Er komt natuurlijk een moment dat je Lavendel bijna is uitgebloeid. Als je dan alle stengels met de uitgebloeide bloemen afsnoeit, zal vaak tegen het einde van de zomer een tweede bloei ontstaan. Zo kan je twee keer genieten van deze prachtige bloemen!
Wat veel mensen helaas nog niet weten is dat je een lavendel een tweede bloei kunt geven. Dit kan door de lavendel na de bloei of op het einde van zijn bloeiperiode terug te snoeien. Vervolgens vormen er nieuwe bloemknippen, waarna de lavendel ne enkele weken weer in bloei staat.
De lavendel is één van de makkelijkste planten om te snoeien, want het enige wat je hoeft te doen is takjes met de dode, uitgebloeide bloemetjes weghalen. Dat mag vrij rigoureus: je kunt met een heggenschaar alle dode takjes wegknippen tot een hoogte van ongeveer 15 tot 20 cm. Na de bloei snoei je dus tot ⅓ terug.
Na de bloei (uiterlijk september) kunt u lavendel voor de tweede keer snoeien. U knipt dan de uitgebloeide aren af tot in het groen, het is vooral cosmetische snoei, het gaat om het weer in model knippen. Bovendien blijft het struikje zo mooi compact.
Wij van Verschoor Groenprojecten planten jaarlijks heel wat lavendels in de Nederlandse tuinen. Een lavendelplant is een sterke plant die wel 15 tot 30 jaar oud kan worden.
Het is echt wel nodig om de planten mooi in vorm te houden. Niet gesnoeide lavendel zal snel verwilderen en de groei zal zich verplaatsen van de binnenzijde van de plant naar de buitenzijde. De plant groeit dan enkel nog aan de toppen terwijl de rest van de twijgen sterk gaat verhouten en kaal wordt.
Voor lavendel geldt dat je twee keer per jaar snoeit, en dit: Voor de bloei: in het voorjaar, na de winter (maart-april). Opgelet, het mag niet meer vriezen! Na de bloei: in het najaar, in september.
Lavendel snoeien in het najaar (na de bloei)
Het wordt ook wel vormsnoei genoemd. Je knipt daarbij de uitgebloeide bloemen af met een heggenschaar en neemt een klein stukje van de bovenkant van het groen mee. Zo krijgt hij weer vorm. Het 'echte' snoeien doe je pas in het voorjaar.
Het is wel belangrijk om de Lavendel ieder voorjaar kort te snoeien (ca. 15 cm boven de grond) zodat er vanuit het hart steeds weer jonge scheuten groeien. Wordt de plant niet kort geknipt dan zal de Lavendel snel verhouten en uit elkaar vallen.
Kuiflavendel (Lavandula stoechas) 'Anouk' bloeit vroeger in het jaar dan de 'gewone' lavendel (Lavandula angustifolia) en bloeit bovendien langer door: van vroeg in het voorjaar tot laat in de zomer. De meest intense bloeitijd is mei-juli.
Wij adviseren om de lavendel tweemaal per jaar te snoeien. De eerste keer na de bloei, waarbij je alleen de uitgebloeide bloemtakken wegsnoeit. De tweede keer na de winter (begin maart), waarbij de 1-jarige scheuten van vorig jaar tot bijna op het oude hout teruggesnoeid mogen worden.
Lavendel mag je (bijna) nooit water geven. Zelfs in droge periodes in de zomer vindt de plant zelf nog zijn water. Enkel bij nieuwe aanplantingen moet je water geven in droge lentes en zomers. Lavendel zal zelden afsterven vanwege te weinig water, echter wel bij teveel water.
In de periode eind maart-april kun je voor het eerst snoeien, steeds zo diep als er nog scheuten of uitlopers aan de plant zitten en nooit daaronder. Hoe later je snoeit, hoe later de struik gaat bloeien. De tweede snoeibeurt geef je als de lavendel is uitgebloeid, in augustus, uiterlijk september.
Lavendel is een heerlijk geurende én groenblijvende heester. Ideaal voor in de border maar ook leuk in een pot op het terras.
Lavendel staat vooral bekend om haar geur. Maar wist je dat deze plant ook een bewezen geneeskrachtige werking heeft? Etherische lavendelolie werkt ontsmettend en pijnstillend. En wordt gebruikt bij ontstekingen en kneuzingen, maar ook wonden.
In een witte border staat de indrukwekkende Lavandula angustifolia 'Alba' erg mooi, heb je maar een klein tuintje kies dan de dwergvorm 'Nana alba', met sneeuwwitte bloemen. De mooiste roze zijn 'Miss Katherine' (75 cm) en 'Loddon Pink'; 'Rosea' is een klassieker.
Wat zon betreft is de volle zon de meest ideale standplaats voor jouw Lavendel. Maar halfschaduw of een schaduw standplaats is ook geen enkel probleem. Wel moet je rekening houden met het feit dat jouw Lavendel minder uitbloeit zoals die dat wel doet in de volle zon. Ook zal de Lavendel minder bloemen bevatten.
De plant krijgt te weinig zonlicht
Lavendel is een plant die van veel zon houdt. Het liefst staat de plant de hele dag in zon, waardoor de plant ook beter gaat groeien en bloeien. Eén van de meest voorkomende oorzaken waarom een Lavendel niet bloeit, is dat deze te weinig zonlicht krijgt.
De lavendel heeft niet heel veel water nodig. Lavendel in pot kun je het beste, als het niet geregend heeft, 2x per week water geven. Wanneer de lavendel in de tuin staat geef je hem alleen water als het erg warm en droog is.
Naast de heerlijke geur en de mooie paarse kleur, trekt de lavendel vlinders aan. Daarnaast bloeit de plant lang, van juni tot ver in de nazomer. En is hij zeer winterhard en (half)wintergroen. Dus dat is lang genieten van deze mooie plant!
Lavendel houdt van arme, goed doorlatende grond. Knip een stek van 5-8 cm van de plant en haal de top eruit. Verwijder de onderste blaadjes en snij de steel schuin af. Steek de stekjes in de grond tot aan het blad.
Lavendel heeft minimaal 6-8 uur dagelijkse blootstelling aan de zon nodig en geeft de voorkeur aan warme en matig droge klimaten, milde winters en zonnige zomers.
Lavendel verdraagt geen zure grond. De ideale plantafstand voor dwergplantjes zoals de Hidcote is 35 centimeter. Voor grotere planten zoals de Munstead is dat 40 à 45 centimeter. Plant je lavendel als bodembedekker, reken dan op 6 à 7 planten per vierkante meter.
Lavendel is een kalkminnende plant. Strooi daarom na het planten drie à vier keer de op de verpakking voorgeschreven hoeveelheid kalk bij de planten. Verwerk een deel van de kalk in de grond. Mesten moet u juist niet doen.
Lavendel zijn groenblijvende planten die hun bladeren zelfs tijdens de vegetatierust behouden. Dit vraagt om een lichte plaats in de kas, serre of voor het raam. De temperaturen moeten bij voorkeur laag blijven, omdat hoge temperaturen de plantengroei tijdens de rustperiode stimuleren.