Een ruststroom van minder dan 40 milliampère (0,04 A) is toegestaan. Ruststroom noemen we ook wel “lekstroom”. Op het moment dat de ruststroom hoger is dan 40 mA is er sprake van een ruststroomverstoring.
Hoe meet je lekstroom? deze meet je door de min pool van de accu los te maken en er een multimeter tussen te hangen deze stel je in op ampère waarna de lekstroom wordt aangegeven. als je niet in het bezit bent van een multimeter kan er ook een spanningszoeker tussen je accupool en accuklem geplaatst worden.
Een lekstroom kan ontstaan door een beschadiging of een defect in een elektrisch apparaat waardoor onverwachts spanning op het gehele apparaat komt te staan. Hierdoor loopt er stroom weg via de aarde met als gevolg dat er meer stroom ingaat dan dat er uitgaat. Dit geldt alleen voor een geaard apparaat.
In veel apparaten zijn bijvoorbeeld transformatoren en/of bijvoorbeeld condensatoren aanwezig, veroorzakers van (kleine) lekstromen. Door niet enkel de fase, maar ook de nul te schakelen kan lekstroom als veroorzaker van gloeiende LED-lampen voorkomen worden. Gebruik in dat geval een tweepolige schakelaar.
Ampere meter in serie tussen de min pool van de accu en het chassis zetten. Kijken hoeveel ampère lekstroom je hebt. Dan 1 voor 1 de zekering los trekken. Als hij naar 0 valt gevonden.
Normaal gesproken is dat van een auto van deze generatie tussen de 30 en 80 mA (0,04 - 0,08 Ampère). Als het ver boven de 0,1 Ampère komt, dan spreken we van een bovenmatig stroomverbruik in ruststand, en moet de oorzaak worden opgezocht en verholpen.
Lekstroom is gevaarlijk omdat zaken onder stroom staan die niet onder stroom mógen staan. Bijvoorbeeld een vloer die onder water staat, een lamp, een metalen behuizing van een wasmachine, of een koffiezetapparaat. Als je in het water gaat staan, of een lamp aanraakt, kan je geëlektrocuteerd worden.
Bepaalde LED lampen zijn zo energiezuinig dat de lekstroom genoeg vermogen biedt om een heel klein beetje licht te geven. Dit komt vooral voor bij LED lampen met veel kleine LEDjes en minder bij PowerLED lampen. Het kan verder weinig kwaad en beïnvloed de levensduur van de lamp nauwelijks.
Algemeen. In de meterkast van uw huis bevindt zich de groepenkast waarin de aardlekschakelaar(s) en alle afgaande groepen (automaten)zitten. Hier hoort ook een groepenkaart bij aanwezig te zijn waar u op kunt zien welke groep welk gedeelte van het huis van energie voorziet en achter welke aardlekschakelaar deze zit.
Er zijn twee methodes voor het meten van verliesstroom. Bij de ene omsluit men de aardingsgeleider met de stroombek en bij de andere omsluit men twee geleiders (of drie geleiders, eventueel met nulgeleider) tegelijkertijd (zie tekening).
Staat de auto langer dan drie weken stil, dan zou de accu wat uitgeput kunnen raken. ,,Een auto heeft stille verbruikers: denk aan de klok, radio of het centraal vergrendelingssysteem. De auto verbruikt daar ook stroom mee als hij stilstaat. Dan kunnen er accuproblemen ontstaan.
Te lage of te hoge laadspanning
De laadspanning moet altijd tussen de 13,8 en 14,8 volt zitten. Door een te lage of te hoge laadspanning raakt de accu van de auto leeg. Bij een te lage laadspanning laadt de accu tijdens het rijden niet goed op. Een te hoge laadspanning leidt tot het opblazen van de accu.
Om de lekstroom te meten kan je een ampere meter (multimeter) tussen je aarde draad plaatsen. Je meet dan de stroom die dus via je je apparaten lekt naar de aarde. Je kan heel makkelijk meten welke apparaten er lekken door ze in of uit te schakelen.
De dealer of een gespecialiseerd bedrijf kan de dynamo vervangen. Voor een gemiddelde auto kost dat € 400. Montage vergt een half uur tot, in sommige gevallen, 5 uur! (€ 40 tot € 400).
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan bedrading versleten zijn, een stopcontact kortsluiting geven, de hoofdzekering kapot zijn of een algehele stroomstoring bij de aanbieder zijn.
Schakel de stroom in en plug de stekkers één voor één weer in. Valt de stroom uit zodra u een stekker in het stopcontact doet? Dan veroorzaakt het betreffende apparaat de kortsluiting.
Ook als de fase en de nul zijn uitgeschakeld, kunnen andere stroomdraden die in dezelfde leiding lopen ervoor zorgen dat er inductiespanning ontstaat. Als dit zo is, zal de LED lamp alsnog kunnen branden, terwijl de tweepolige schakelaar uitgeschakeld is.
Hoe test ik de aardlekschakelaar? Op de aardlekschakelaar zit een testknop met de letter “T”. Deze knop moet ingedrukt worden om te testen, de achterliggende installatie wordt uitgeschakeld. Na het testen moet de aardlekschakelaar normaal worden ingeschakeld.
LED lampen kunnen dus ook nooit brandgevaar veroorzaken of verbranden. Een LED lamp produceert licht op een 'koele' en duurzame manier. Kies voor LED en je maakt een energiezuinige en milieuvriendelijke keuze!
Als de led lamp blijft nagloeien en dit is te wijten aan de lamp zelf, is het in principe geen probleem. Als het zwakke licht storend is, bijvoorbeeld in de slaapkamer, helpt het alleen om de led-lichtbron te vervangen door een ander type.
Denk maar aan de modem, de tv die gemakshalve in stand-by wordt gezet, de laders van smartphone of elektrische tandenborstel die in het stopcontact blijven steken. Dat onnodige stroomverbruik noemen we sluipverbruik of sluimerverbruik.
Als de lampen flikkeren, dan heeft u in de meeste gevallen last van lekspanning. Lekspanning ontstaat doordat de stroomleiding van de LED lampen in de buurt loopt van een andere stroomleiding met een hoge spanning. Omdat LED verlichting nauwelijks stroom nodig heeft, stroomt er een lage spanning door deze leiding.