Wie iets nieuws leert, herhaalt de leerstof dus eerst en vooral de dag erna.Daarna laat je 3 dagen tussen, een week, 2 weken, een maand… Wie een maand na de laatste studiesessie de leerstof nog altijd kent, zal er zeker van zijn dat die de leerstof ook zal kennen op het examen!
Wanneer je informatie wilt onthouden door herhalen dan herhaal je het in je kortetermijngeheugen net zo vaak totdat de hersenen er een chemische verbinding van maken. Je zult alles wat je dan voor de rest van je leven wilt onthouden minimaal 300 keer moeten herhalen; Dit moet je verdelen over 7 verschillende momenten.
Gespreid herhalen
Er is veel herhaling nodig om te zorgen dat leerlingen onthouden wat ze hebben geleerd. Door te herhalen wordt de leer- stof in het langetermijngeheugen opgeslagen, zodat het niet meer vergeten wordt en over een maand, jaar of decennium nog steeds kan wor- den opgehaald en gebruikt.
Waarom herhalen
Herhalen zorgt ervoor dat je informatie langer kunt onthouden. Dus door de leerstof te herhalen, gaat de informatie in je geheugen van herkennen naar kennen en weten.
Herman Ebbinghaus ontdekte het volgende: In de eerste twintig minuten nadat je hebt geleerd, vergeet je relatief gezien het meest. In het eerste uur nadat je iets hebt geleerd, vergeet je ongeveer de helft. Na ongeveer een dag neemt hetgeen je vergeet af.
Herhaling zorgt ervoor dat je informatie langer kan onthouden. Mensen hebben namelijk de neiging om een voorkeur te ontwikkelen voor mensen of dingen die herkenbaar voor hen zijn. Een herhaling van een boodschap zorgt voor herkenning waardoor mensen hier een positiever gevoel bij krijgen.
Namelijk anderen iets leren óf direct zelf toepassen wat je hebt geleerd. De piramide is als volgt: Je onthoudt 90% van de informatie die jij een ander leert óf wanneer je direct de informatie toepast die je leert. Neem je informatie tot je en pas je dat op een later moment toe, dan onthoud je 75% van de stof.
De kracht van herhaling
Ook stelde Pimsleur dat als bij de herhaling items goed zijn herinnerend deze de keer daarna minder snel hoeft herhaald te worden. Hierdoor wordt uiteindelijk veel beter geleerd. Dit principe is in later onderzoek ook vastgesteld door Thomas Landauer en Robert Bjork (1978).
Het heeft geen zin om vlak voor het examen alles nog eens te herhalen. In die korte tijd ga je niets meer onthouden. Je staat beter wat vroeger op om rustig de leerstof te overlopen. Idealiter zou je de leerstof tot 4 keer moeten herhaald hebben voor je het examenlokaal binnenstapt.
Maak gebruik van letterwoorden. Dat zijn woorden die je maakt met de beginletters van een reeks woorden (bv: ROGGBIV = de kleuren van de regenboog) Verzin een fantasierijk verhaal met de leerstof en/of woorden die je moet onthouden. Zoek relaties en verbindingen tussen woorden.
Bij spanningen en heftige gebeurtenissen kan het erger worden. Ook bij een depressie, sommige medicijnen of ziekten werkt het geheugen soms minder goed. U kunt ook andere klachten hebben, zoals problemen met aandacht of dingen begrijpen.
Het langetermijngeheugen kan niet vol raken. Door hersenletsel of andere hersenziektes kan het wel worden aangetast.
De universitaire richtlijn ligt op 40 à 50 uren per week
Op een gewone dag volstaan 8 uur, zoals op een normale werkdag. Althans tijdens het semester. In de examens zelf is het anders. In de examens kan je beter 10 uur per dag studeren.
Tijdens een hoge activiteitsgraad kan je brein meer en beter informatie opslaan. Volgens de Amerikaanse socioloog Mariah Evans kan je het best studeren tussen de late voormiddag en de avond: tussen 11u en 21u30. Vroeg starten is dus niet persé beter. Als je te moe bent, kan je niet vlot werken en word je gefrustreerd.
Lester verwijst in zijn artikel naar de Amerikaanse psycholoog Jerome Bruner; die 'onderzoek citeert waaruit blijkt dat mensen slechts tien procent onthouden van wat ze horen, dertig procent van wat ze lezen en ongeveer tachtig procent van wat ze zien en doen.
In 1986 onderzocht wetenschapper Thomas Landauer hoeveel visuele en verbale informatie een mens kan opslaan, en hoe snel een mens deze informatie vergeet. Zijn conclusie: een gemiddelde volwassene slaat in zijn leven ongeveer 125 megabyte informatie op. Dit kunt u vergelijken met honderd dikke leesboeken.
Van wat ze lezen 20%, van wat ze doen 50% en van wat ze zelf ontdekken 100% We hoeven niet over deze cijfers in discussie te gaan om te begrijpen dat zoiets geen argumentatie is voor een ander type onderwijs (niet lezen, niet luisteren, maar zelf doen en zelf ontdekken).