Feit: De kans op verslaving aan morfine is zeer gering. De reden waarom de dosering van morfine wordt verhoogd, is omdat de pijn toe kan nemen. De pijn bepaalt hoeveel morfine u nodig heeft. Daarbij is het goed om te weten dat de dosis van morfine in principe geen bovengrens heeft.
De werking van de gewone tabletten, drank en van de injecties en zetpillen houdt ongeveer 4 tot 7 uur aan. De tabletten en capsules met gereguleerde afgifte (te herkennen aan 'MGA' of 'retard'), geven de werkzame stof langzaam af zodat ze ongeveer 12 uur werken.
Aanpassing aan de pijn
De kans op verslaving aan morfine is gering. De reden dat de dosering van morfine wordt aangepast, is omdat de pijn of de kortademigheid toeneemt. Er is dan meer morfine nodig om de pijn te bestrijden. Daarbij is het goed te weten dat de dosering van morfine in principe geen bovengrens heeft.
Morfine is een sterke pijnstiller. Na een operatie, bij een ernstige ziekte of bij benauwdheid wordt morfine vaak voorgeschreven. Er zijn veel verschillende manieren waarop morfine kan worden toegediend. Door morfine ervaart iemand minder pijn, maar het is wel een sterk middel.
Morfine en morfineachtige pijnstillers kunnen bijwerkingen hebben, zoals verstopping, misselijkheid en overgeven, en sufheid. De meeste bijwerkingen gaan na een paar dagen tot weken vanzelf over. Wanneer de dosis verhoogd worden, komen deze bijwerkingen weer tijdelijk terug. Ook deze gaan weer over.
De overige 13 procent overlijdt tijdens de behandeling, bijvoorbeeld door een acute hartstilstand, of door een bloeding. De gemiddelde leeftijd van de onderzochte IC-patiëntenpopulatie is 70 jaar. Gemiddeld liggen zij 6,95 dagen op de IC. Vaak hebben zij drie tot vier organen die falen.
De pijn bepaalt hoeveel morfine u nodig heeft. Daarbij is het goed om te weten dat de dosis van morfine in principe geen bovengrens heeft. Er zijn mensen die het honderdvoudige van de dosering waarmee ze gestart zijn, krijgen toegediend. Fabel: Morfine werkt levensbekortend.
De veronderstelling dat morfine levensverkortend werkt, is niet juist. Morfine wordt niet gegeven om de dood te bespoedigen. Ongeveer 25% van de morfine wordt gebruikt door patiënten met langdurige, chronische ziekten zoals reuma. Morfine kan dus jaren achtereen als pijnstiller worden voorgeschreven.
De arts kan je dan zijn zeer sterke pijnstillers geven (opioïden). Als niets helpt tegen de pijn, kan palliatieve sedatie een mogelijkheid zijn.
Combinatie van pijnstillers
Morfine of morfineachtige pijnstillers kunnen gebruikt worden in combinatie met paracetamol. Helpt paracetamol in combinatie met zo'n zeer sterke pijnstiller onvoldoende, dan kan de arts je ook nog een ontstekingsremmende pijnstiller (NSAID) voorschrijven (zie eerder).
De richtlijnen schrijven 2,5 tot 5 milligram morfine voor als beginhoeveelheid om benauwdheid te bestrijden. Ik dien, als dat niet voldoende is, na vier uur weer 5 milligram toe. Ik dien nooit meer dan 20 milligram morfine toe. Als de benauwdheid blijft, krijgen patiënten meestal een permanent infuus.
Bij opioïdnaïeve patiënten wordt een dosering van 2,5 mg morfine s.c. of i.v. aanbevolen. Bij patiënten die al een opioïd gebruiken wordt 1/6 van de dagdosis aangehouden (omgerekend naar morfine en naar subcutane of intraveneuze toediening.
Palliatieve sedatie en euthanasie
Palliatieve sedatie wordt wel ten onrechte verward met euthanasie. Palliatieve sedatie verlaagt het bewustzijn, terwijl euthanasie het leven beëindigt.
Morfine is niet geschikt om de dood te bespoedigen of patiënten te sederen. Het snel ophogen van morfine kan ervoor zorgen dat het bewustzijn onvoldoende wordt verlaagd, de patiënt verward raakt, of spiertrekkingen (myoclonieën) krijgt.
Fentanyl, buprenorfine, oxycodon, hydromorfon, methadon of tapentadol. Deze medicijnen werken ongeveer even goed.
In dit verband is het belangrijk om te beseffen dat het uitdrogingsproces bij versterven niet lijdensvol is. Integendeel. Een patiënt die geleidelijk uitdroogt heeft in het algemeen weinig klachten.
Als dit proces echter gepaard gaat met goede begeleiding en verzorging, kan het tot een rustige en zachte dood leiden. Dat heeft het menselijk lichaam grotendeels aan zichzelf te danken: door te vasten maakt het lichaam endorfine aan. Dit zorgt voor een prettig gevoel. Op den duur komt daar een zekere sufheid bij.
We spreken van een terminale fase als het vermoedelijke overlijden binnen 3 maanden plaats vindt. In de praktijk wordt deze term meestal gebruikt om de laatste 6 weken van iemands leven aan te duiden. Afhankelijk van de verschillende symptomen is deze inschatting makkelijker of moeilijker te maken.
Het is in bijna de helft van de gevallen de huisarts die besluit om over te gaan tot palliatieve sedatie. Meestal is de patiënt gewoon thuis. Gemiddeld duurt het een tot drie dagen voor de patiënt overlijdt. Hoe langer het duurt, hoe minder positief mensen zijn.
Artsen gaan er vaker dan nodig is van uit dat morfinegebruik in de stervensfase het levenseinde bespoedigt. Meestal wordt de dosering van morfine gedurende de laatste levensdagen niet of alleen geleidelijk opgehoogd; bij 2,1% van de patiënten is de dosering hoger dan nodig om pijn of andere symptomen te verlichten.
De terminale fase is de laatste levensfase van iemands leven. Concreet is deze persoon ziek en is deze ziekte ook niet meer te genezen of behandelen. Of de nadelen van de behandeling wegen niet op tegen de voordelen. Deze fase duurt meestal maximaal 3 maanden, maar kan ook langer duren.
Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht. Ze kunnen snel in gewicht afnemen. Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen.