschiktheid. Dat is een jaarlijks bedrag dat u bovenop uw uitkering ontvangt.
Wanneer je ziekte langer duurt dan 1 jaar zal het ziekenfonds je dossier voorleggen aan het RIZIV om je eventueel een invaliditeitsuitkering toe te kennen. Op deze uitkering primaire arbeidsongeschiktheid (het eerste jaar arbeidsongeschiktheid) wordt bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Je kunt deeltijds blijven werken. De toelating kan slechts gegeven worden voor maximaal twee jaar. Wil je nadien verder blijven werken, moet je een nieuwe aanvraag indienen, uiterlijk op de laatste werkdag van de lopende toelating. Je moet meteen stoppen met werken.
Alleenstaanden: 60 procent van het brutoloon, met een minimum en een maximum die variëren naargelang het tijdstip waarop men arbeidsongeschikt werd. Samenwonenden: 60 procent van het brutoloon, met een minimum en een maximum die variëren naargelang het tijdstip waarop men arbeidsongeschikt werd.
Na het eerste jaar arbeidsongeschiktheid ontvang je een "invaliditeitsuitkering". Daarop gebeurt geen voorheffing voor de belastingen. Dat betekent jammer genoeg niet dat je uitkering dan belastingvrij is. De afrekening gebeurt bij de belastingaanslag van het jaar daarop.
De arts van de DG Personen met een handicap moet je handicap erkennen. Je moet minstens 7 punten behalen op de schaal van zelfredzaamheid.
Om het juiste percentage van blijvende invaliditeit definitief vast te stellen zal een medisch adviseur ingeschakeld worden. Deze medisch adviseur zal uw medische situatie toetsen aan een aantal richtlijnen die aangeven bij welk soort van letsel welk percentage van invaliditeit hoort.
Als je opnieuw kan gaan werken of als je de pensioenleeftijd bereikt, dan eindigt de periode van invaliditeit. Handicap is een breder begrip en slaat op alle lichamelijke, verstandelijke, psychische of sociale beperkingen, al dan niet aangeboren.
Als je volledig arbeidsongeschikt bent en de kans dat je nog herstelt erg klein is, krijg je een IVA-uitkering. Je krijgt dan een uitkering van 75 procent van je laatstverdiende loon.
je handicap moet erkend worden door onze artsen. je inkomsten en die van je partner mogen bepaalde grenzen niet overschrijden. je verdienvermogen is maximaal 1/3 van wat een persoon zonder handicap kan verdienen door te werken op de gewone arbeidsmarkt. je bent minstens 18 jaar.
Het bedrag van de halve uitkering wordt berekend op basis van het gemiddeld dagloon. Dat is (voor de vrijwillig deeltijdse werknemer) gelijk aan het gemiddeld uurloon vermenigvuldigd met de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse werknemer in een gelijkaardige functie, gedeeld door 6.