In de hele zorgsector is zo'n 80% vrouw. Het is daarmee een van de meest gesegregeerde sectoren van de Nederlandse arbeidsmarkt. De pandemie heeft laten zien dat er een grens zit aan wat de zorg – met name ziekenhuiszorg – aankan.
De cijfers van het CBS bevestigen dat: ruim 5 op de 6 zorgmedewerkers is vrouw. De populairste vrouwenberoepen zijn bijna allemaal in de zorg.
Wereldwijd is 90 procent van de verpleegkundigen een vrouw. In Afrika was 24 procent van de verpleegkundigen tussen 2013 en 2018 mannelijk, tegenover 76 vrouwelijk (WHO, 2019). In Europa dalen deze cijfers tot 11 procent tegenover 89.
Sinds het begin van deze eeuw is de werkgelegenheid in deze bedrijfstak toegenomen, afgezien van een korte krimp tussen 2012 en 2017. Eind 2022 werkten ruim 1,6 miljoen mensen in zorg en welzijn; ruim 15 procent van alle werkenden in Nederland.
In de hele zorgsector is zo'n 80% vrouw. Het is daarmee een van de meest gesegregeerde sectoren van de Nederlandse arbeidsmarkt. De pandemie heeft laten zien dat er een grens zit aan wat de zorg – met name ziekenhuiszorg – aankan.
De hele bedrijfstak zorg en welzijn – inclusief de leidinggevende en ondersteunende functies – telde in het eerste kwartaal van 2023 ruim 1,4 miljoen werknemers.
Er werken veel vrouwen in de zorg, maar we hebben juist meer mannen in de zorg nodig. Veel cliënten vinden het bijvoorbeeld fijn om door een man geholpen te worden: ze voelen zich veilig bij een sterke man.Daarbij vinden ze het fijn om eens andere praat te hebben.”
Sociale beroepen hebben grootste aandeel vrouwen
Andere beroepen met meer dan 70 procent vrouwen zijn maatschappelijk werker, psycholoog en socioloog, en fysiotherapeut. De top tien beroepen op het hoogste beroepsniveau met de meeste vrouwen wordt afgesloten door artsen.
Liesbeth Staats reist naar België, Frankrijk en Finland, drie landen waar verreweg de meeste vrouwen wel fulltime werken. In België is het verschil met Nederland al enorm. Werkende moeders noemen zichzelf ploetermoeder omdat zij naast hun baan vaak ook voor het huishouden en de zorg opdraaien.
Hoogopgeleide 25- tot 35-jarigen naar mannen en vrouwen
In 2022 was 56% van de 25- tot 35-jarigen hoogopgeleid. In vergelijking met 2021 is er sprake van een toename van één procentpunt. Onder jonge vrouwen van 25 tot 35 jaar beschikt al sinds 2016 meer dan de helft over een hbo- of wo-diploma. In 2022 ging het om 61%.
De nettoarbeidsparticipatie kwam in het derde kwartaal van 2023 uit op 73,2 procent. In hetzelfde kwartaal een jaar eerder was het aandeel werkenden 0,9 procentpunt lager, namelijk 72,3 procent. In alle leeftijdsgroepen werken vrouwen minder dan mannen. Het grootste verschil is te zien onder 55-plussers.
In 2021 was van de bevolking van 15 tot 65 jaar 3,1 procent van de mannen en 3,6 procent van de vrouwen werkloos. In 2013 was het werkloosheidspercentage in deze leeftijdscategorie 7,2 procent onder mannen en 7,6 procent onder vrouwen. Er waren toen naar verhouding iets meer vrouwen dan mannen werkloos.
Veel vrouwen werken niet of in deeltijd. Daardoor heeft ongeveer 1 op de 6 vrouwen in Nederland niet genoeg geld om economisch zelfstandig te zijn. Hun inkomen is minder dan 70% van het netto minimumloon.
Onder de verzorgenden (mbo 3) zijn relatief de minste mannen te vinden; het aandeel vrouwen is hier met 94 procent het hoogst. In de mbo-opleiding voor verpleegkunde zijn de meeste mannen te vinden, maar was vorig jaar nog steeds 89 procent van de gediplomeerden een vrouw en 11 procent een man.
Het werken in de zorg geeft voldoening: ''Het bieden van zorg aan een ander die dat nodig heeft, het contact met mensen en het bijdragen aan kwaliteit van leven voor iemand is het mooiste wat er is.'' Velen geven aan dat de dankbaarheid van de cliënt het werk zo leuk maakt.
De situatie in Nederland. In 2021 werkte volgens het CBS 66,5 procent van de vrouwen in een betaalde baan. Van de mannen werkte 74,3 procent betaald. Vrouwen werken veel vaker parttime dan mannen.
Eerder onderzoek wees uit dat mannen bij vrouwen vooral op zoek zijn naar humor (82%), uitstraling (68%) en spontaniteit (63%). Een aantrekkelijk uiterlijk kwam hier pas op de vijfde plaats.
Ze gaan met pensioen, bij een andere zorgorganisatie werken of kiezen voor een andere sector. Die laatste groep bestaat vaak uit jonge mensen, die binnen 2 jaar nadat ze een diploma hebben gehaald de zorg alweer verlaten.
Onbetwist op nummer 1 staan de medisch specialisten met een startsalaris van ca.€ 7.000. Dat salaris kan in de jaren daarna oplopen tot duizenden euro's per maand extra. Maar omdat medisch specialisten (zoals cardiologen, anesthesisten, klinisch psychologen, neurologen, pathologen etc.)