Volgens het Arei heeft u maximaal 8 punten per kring ongeacht of het nu een schakelkring of stopcontact(groep) is. een punt is niet altijd 1 stopcontact of lamp.
De regel welke een maximum van 8 (enkel-of meervoudige)punten oplegt, geldt enkel voor stopcontacten. Wel is het zo dat in een gemengde stroombaan (stopcontacten + lichtpunten) elk lichtpunt als stopcontact geteld dient te worden. De intrede van het nieuwe AREI heeft wat dit betreft niets veranderd.
Wilt u weten hoeveel Watt u op een groep kunt aansluiten, dan vermenigvuldigt u de stroomsterkte met de spanning op het stopcontact. Dit betekent dat u in het beschreven voorbeeld 3.520 Watt op een groep aan mag sluiten: 16 x 220. U kunt ook zeggen, dat er op een groep 3,52 kW mag worden aangesloten.
Wanneer in een verlichtingskring echter één of meerdere stopcontacten geplaatst zijn, we noemen dat een "gemengde" kring, dan telt elk lichtpunt als één stopcontact, en mogen er niet meer dan 8 stopcontacten en lichtpunten in de kring aanwezig zijn.
In een stroombaan stopcontacten mogen slechts 8 enkelvoudige of meervoudige stopcontacten geplaatst worden. Een gemengde stroombaan moet volledig geplaatst worden met geleiders met een sectie van 2,5 mm. Wat het aantal betreft wordt elk lichtpunt aanzien als stopcontact.
Volgens de algemene bepalingen van het Nederlands Normalisatie Instituut welke de NEN voorschrijft moeten alle apparaten welke meer dan 2.000 watt gebruiken en of “natte groepen” zijn dienen op een aparte groep worden aangesloten. Een uitzondering hierop zijn apparaten welke minder dan 10 minuten gebruikt worden.
Afbakenen van de inbouwplaats van het stopcontact
In een droge ruimte moet de middenlijn van het potje zich op minimum 15cm van het vloeroppervlak bevinden. In een vochtige ruimte is dit zelfs 25cm. Wenst u een tweevoudig of een drievoudig stopcontact te plaatsen, houd dan rekening met de opstelling.
Je mag maximaal 8 contactdozen per kring installeren Voor het aantal contactdozen moet je rekening houden met de meervoudige contactdozen die in dezelfde behuizing gemonteerd zijn, volgens deze verdeling: een sokkel met 2 mechanismen telt voor 1 contactdoos.
Een maximum aantal kringen is echter niet bepaald. Er mogen dus gerust meer kringen geplaatst worden achter deze 30mA-differentieelschakelaar. Er dient echter wel op gelet te worden dat de Inom (nominale stroomwaarde) van de differentieelschakelaar voldoende is.
Beperk wel het aantal draden per kooiklem van een automaat tot maximum twee, zo voorkom je dat de draden niet goed vastgeklemd te zitten.
Hoeveel groepen mogen maximaal in een groepenkast? Het aantal groepen in een 1 fase groepenkast is maximaal 12 groepen. Jouw type aansluiting kun je bijvoorbeeld nazien op de kilowattuurmeter. Vaak staat op de meter of het een 1 fase of een 3-fase meter betreft.
Hoeveel lampen kunnen er op de transformator? Dat hangt af van de totale installatiewaarde (VA) van de verlichting die je wilt aansluiten. Je kan tot 50 resp. 100 VA aansluiten op de HUB-50/100 en de SMART HUB-150 kan tot 150 VA aan verlichting van stroom voorzien.
Eigenlijk is die regel van 10 lichtpunten voor een lichtkring er ook maar, omdat het AREI voorschrijft, dat je op 1 kring maximum 10 stopcontacten (multi wordt geteld als 1) mag hangen, waarbij een lichtpunt geteld wordt als een stopcontact.
Wilt u meerdere lampen aan één lichtpunt ophangen? Dan zijn lasklemmen ontzettend handig om te hebben! Met een lasklem kunt u er zeker van zijn dat alle stroomdraden op de juiste manier met elkaar verbonden zijn. Om twee lampen aan één lichtpunt te bevestigen, heeft u twee lasklemmen nodig.
De reglementering verplicht de plaatsing van een verliesstroomschakelaar van 30mA op de kringen van de vochtige ruimten of plaatsen waar een wasmachine, droogkast of vaatwasser staat. Een verliesstroomschakelaar van 300mA heeft een lagere gevoeligheid en zal pas in werking treden bij een grotere hoeveelheid lekstroom.
Ampère in huis
Dan geldt de volgende formule: vermogen (watt) = stroomsterkte (ampère) x spanning (volt). Een lamp van 80 watt heeft dus een amperage van 0.35 (80W: 230V). Een stopcontact in huis kan maximaal 16 ampère leveren bij 230 volt. Dit is afhankelijk van het stopcontact en de kwaliteit van een stekkerdoos.
Verliesstroomschakelaar 30ma of 300ma
Dit houdt in dat de aardlekschakelaar de stroom uitschakelt als er lekstroom met deze waarde ontstaat. Een verliesstroomschakelaar van 300mA is voor droge ruimtes zoals slaapkamers, de zolder, de living maar tevens zonnepanelen.
Achter elke differentieelschakelaar mogen maximaal vier groepen worden geplaatst.
Opmerking: differentieelschakelaars type B zijn bedoeld voor kringen op wisselstroom, waarvan de foutstroom een gelijkstroom kan zijn. Ze zijn niet bedoeld voor kringen die zelf op gelijkstroom werken. Er zijn toestellen op de markt, die gemaakt zijn om af te schakelen bij een foutstroom van 6 mA DC.
Ook de installatie van een aardingsonderbreker of aardingsschakelaar is verplicht. Dankzij dit systeem kan men de hoeveelheid elektriciteit meten en controleren die via de aarding stroomt (dit is de zogenaamde 'spreidingsweerstand').
Bij verlichting gebruik je een automaat of zekering van 16 Ampère. Kookeilanden krijgen meestal 32 of 40 Ampère automaten. Verwarmingstoestellen of airco ( geen monoblocks maar vaste airco ) werken met een automaat van 40 tot 50 Ampère.
Volgens de regels van het AREI mag je een stopcontact alleen plaatsen op een afstand van minimaal 61cm van de wastafel, bad of douche (zone 3). In de directe zones (0 t/m 2) mag je dus géén stopcontacten plaatsen (220 volt).
Dat kan prima, de meeste stopcontacten hebben 'dubbele aansluiting', elk draad heeft 2 aparte gaatjes voor de kabels.
3 keer mag doorlussen.
U kunt van een enkel stopcontact een dubbel stopcontact maken. Houd er hierbij rekening mee, dat het afhankelijk is van het apparaat wat u hierop aan wilt sluiten of dit mogelijk is. Zo is het vaak niet mogelijk om naast een vaatwasser ook een andere grootstroomverbruiker te gebruiken op een dubbel stopcontact.