De druk in een fietsband mag behoorlijk hoog zijn. De ideale bandenspanning voor gewone en elektrische fietsen ligt tussen de 3,5 en de 4,5 bar. Hoeveel luchtdruk de fietsband moet hebben is ook afhankelijk van het soort fiets. De juiste bandenspanning staat meestal weergegeven op de zijkant van de fietsband.
Goede bandenspanning gewone fiets
Afhankelijk van het type band van de fiets is de bandenspanning van een stadfiets gemiddeld 3,5 tot 4,5 bar. Deze informatie vind je aan de zijkant van de band. De meeste mensen met een gewone fiets meten de bandenspanning door in de band te knijpen. Dat is een prima methode.
Juiste bandenspanning in instructieboekje
In het instructieboekje van je auto vind je de juiste bandenspanning. Die wordt aangegeven in bar, bijvoorbeeld 2,0 bar. Vaak staat er ook vermeld hoe hoog de bandenspanning mag zijn als de auto zwaar is beladen, bijvoorbeeld 2,2 bar.
De bandenspanning is ook afhankelijk van het wegoppervlak (kasseien of asfalt), gewenste comfort, weersomstandigheden en bandbreedte. Om stootlekken te voorkomen moet de bandenspanning bij een 28mm band minimaal 4 bar, een 25mm band minimaal 5,5 bar en een 23mm band minimaal 6 bar zijn.
Juiste bandenspanning bij je gewicht
Ter illustratie, bij een gelijke band van 26×2.0-2.2 moet de bandenspanning voor iemand van 45 kilogram 1.85 bar zijn en die van een fietser met een gewicht van 85 kilogram 2.50 bar.
Bandenspanning fiets
Een zachte band heeft een lage spanning, zeg 1 bar. Hard opgepompte banden hebben 2 of wel 8 bar, dat hangt af van het type band. Dikke mountainbikebanden hoef je niet zo hard op te pompen om comfortabel te kunnen fietsen. Dunne racebandjes moeten behoorlijk hard zijn voor een snelle rit.
Zowel een te hoge of te lage autobandenspanning kan gevaarlijke situaties opleveren. Een te hoge bandenspanning zorgt er namelijk voor dat een band sneller slijt. Bovendien heeft een band met te hoge spanning minder grip, trilt deze meer en is er vermindert rijcomfort. Daarnaast is de kans op een klapband groter.
Met andere woorden: een band die te hard of te zacht is opgepompt ziet er van buiten vaak 'normaal' uit. Uit sommige tests blijkt dat zelfs wanneer er 30 procent te weinig lucht in een band zit, het uiterlijk van de band nog steeds hetzelfde is. Pas wanneer een band nog zachter is begin je het echt te zien.
De optimale spanning van een fietsband staat aangegeven op de zijkant van uw fietsband. Ook voor de elektrische fiets is het van groot belang om uw bandenspanning op een juiste hoogte te houden.
Hoeveel bar moet er dan in een fietsband? In het algemeen kun je zeggen dat de bandenspanning van een elektrische fiets met banden rond de 3 à 4 centimeter respectievelijk zal variëren tussen de 5,5 en 4 bar. De meeste fietsbanden hebben een breedte van 3,5 cm, waar een druk van 4,5 bij hoort.
De meeste racefietsen hebben een bandbreedte van 25mm. Daarbij kun je aanhouden dat de druk in je banden ongeveer 10% is van je gewicht. Weeg je bijvoorbeeld 70 kilo, dan is een druk van maximaal 7 bar een mooi uitgangspunt.
Je moet je band natuurlijk ook niet TE hard oppompen. Wanneer je dat wel doet ontstaat weer het risico op een klapband en stuiter je over de weg. Hoe hard je je band kunt oppompen hangt vooral af het type fiets en het type band.
Houd je de banden binnen, dan kun je ze na 5 jaar nog wel gebruiken. Heel veel langer dan 5 jaar bewaren is niet aan te raden i.v.m uitdroging van de band.
Met een Schraderventiel kun je je banden oppompen bij een tankstation, zonder verloopje. In de meeste gevallen stel je de pomp eerst in op de gewenste spanning, het apparaat zal vervolgens zelf je band op die ingestelde spanning brengen. Als je zelf met de hand moet pompen, doe dat dan steeds met kleine pufjes.
De druk in de band is afhankelijk van de temperatuur. Met elke 10 graden afwijking moet de aan te brengen spanning daarom met 0,1 bar worden gecorrigeerd. Is het warmer dan 20 graden, dan is de druk door de buitenlucht toegenomen en moet u dus de meting naar beneden corrigeren.
- druk lang (ongeveer 3 seconden) op een van de knoppen 2 of 3 om het resetten te starten. Wanneer het controlelampje 'SET' ongeveer vijf seconden knippert, betekent dit dat het verzoek om de referentiewaarde voor de bandenspanning opnieuw in te stellen, is verwerkt. Het resetten is afgerond na enkele minuten rijden.
Bevestig de pompkop op het ventiel. Gebruik de grote opening bij het Autoventiel om de band op te pompen. Bij het Hollands en Frans ventiel gebruikt u de kleine opening. Pomp tot de gewenste bandenspanning is bereikt.
Meestal krijg je namelijk een klapband doordat de druk van de binnenband zo hoog wordt dat de buitenband het niet meer aankan. De binnenband kan niet meer verder uitzetten en klapt. Je moet er dus voor zorgen dat je bandenspanning van tevoren al is afgestemd op de situatie.
De principewerking is bij alle type ventielen gelijk. In de uitstroomopening van het ventiel is een rubber afsluiter aangebracht. Als de luchtdruk in de band hoger is dan buiten de band wordt de rubber afsluiter tegen een nauwe opening gedrukt waardoor de opening luchtdicht wordt afgesloten.
Bij hoge temperaturen, een grote belasting en ruw asfalt slijten banden bijvoorbeeld beduidend sneller dan normaal. Bij Schwalbe standaardbanden kan men grofweg uitgaan van een kilometrage van 2.000 tot 5.000 kilometer. De banden uit de Marathon-familie gaan in de regel tussen de 6.000 en 12.000 kilometer mee.