Gegevens in een tabel. In 2021 beschikte in Nederland 13% van de 15- tot 75-jarigen over een afgeronde masteropleiding (hbo of wo) of een doctorstitel. De afgelopen tien jaar is dit aandeel gestaag gegroeid.
Het percentage studenten dat in het jaar dat het bachelordiploma is behaald, doorstroomde naar de masteropleiding steeg van 78 procent (2010) tot 85 procent (2014). In 2015, het jaar van de invoering van het leenstelsel, daalde het percentage tot 82.
In 2010 had ruim 20% van de bevolking van 25-64 jaar een hbo-diploma en bijna 12% een universitaire graad (samen ruim 32%). Het percentage hogeropgeleiden is sindsdien met bijna 8 procentpunten gestegen: in 2019 had ruim 24% een hbo- en ruim 15% een wo-diploma (samen meer dan 40%).
Zo begon in 2014, een jaar voor de invoering van het leenstel, nog 85 procent van de studenten na hun bacheloropleiding aan een master. In 2018 was dat gedaald naar 70 procent.
Allereerst is het aantal hoger opgeleiden in de afgelopen decennia flink gegroeid. In 1960 was 2 procent van de bevolking hoogopgeleid. In de jaren '90 was het 20 procent en nu heeft bijna 30 procent van de Nederlanders minimaal een hbo of universitaire opleiding.
Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4). Hoog: Dit omvat onderwijs op het niveau van hbo of wo.
Hoogstgenoten opleiding betekent gewoon de opleiding op het hoogste niveau waarvoor je ooit bent ingeschreven.
“75 procent van de startende studenten haalt na vijf jaar ergens een bachelordiploma”, zegt Koen Santermans van de UHasselt. “Maar veel studenten kiezen eerst fout en moeten zich dan heroriënteren. Zij halen dan uiteindelijk hun diploma in een andere richting of aan een hogeschool.”
In 2019 deed 4,7 procent van de masterstudenten twee masters. In 2010 was dit nog 3,5 procent. Uit de cijfers van DUO blijkt dat er vooral in de periode tussen 2010 en 2014 een flinke groei was in het aantal studenten dat twee masters doen.
Universiteit is niet moeilijker of beter dan hogeschool.
Hét grote verschil zit 'm in de manier van lesgeven en evalueren. Zorg dus vooral voor een match met je eigen studieprofiel, dan studeer jij straks in no time magna cum laude af.
Bedrijfskunde en administratie populairste richting in het hbo. Zo'n 68 duizend studenten behaalden hun bachelordiploma in het hoger beroepsonderwijs. Van alle afgestudeerden behaalde de grootste groep, bijna 16 duizend studenten, een diploma voor een opleiding in de richting bedrijfskunde en administratie.
Hoogopgeleiden zijn personen met een afgeronde hbo- of universitaire opleiding. Het gaat om het aandeel hoogopgeleiden binnen de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Link naar deze cijfers
In Nederland heeft bijna 40 procent van de 15- tot 75-jarigen een havo- of vwo-diploma of een afgeronde mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4. Deze groep middelbaaropgeleiden is al jaren de grootste groep en blijft door de jaren heen in omvang vrij stabiel.
Een masteropleiding biedt je inzicht in de verschillende belangen van je gesprekspartner en helpt je te schakelen op strategisch, tactisch of operationeel niveau. Daardoor kun je gemakkelijker een connectie leggen met de persoon die tegenover je zit en kun je die persoon ook echt verder helpen.
Maar: Een Master studie naast je werk is zwaar. Dit moet je alleen doen als je echt gemotiveerd bent of het echt nodig hebt om een stap te maken (bijvoorbeeld meer in een research / scientist functie werken bij een bedrijf als ASML ofzo) of als het vakgebied je buitengewoon boeit.
Na je bachelor een master halen, is dus echt wel lucratief. Een master van de hogeschool levert namelijk gemiddeld 4.004 euro bruto per maand op, oftewel 12,85% meer dan iemand met een bachelor. Werknemers die hun master op de universiteit hebben gehaald, krijgen later een gemiddeld brutomaandloon van 4.551 euro.
'Maar gaat het om een keuze tussen een student met extra master zonder verdere ervaring, en een student met één master en andere, relevante ervaring, dan wordt de tweede student interessanter. ' Een tweede master, zonder andere ervaring, geldt voor een werkgever 'niet als grootste meerwaarde'.
Tweede master
Dan betaal je het instellingscollegegeld. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen hbo- en wo-master. Als je na je hbo-master kiest voor een wo-master, wordt dit gezien als een tweede master. Uitzondering op deze regel is dat je de tweede master start, voordat je de eerste master hebt afgerond.
De meeste studenten betalen wettelijk collegeld. De overheid bepaalt jaarlijks de hoogte hiervan. De hoogte van het collegegeld kan elk jaar veranderen. De wettelijke hoogte van het collegegeld voor universiteit of hogeschool voor 2020-2021 is voltijd €2.143 en deeltijd of duaal tussen €1.276 en €2.143.
Studenten hebben op de universiteit veel minder colleges (lesuren) dan op de middelbare school. Ze moeten veel zelfstandig doen, ook al krijgen ze lang niet altijd 'huiswerk' mee. Ze moeten op eigen initiatief colleges voorbereiden en daarna met de stof aan de slag gaan. Er is meestal geen aanwezigheidscontrole.
Het grootste verschil tussen hbo en wo, behalve natuurlijk het niveauverschil, is de zelfstandigheid. Op het hbo word je nog veel meer gestuurd om bepaalde keuzes te maken en daarvoor worden verschillende middelen aangereikt. Op de universiteit moet je echt zelf op zoek naar het pad dat je wilt bewandelen.
In academische kringen mag een IQ beneden de 117 dan minnetjes klinken, gezien het een feit dat de gemiddelde score binnen een bevolking per definitie 100 is, is iedereen met een score boven de 100 officieel al 'begaafd'. Er is ook genoeg bewijs dat je met een matige score best een eind kunt komen aan de universiteit.
In het schooljaar 2020/2021 gingen ruim 934 duizend jongeren naar een vorm van voortgezet onderwijs. Hiervan volgde ruim 20 procent een vmbo- opleiding, 3 procent het praktijkonderwijs, ruim 17 procent havo en bijna 19 procent vwo. Ruim 40 procent van de jongeren zat in een algemeen leerjaar.
Studenten kunnen naar het mbo (niveau 1 t/m 4), naar het hbo (in de vorm van een 2-jarige associate degree, een hbo-bachelor en/of een hbo-master) of naar de universiteit voor een wo-bachelor en/of wo-master. De hoogste graad in het onderwijssysteem is een PhD.
In de ISCED (International Standard Classification of Education) wordt ook een onderverdeling gemaakt naar laag (basisonderwijs en laag secundair), middelbaar (voortgezet secundair) en hoog (bachelor/master) onderwijsniveau, waarbij binnen alle niveaus onderscheid wordt gemaakt naar oriëntatie van opleidingen.