Sommige baby's drinken vanaf 4 maanden 4 voedingen op een dag. Dat kan, meestal is dan de hoeveelheid van 180ml water met 6 maatlepels poeder nog steeds voldoende. Overleg met je consultatiebureau als je twijfelt over de juiste hoeveelheid voeding voor je baby.
Borstvoeding geeft u op verzoek of om de drie tot vier uur.Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur.
Is jouw baby 4-6 maanden oud? Dan drinkt je baby ongeveer 4 tot 5 voedingen per dag van 160 tot 200 ml per voeding. Geef flessen van maximaal 200 ml per keer, flessen van meer dan 200 ml zijn te groot voor de maag van je baby.
De eerste 6 weken
Vervolgens de andere borst zolang je baby wil. Begin afwisselend met de linker- of rechterborst. Bij voorkeur niet korter dan 2 uur en niet langer dan 4 uur tijd tussen de voedingen. Bij te veel tijd tussen de voedingen bestaat de kans dat je baby 's nachts de voeding gaat inhalen.
7 – 8 uur: Ontbijt
Het advies is om maximaal 2 papflessen per dag te geven (dus 20 gram).
Je kunt beginnen met het geven van een papfles op het moment dat je kindje 4 maanden oud is. Dit is het moment waarop de darmen beter ontwikkeld zijn en baby's vast voedsel kunnen verteren. Toch kun je niet meteen beginnen met alle soorten pap, hierin zitten ook verschillen.
Een goed uitgangspunt is om te starten met 1 of 2 keer per dag 3 tot 4 lepeltjes. Je kunt het langzaam opbouwen, totdat je vanaf 8 maanden echt melkvoedingen gaat vervangen. Elk kind heeft andere behoeftes, dus harde richtlijnen voor de hoeveelheid zijn niet te geven. Geef een hoeveelheid die jouw kindje prettig vindt.
Geef je flesvoeding (lees: kunstvoeding)?
Dan drinkt je kleintje dus zo'n 5 voedingen van (7 x 150 / 5 =) 210 ml melk per voeding. Gemiddeld genomen is dat een voeding om de 3,5 – 4 uur. De ene baby heeft echter meer melk nodig dan de andere.
Voorstel voor voedingen met tijden
Bij 6 voedingen kun je deze als volgt verdelen: 07.00 uur, 11.00 uur, 15.00 uur, 19.00 uur, 23.00 uur en 03.00 uur. Ben je overgestapt naar 5 voedingen dan zijn deze tijden misschien handig: 07.00 uur, 11.00 uur, 15.00 uur, 19.00 uur en 23.00 uur.
4 à 6 voedingen per dag. Richtlijn hoeveelheid per dag: 150 ml x gewicht in kg. Indien je baby hieraan toe is: 1 à 2 keer per dag een paar lepeltjes geprakte groente of fruit.
11 – 12 uur: lunch. Een fijngeprakt groentepapje, bijvoorbeeld van worteltjes, broccoli of bloemkool, of een Olvarit 4+ groentemaaltijd, steeds aangevuld door borst- of flesvoeding.
Je kan beter niet voor 4 maanden beginnen met vast voedsel. Het spijsverteringskanaal van je kindje is hier dan nog niet klaar voor. Het moet zich nog wat verder ontwikkelen. Later dan 6 maanden beginnen met oefenhapjes is ook minder verstandig.
Van te veel flesvoeding kan je kind te zwaar worden. Een voeding duurt 20-30 minuten. Geef het flesje in ieder geval niet langer dan een half uur en gooi restjes weg.
Het beste kun je tussen twee voedingen of een uur na een voeding de hapjes geven. Drie tot vier lepeltjes per keer is meer dan genoeg. Probeer één à twee keer per dag oefenhapjes aan te bieden, en bouw dit steeds verder op.
Het is niet erg als je baby een dag iets meer dan de aanbevolen hoeveelheid drinkt. Probeer niet heel veel extra te geven. Verlaag bijvoorbeeld zijn normale hoeveelheid melk, maar geef wel vaker een fles. Zo drinkt hij vaker dan normaal, maar is de totale hoeveelheid op de dag niet direct veel meer.
De hoeveelheid melk die je produceert, past zich vanzelf aan. Is jouw baby 4-6 maanden oud? Dan drinkt je baby ongeveer 4 tot 5 voedingen per dag van 160 tot 200 ml per voeding. Geef flessen van maximaal 200 ml per keer, flessen van meer dan 200 ml zijn te groot voor de maag van je baby.
Wanneer geef je de oefenhapjes aan je baby? Het beste kun je oefenhapjes direct na een borst- of flesvoeding geven of tussen twee voedingen in. Je kindje is dan ontspannen en wakker, maar heeft geen enorme trek meer. Een goed moment dus om iets nieuws te proeven!
Eigenlijk is al het fruit geschikt voor baby's. Wel houden ze vaak van zachte, zoete smaken zoals banaan, peer, appel, meloen, avocado en mango. Later kun je ook wat zuurder fruit proberen zoals kiwi's, pruimen, nectarines, aardbeien, bosbessen, mandarijn, sinaasappel en ontpitte en ontvelde druiven.
Het eerste halfjaar kan je baby nog niet zelf zitten. Hij ligt eerst heerlijk bij je op schoot. Na een maand of twee vinden baby's het leuk om zich aan je vingers op te trekken tot een half zittende of zittende positie. Na vijf of zes maanden lukt het baby's soms om even rechtop te zitten.
Hier zie je wanneer de gemiddelde baby begint met omrollen: Rug naar zij: gemiddeld tussen de 4 en 5,5 maand. Buik naar rug: gemiddeld tussen de 4 en 5 maanden. Rug naar buik: gemiddeld tussen de 5,5 en 7,5 maand.
Eenkennigheid is een normale stap in de ontwikkeling van je kind. Als je baby tussen de zes maanden en negen maanden oud is, leert hij vreemden van bekenden te onderscheiden. Hij gaat zich dan ook bewust hechten aan een aantal mensen die hij goed kent.
Geleidelijk vervang je de borst- of flesvoeding, tussen 6 en 8 maanden voor vaste voeding. Dit kun je doen door vanaf 6 maanden de oefenhapjes verder uit te breiden tot een volledige maaltijd. Een voorbeeld van een maaltijd is wat groente met aardappel of rijst en een beetje vlees of vis. Prak het hapje met een vork.
Een goede richtlijn is om te beginnen met één of twee keer per dag drie à vier lepeltjes. Dit kan je steeds verder opbouwen, zodat de vaste voeding op een gegeven moment de melkvoeding vervangt. Een goed tijdstip om zijn eerste hapjes te geven, is direct na zijn melkvoeding of tussen twee voedingen door.