Veel stot slaaf gemaakten komen om op deze reis. 80.000 Afrikanen overleven de reis niet. 1600 Nederlandse schepen met bijna 600.000 slaven maken de overtocht naar de nieuwe wereld, naar de voormalige Nederlandse Antillen en naar Suriname en omgeving.
In totaal werden in de periode van de Nederlandse slavenhandel over de gehele wereld 11 tot 12,5 miljoen Afrikaanse slaafgemaakten verscheept en verkocht. Hiervan werden er circa 600.000 door Nederlanders verhandeld. De West-Indische Compagnie (WIC) verscheepte ongeveer de helft daarvan.
De oversteek duurde zes weken, maar een schip haalde zijn slaven vaak op meerdere plekken langs de Afrikaanse kust waardoor de reistijd voor sommige slaven langer duurde. Nadat de Afrikanen op de plaats van verkoop waren beland stierf gemiddeld nog zo'n 10% ten gevolge van ziekte en verzwakking.
In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
De slaafgemaakten zaten vastgeketend met kettingen en kregen eenzijdig eten en drinken. Ze werden af en toe in kleine groepjes gelucht. Vaak braken er ziekten uit, zoals scheurbuik, dysenterie, tuberculose, pokken of tering. Veel slaven overleefden de reis dan ook niet.
Koffie was een van de eerste gewassen die in de kolonie Suriname werd geteeld, en ook nu wordt op Plantage Katwijk koffie verbouwd. Maar Surinamers zijn over het algemeen niet écht koffieleuten, zoals de Nederlanders bijvoorbeeld.
De slaven werden gekocht van stamhoofden, die zijn slaven met de Hollandse handelaren verhandelde voor geweren, minutie, ect. De gekochte slaven werden dan aan boord van het slavenschip gebracht. Soms werden groepjes Afrikaanse mensen, die aan de kade liepen ontvoerd en tot slaaf gemaakt.
Portugezen stichten in de vijftiende eeuw de eerste Europese kolonies gebaseerd op slavernij: in suikerplantages langs de Afrikaanse kust en later ook op grote schaal in Brazilië.
Opmerkelijk is dat de traditionele vorm van slavernij - mensen als eigendom - in Mauritanië het meest voorkomt. De top-10 van landen met de hoogste percentages slaven bestaat verder uit Haïti, Pakistan, India, Nepal, Moldavië, Benin, Ivoorkust, Gambia en Gabon. Nederland staat in de Index op de 139ste plek.
Michiel de Ruyter (1607-1676)
Die handelsroutes waren voor een groot deel gebaseerd op de slavenhandel waarmee de de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld verdiende. Aan de westkust van Afrika, waar de bevolking vaak tot slaaf werd gemaakt, vocht De Ruyter daarom verschillende oorlogen uit met Engeland.
Als laatste land ter wereld schafte Mauritanië de slavernij af, in 1980.
De slavenhandel begon toen de Afrikaanse vorsten gijzelaars uitleverden aan de Europese handelaren. De Europeanen zagen echter al snel brood in de mensenhandel en vooral de Portugezen zetten een grootschalige slavenhandel op touw.
Het leven op de plantages is voor de slaven heel slecht. De meesten moeten zwaar werk doen, wel 60 tot 96 uur per week. En altijd is er de zweep voor wie niet hard genoeg zijn best doet volgens de opzichter. De slaven krijgen maar tweemaal per dag te eten: het is niet veel en bijna altijd hetzelfde.
Nederland was voor even de grootste slavenhandelaar ter wereld - De Correspondent. De Gouden Eeuw staat bekend als dé bloeiperiode uit de geschiedenis. Minder bekend is dat Nederland toen ook een grote ronselaar van werkkrachten voor Braziliaanse plantages was.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
Slavernij duurde tot ongeveer 1865 in ongeveer de helft van de Amerikaanse staten. Als economisch systeem werd de slavernij grotendeels vervangen door sharecropping en het convict leasing, het verpachten van gevangenen.
Naast Bantu-slaven maakten de Somaliërs ook tot slaaf van de Chamito-Semitische pastorale volkeren . Veel Oromo's werden dus gevangen genomen tijdens oorlogen en invallen. Er waren echter zeer duidelijke verschillen in de perceptie en behandeling van Oromo-slaven in vergelijking met Bantu-slaven.
Ook Nederlandse kooplieden deden mee aan die handel. Ze haalden die mensen uit Afrika. In de 18e eeuw werd er veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Het stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en verkocht deze als slaven aan een Nederlandse koopman.
Maar ook veel dichterbij huis leven mensen in moderne slavernij. De precieze aantallen zijn lastig te noemen, omdat lang niet alle gevallen bekend zijn, maar de schatting is dat in Nederland jaarlijks ongeveer 5.000 mensen slachtoffer zijn van moderne slavernij.
Huisslaven. Sommige historici schatten dat van de 1 miljoen mensen die in de 1e eeuw na Christus in Rome woonden, 400.000 mensen slaaf waren. De Romeinen gebruikten hen voor allerlei taken. Zo werden ze bijvoorbeeld ingezet als schoonmaker, kok, verzorgingsslaaf of seksslaaf.
Nederlanders kijken de slavernij af van de Portugezen. Ze veroveren Portugese gebieden in Zuid-Amerika en het belangrijke steunpunt fort Elmina aan de West-Afrikaanse kust. Nederlanders varen met Europese goederen naar de Afrikaanse kust en ruilen dit tegen tot slaaf gemaakten.
Denemarken was in 1803 het eerste Europese land dat de slavernij afschafte, zestig jaar vóór Nederland. In 1807 verbood het Verenigd Koninkrijk – een van de grootmachten op dit gebied - de slavenhandel en in 1833 ook de slavernij. Pas dertig jaar later deed Nederland hetzelfde. Waarom duurde dat zo lang?
Ketikoti in Suriname
Op 1 juli 1955, onder premier Ferrier, werd 'Ketikoti' een officiële Surinaamse feestdag (vrije dag). Formeel heet deze dag Dag der Vrijheden. Informeel wordt de feestdag ook wel Kettingsnijden genoemd.
Het ontbijt bestaat uit:brood, quaker oats (havermout), crackers, beschuit, bol, koffie, cacao, melk of thee. Tegen een uur of tien houdt men zijn tweede ontbijt, dat meestal uit een broodje en/of frisdrank bestaat.
Gebruik er niet te veel van en kies meer voor kruiden en specerijen zoals gember, lontai, soepgroenten, knoflook en ui. Veel basisingrediënten zoals witte rijst, bami-noodles, bakbanaan en cassave bevatten weinig vezels.