Er zijn afwijkingen wanneer werkzaamheden erg arbeidsintensief zijn of juist wanneer er met dure materialen wordt gewerkt, maar 1/3, 2/3 is het meest gangbaar.
De winstmarge bereken je met de volgende rekensom: trek de kosten af van de omzet. Het bedrag dat uit deze rekensom komt deel je door de omzet. Dat cijfer doe je maal 100%.
De norm van winstgevendheid verschilt per branche; 5 à 10% is over het algemeen een gezond getal. In de dienstensector zien wij de hoogste percentages, in de industrie liggen de cijfers het laagst. Natuurlijk is het prachtig als je winstgevendheid hoog is en iedere geïnvesteerde euro zoveel mogelijk oplevert.
Die magere marges zijn het gevolg van de hoge kosten van bouwbedrijven. Zo bedragen de personele kosten en de kosten van uitbesteed werk 51 procent van de netto-omzet. In geen enkele sector ligt dit percentage zo hoog; in de industrie is dit percentage bijvoorbeeld maar 18 procent.
Margeberekening op basis van de Verkoopprijs: De bovenstaande berekening: Verkoopprijs minus de Verrekenprijs = Marge in geld. Marge in geld * 100 / verkoopprijs = marge in procenten, leidt tot een margepercentage in dit voorbeeld van 29,93%. Let op!
Meubels en matrassen De winstmarges zijn 80% en meer. Koop ze alleen tijdens de uitverkoop of onderhandel. Zoek op internet, als je de fabricagenummers, weet naar lagere prijzen. Cosmetica De meeste cosmetica zijn gemaakt van olie en nog wat goedkope ingrediënten.
U berekent de kostprijs door de totale kosten per kostenplaats te delen door de normale bezetting.
Hierbij wordt in de branche groothandel in hout, sanitair en overige bouwmaterialen gemiddeld een bruto marge van 27.6% behaald. Ten opzichte van het voorgaand jaar (2016) is het gemiddeld bedrijfsresultaat is gestegen van 5.1% naar 5.6%.
Hoe hoger het uurloon van de aannemer, des te hoger de totale arbeidskosten. Je mag ervan uitgaan dat ongeveer 50% van het totaalbedrag wordt bepaald door de arbeidskosten. Materiaalkosten: de materiaalkosten zijn natuurlijk volledig afhankelijk van de klus en het materiaal dat je kiest.
Aannemers als bouwteampartner
Waar het voor de crisis gebruikelijk was om voor algemene kosten 6% en voor winst en risico 2 à 3% als percentage op te geven, zien we op dit moment steeds vaker dat er een percentage voor algemene kosten wordt opgegeven van 3 à 4% en voor winst en risico een percentage van 1%.
Een goede marge verschilt aanzienlijk per bedrijfstak, maar als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% als gemiddeld wordt beschouwd, een marge van 20% als hoog of goed en een marge van 5% als laag.
Bedrijfsresultaat winkels in schoenen en lederwaren
Hierbij wordt in de branche winkels in schoenen en lederwaren gemiddeld een bruto marge van 47.0% behaald.
De verkoopprijs is opgebouwd uit de netto inkoop- of productieprijs + de kosten + de nettowinst + de btw. Om van een bepaald artikel de verkoopprijs te bepalen beginnen we dus bij de netto inkoopprijs van een product. De netto inkoopprijs is de prijs exclusief btw.
De operationele winstmarge geeft het percentage aan dat van de omzet overblijft nadat alle kosten, exclusief belastingen, rentelasten en dividend voor preferente aandelen, zijn afgetrokken. Dit percentage geeft in feite de 'zuivere winst' aan dat op de omzet wordt geboekt.
De marge voor een distributeur kan variëren van 3% tot 30% van de verkoopprijs, de marge voor de retailer kan variëren van zeer weinig tot 60%. Dit alles hangt af van het soort product en wie voor de marketingactiviteiten betaalt.
Een kleine zelfstandige gespecialiseerd aannemer kan mogelijk meer verdienen dan een aannemer in loondienst bij een groot aannemersbedrijf. Het salaris van een aannemer begint gemiddeld bij € 2400 bruto per maand en loopt op tot zo'n € 4300 bruto per maand. Hier kan nog winstdeling of een dertiende maand bijkomen.
Bij een richtprijs geeft de dienstverlener een schatting over de uiteindelijke prijs. De uiteindelijke prijs kan dus hoger worden. Maar de prijs mag niet meer dan 10% hoger worden dan de richtprijs. De prijs mag alleen meer dan 10% hoger worden met uw toestemming.
Als aannemers rechtstreeks opdracht krijgen van de opdrachtgever (en ook zelf verantwoordelijk zijn voor hun kwaliteit), dan is de totaalprijs al een heel stuk lager. Een algemene aannemer rekent immers minstens 10% winstmarge op onderaannemers.
bijvoorbeeld per product 10 euro brutowinst en het product verkoopt hij voor 5 euro 10 - 5 = 5,- euro = inkoop prijs.
Bereken de totale variabele kosten, dus vermenigvuldig stap 1 met stap 3. Tel de totale variabele kosten (stap 4) en de vaste kosten (stap 2) bij elkaar op en je houdt de totale kosten per maand over. Deel de totale kosten (5) door het aantal producten (3). Nu weet je wat de kostprijs van jouw product moet zijn.
De standaardkostprijs = de som van de noodzakelijke kosten per eenheid product. De standaardkostprijs is samengesteld uit: standaardhoeveelheden productiemiddelen, vermenigvuldigd met standaardprijzen. Die standaarden gelden altijd voor een bepaalde periode en ook alleen voor een bedrijf of bedrijfsonderdeel.
In dat geval kan de kostprijs ook worden berekend met de formule k = C/N + V/W. In deze formule staan de variabelen voor de volgende betekenissen: 'k' is de kostprijs; 'C' zijn de constante kosten; 'N' is de normale productie; 'V' zijn de variabele kosten en 'W' is de werkelijke productie.