De hoeveelheid as van uw overleden dierbare dat vrijkomt na de crematie. De gemiddelde hoeveelheid as die vrijkomt na de crematie van een volwassene is ongeveer 3 tot 3.5 liter.
Er blijven botten, as en edelmetalen (zoals een kunstheup) over. De metalen worden verwijderd met een magneet. De resten wordt fijngemalen. Het as zoals wij het kennen, wordt in een asbus bewaard met het identificatiesteentje.
De hoeveelheid as die overblijft na crematie van een overleden volwassen persoon is doorgaans ongeveer 3 tot 3,5 liter. Helaas is van tevoren niet met 100% zekerheid te bepalen of een urn inhoud van 3 tot 3,5 liter in alle gevallen voldoende is. Soms is een urn met een inhoudsmaat van ongeveer 3,5 tot 4 liter nodig.
Het wit-grijze poeder is de as
Wat men uit de crematieoven haalt na crematie, is een menselijk lichaam maar dan enkel de botten. De vermaling van deze botten of beenderen, zorgen voor het wit-grijze poeder dat we kannen: as.
Bij het cremeren wordt de kist in een crematieoven geplaatst. De kist vergaat daarbij door de hitte. Voorafgaand aan een crematie is er vaak een uitvaartdienst of een kerkdienst, maar het hoeft niet. Na het afscheid brengt de uitvaartondernemer de kist naar de ovenruimte, waar de uiteindelijke crematie plaatsvindt.
Elk geval is anders. De wetgever gaat er van uit dat na een begraving van 10 jaar een lichaam helemaal geskeletteerd is. Dat houdt in dat alleen de belangrijkste grote botten over zijn. Bij sommige mensen zal dit al na 5 of 7 jaar het geval zijn, afhankelijk van de omstandigheden.
Eén van de stoffen die het makkelijkst vergaan, zeker wanneer het over 100% katoen gaat. In een (georganiseerd) composteringsproces zou het materiaal ongeveer na 1 week tot 5 maanden verdwenen moeten zijn.
De weke delen van een lichaam zoals ogen en ingewanden zijn na enkele weken of maanden weg. Het spierweefsel (zeg maar het vlees) gaat veel en veel langzamer. Dat komt omdat er in de grond vrij weinig zuurstof doordringt, waardoor er een langzame stofwisseling en langzaam ontbindingsproces is.
Van een volwassen persoon blijft ongeveer 1,5 kg as over na een crematie.
Cremeren is het proces waarbij een overleden lichaam wordt verbrand. Het verbranden van het lichaam doet voor diegene geen pijn, je voelt er dan niks meer van want alleen je lijf is er nog.
Verbrandt het hele lichaam tijdens een crematie, dus ook de botten? Nee, de botten vallen uit elkaar, doordat elementen hiervan verdampen. Na de crematie worden de asresten vermalen tot as.
Waarom wordt as niet meteen vrijgegeven? In Nederland wordt na een crematie niet meteen het as vrijgegeven. Hiervoor is een vaste periode van 1 maand vastgelegd in de As-wet. Een reden hier van is dat de overheid hierdoor nog een maand de mogelijkheid heeft het as te onderzoeken.
Strooi de as laag bij de grond of graaf een kuiltje waar de as in kan. De as kan je bedekken met bladeren. Als je gaat verstrooien op het water, houd er dan rekening mee dat de as een tijdje op het water blijft liggen. Bloemblaadjes of bloemen kunnen dat beeld een beetje verzachten.
Op het ander lint komen de namen van wie het rouwwerk is. Een derde rouwlint in het midden is ook mogelijk. Wanneer het een crematie betreft wordt er nooit gekozen voor “Rust zacht” omdat dit verkeerd kan overkomen bij de nabestaanden. Er passen 50 tekens (inclusief spaties) op een rouwlint.
Het crematieproces
De duur van de crematie hangt af van het soort oven, het gewicht van de overledene en de kist. Gemiddeld duurt het verbrandingsproces 55 minuten tot anderhalf uur, maar het kan ook korter of langer duren.
Volgens de meeste mensen en religies gaat het zo: als je lichaam sterft, treedt je onstoffelijk ziel eruit, om op weg te gaan naar het hiernamaals of een volgend leven. Een aardig idee, dat het helaas zonder wetenschappelijk bewijs moet stellen – en niet omdat wetenschappers hebben nagelaten ernaar te zoeken…
De meeste crematieovens werken op gas. Voor een reguliere crematie is gemiddeld 60 m3 gas nodig. Dat is evenveel gas als 140 keer warm douchen. Er bestaan ook elektrische crematieovens.
Er is nog een andere reden waarom de asresten pas na een maand vrijgegeven worden. Het geeft justitie de kans de as te onderzoeken op zaken die kunnen wijzen op een niet-natuurlijke doodsoorzaak. Denk bijvoorbeeld aan gifsporen. Gelukkig is daar in veruit de meeste gevallen geen reden toe.
Voor een crematie wordt de oven voorverwarmd tot zo'n 800 graden Celsius. Tijdens de verbranding loopt de temperatuur op tot zo'n 1100 graden Celsius. Een crematie duurt gemiddeld zo'n vijf kwartier. Na de verbranding worden de as van de overledene en andere overblijfselen (identificatiesteentje, metalen) verzameld.
Binnen twee weken na intreding van de dood komen producten van ontbinding uit de lichaamsopeningen zoals uit de mond, de neus, de anus en eventuele andere lichaamsopeningen (bijvoorbeeld wonden). De stank van rotting is op dit moment overweldigend aanwezig.
Na de verzorging kan men bij een intacte huid van zowel de overledene, als nabestaande of verzorger, iemand zonder problemen aanraken. Voor het sluiten van de ogen, is het vaak al voldoende ogen direct na het overlijden met de vingers dicht te strijken.
Als er wordt gesproken over het schoonmaken na een overlijden of onopgemerkte dood, ligt de nadruk vaak op het risico van bloed overdraagbare ziekteverwekkers. Dit zijn ziektekiemen die in bloed leven en zeer veel ellende kunnen veroorzaken. Sommige van deze ziektekiemen worden bacteriën genoemd en anderen virussen.
Het is zeker geen kwestie van weken of maanden. Voor een lijk in een kist helemaal verteerd is (verdwenen is), moet u aan tientallen jaren denken. Soms kun je na honderden jaren nog skeletten of delen van skeletten op een oude begraafplaats vinden. Soms is na 20 of 30 jaar alles helemaal weg.
Na verloop van tijd zakken de zijkanten van de kisten in elkaar, maar de (kisten met de) lichamen zakken niet dieper de grond in. Die blijven allemaal liggen op de diepte waarop ze begraven zijn. In een 3-persoons graf worden de kisten vaak geplaatst op dieptes van ongeveer 120 cm, 210 cm en 300 cm.
Grofweg kan je aanhouden dat massief vuren- of populierenhout 10 tot 15 jaar goed blijft. Eikenhout en tropisch hout 25 tot 50 jaar. Wanneer je kiest voor een fineer houten kist, dat is spaanplaat met een heel dun laagje hout eroverheen, moet je rekening houden met een houdbaarheid van een maand.