Het aandeel dat een hbo- of wo-studie heeft afgerond groeit daarentegen en kwam in 2017 uit op 30 procent. Daarnaast heeft bijna 29 procent basisonderwijs, vmbo, havo-, vwo-onderbouw of mbo-1 als hoogst behaald onderwijsniveau.
In het schooljaar 2020/2021 staan 820.888 studenten ingeschreven in een vorm van hoger onderwijs (hbo of wo). Tien jaar eerder, in 2010/2011, waren dat er 658.974. De stijging geldt zowel voor studenten met een Nederlandse achtergrond als studenten met een migratieachtergrond.
Dit heeft soms gevolgen voor de overgangsregelingen. In Nederland waren er in 2015-2016 ruim 63.500 gymnasiasten (6,6% van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs; 27% van de vwo-leerlingen).
Van de leerlingen met een havo diploma haalt maar 65% binnen vijf jaar het diploma en de studenten met mbo 4 maar 60%. In 2016/2017 verlieten 84.000 hbo studenten de school waarvan 55.000 met een diploma en 29.000 zonder diploma.
Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4). Hoog: Dit omvat onderwijs op het niveau van hbo of wo.
In 2021 beschikte in Nederland 13% van de 15- tot 75-jarigen over een afgeronde masteropleiding (hbo of wo) of een doctorstitel. De afgelopen tien jaar is dit aandeel gestaag gegroeid.
Van de 15- tot 75-jarigen in Nederland is 36 procent hoogopgeleid. De sterk verstedelijkte gemeenten hebben veelal de hoogst opgeleide bevolking. Het percentage personen met een hbo of wo-diploma in de aangrenzende gemeenten ligt vaak ook boven het landelijke gemiddelde.
Het tempo ligt op het hbo dus echt wel hoger. Daarnaast worden de teksten en dingen die je moet leren niet zo vaak herhaalt als op het mbo. Zodra iets is behandeld, dan wordt er van je verwacht dat je het ook hebt onthouden. Dat is soms lastig, met name als de studieboeken ook moeilijker zijn.
Vier jaar na de start van hun hbo-opleiding heeft 35 procent van de mbo'ers een hbo-diploma op zak, tegen 28 procent van de havisten. Na zes jaar heeft 54 procent van de mbo'ers en 56 procent van de havisten een diploma op dit niveau. Bij vwo'ers is het percentage geslaagden het hoogst en de studieduur het kortst.
Natuurkunde wordt onbetwist als de moeilijkste opleiding gezien. Elf verenigingen zetten deze bètastudie op 1. Biomedische Wetenschappen, Farmacie en Geneeskunde werden elk één keer als moeilijkste genoemd. Samen met Kunstmatige Intelligentie vormen deze opleidingen de top vijf.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107. Om het IQ van je kind te achterhalen is het nodig om een IQ test te doen.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
'Met een hbo-diploma verdien je anderhalf jaar na je afstuderen ongeveer 1,35 keer zo veel als jongeren met een mbo-diploma op niveau 3/4', zegt Christoph Meng, onderzoeker bij het ROA. Academici verdienen ongeveer 1,55 keer zo veel.
Bedrijfskunde en administratie populairste richting in het hbo. Zo'n 68 duizend studenten behaalden hun bachelordiploma in het hoger beroepsonderwijs. Van alle afgestudeerden behaalde de grootste groep, bijna 16 duizend studenten, een diploma voor een opleiding in de richting bedrijfskunde en administratie.
Hoogstgenoten opleiding betekent gewoon de opleiding op het hoogste niveau waarvoor je ooit bent ingeschreven.
De kans om binnen drie jaar het bachelordiploma te halen is 1,2 procentpunt hoger voor studenten uit het derde tertiel. De kans voor hen om dat te doen binnen vier jaar is 5,3 procentpunt hoger.
Opleidingen met selectie
Toch was dat tot nu toe geen reden voor spectaculaire rendementen bij de twee opleidingen. Tot vorig jaar scoorde vormgeving gemiddeld iets boven de veertig procent en dbkv iets eronder, waar op de HR gemiddeld zo'n dertig procent van de eerstejaars zijn propedeuse haalt.
Verschil mbo hbo in aantal lessen
Op het HBO heb je veel minder les dan op het MBO. Dit betekent dat je buiten colleges zelf meer aan de slag moet met de stof. Doordat je minder les hebt wordt er op het HBO ook een grotere zelfstandigheid van je verwacht. Let wel: Dit is niet bij alle scholen het geval.
Stap 2: Onderzoeken of ik een hbo-opleiding aankan
Twijfel je toch of je wel geschikt bent voor het hoger beroepsonderwijs, dan kun je je intelligentieniveau en taalvaardigheid toetsen door een 21+-toets te maken. De uitslag vertelt je wat je eventuele zwakke plekken zijn.
Omschrijving hbo-denk-/werkniveau *
1) Je hebt een goede algemene ontwikkeling. 2) Je hebt goede schriftelijke en mondelinge vaardigheden en je bent in staat kennis over te dragen. 3) Je beschikt over een analytisch vermogen; je kunt informatie die belangrijk is voor je werk vinden, verwerken, toepassen en doorgeven.
In Nederland heeft bijna 40 procent van de 15- tot 75-jarigen een havo- of vwo-diploma of een afgeronde mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4. Deze groep middelbaaropgeleiden is al jaren de grootste groep en blijft door de jaren heen in omvang vrij stabiel.
Studenten kunnen naar het mbo (niveau 1 t/m 4), naar het hbo (in de vorm van een 2-jarige associate degree, een hbo-bachelor en/of een hbo-master) of naar de universiteit voor een wo-bachelor en/of wo-master. De hoogste graad in het onderwijssysteem is een PhD.
De meeste hoogopgeleiden wonen rondom de universiteitssteden en in de gebieden waar veel specialistisch werk is, vooral in het noordelijke deel van de Randstad.