Het vrijeschoolonderwijs in Nederland omvat scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Vrijescholen spreken zelf van kleuterschool (4 tot 6 jaar), onderbouw (6 tot 12 jaar, klas 1 t/m 6) en bovenbouw (12 tot 18 jaar, klas 7 t/m 12).
Op de vrijeschool zitten kinderen uit dezelfde leeftijdscategorie bij elkaar in de klas. Deze kinderen blijven hun gehele lagere schoolperiode bij elkaar in de klas. Het gebeurt vrijwel nooit dat een kind blijft zitten. Een leerkracht blijft in principe de gehele lagere schoolperiode bij dezelfde groep kinderen.
De vrijeschool is een onderwijsconcept dat is gebaseerd op persoonsvorming. Met het woord 'vrij' wordt bedoeld dat een leerling zich in vrijheid op elk vlak van zijn persoonlijkheid moet kunnen ontwikkelen. Daarom zijn er naast de gewone leervakken ook standaard veel creatieve- en doevakken.
Zelfontplooiing, creativiteit en kunstzinnig onderwijsaanbod spelen hier een grote rol in. Naast aandacht voor onderwijs, besteedt de vrijeschool ook veel aandacht aan opvoeding. De vrijeschool gelooft erin dat onderwijs uit meer bestaat dan goed leren lezen of rekenen en wil betekenis hebben in het leven van een kind.
Een aanpak gebaseerd op het mensbeeld uit de antroposofie, een visie op de mens, bestaande uit lichaam, ziel en geest. Vrijeschoolonderwijs vraagt om situaties waarin leraren en leerlingen het beste dat ze in huis hebben laten zien, zich door elkaar laten uitdagen en elkaar inspireren.
De vrijeschool biedt een breed onderwijspakket aan. Kinderen leren niet alleen lezen en rekenen, maar ook vreemde talen spreken, dansen, toneelspelen, zingen, schilderen. Ze werken in de tuin en vieren feest. De vrijeschool wil kinderen al die bagage meegeven, zodat zij later van alle markten thuis zijn.
Op een daltonschool leren leerlingen zelfstandig en binnen een bepaalde tijd taken afronden. Daarnaast leren zij op tijd hulp inschakelen als dit nodig is. Op die manier wordt hun probleemoplossend vermogen en zelfstandigheid gestimuleerd.
De kern van het vrijeschoolonderwijs wordt vaak omschreven als onderwijs voor hoofd, hart en handen. In de visie van vrijescholen moet er voor het denken, het gevoelsleven en een sterke motoriek evenveel aandacht zijn in het onderwijs.
Op een Waldorf school leren kinderen dezelfde dingen als op een reguliere basisschool, maar dan méér en breder. Ze leren niet alleen basisvaardigheden als lezen, schrijven en rekenen, maar krijgen ook les in vreemde talen en in dansen, toneelspelen, zingen en schilderen.
Montessori is een onderwijsconcept voor de voorschool, basis- en voortgezet onderwijs. Op een montessorischool leren kinderen zelfstandig werken en zitten zij met meerdere jaargroepen in een klas. Tegenwoordig combineren montessorischolen vaak montessorimateriaal met reguliere taal- en rekenmethodes.
Een steinerschool, genoemd naar grondlegger Rudolf Steiner (1861-1925), is een methodeschool waar les wordt gegeven op basis van de steinerpedagogie. Het steineronderwijs maakt deel uit van een internationale schoolbeweging en omvat scholen voor basisonderwijs en secundair onderwijs.
Jenaplan is traditioneel vernieuwingsonderwijs, waarin de ontwikkeling van het kind centraal staat. De meeste jenaplanscholen werken met stamgroepen, waarbij kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in een groep zitten.
In 1919 vroegen de arbeiders van de Waldorf-Astoria sigarettenfabriek in de Duitse stad Stuttgart Rudolf Steiner een school op te richten waarin hun kinderen volgens de uitgangspunten van Antroposofie en Sociale Driegeleding zouden worden onderwezen.
Hij is bekend geworden als grondlegger van de antroposofie en haar praktische toepassingen. Een belangrijk uitgangspunt van Rudolf Steiner is dat elk kind uniek is en de gelegenheid moet krijgen om zich volledig te ontplooien. De nadruk ligt op de natuur en natuurlijke materialen zoals wol, steen, hout of bijenwas.
Hoeveel vrijescholen zijn er in Nederland? Er zijn in totaal 120 vrijescholen in Nederland die via een bestuur zijn aangesloten bij de Vereniging van vrijescholen. Dat gaat om 94 vrijescholen in het primair onderwijs en 26 vrijescholen in het voortgezet onderwijs.
Vrijeschoolonderwijs (internationaal ook wel Waldorfonderwijs genoemd) is gebaseerd op de antroposofische pedagogiek van de Oostenrijkse schrijver en pedagoog Rudolf Steiner (1861-1925), die ervan uitgaat dat kinderen leren door te ervaren.
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
Kinderen die niet heel zelfstandig, verantwoordelijk of gemotiveerd zijn, kunnen baat hebben bij daltononderwijs. Het is echter ook mogelijk dat sommige van die leerlingen de vrijheid van de daltonscholen niet aankunnen en juist behoefte hebben aan meer sturing, structuur en toezicht.
Ik raad zeker aan om naar de opendeurdagen van scholen te gaan, zo leer je de school kennen en kan je veel vragen stellen. Mijn dochter heeft op een daltonschool les gevolgd en dat is mij heel goed bevallen. Het is niet zo dat de kinderen zelf bepalen wat ze leren, maar er wordt hen veel zelfstandigheid bijgebracht.
Antroposofisch opvoeden betekent dat je je heel erg bewust bent dat je kindje 'ergens' vandaan komt, dat het een uniek wezen is met een eigen 'way to go'.
Freinet kwam tot de opvatting dat informatie in een zinvol verband aangeboden moet worden. Het leren gebeurt in een omgeving die het kind herkent en daardoor als de zijne beleeft. Leren is een werkwoord en daarom geven we de leerlingen de ruimte om te onderzoeken, te ontdekken, te experimenteren en te ontwerpen.
Jenaplanonderwijs is voor elk kind geschikt. Het is vooral belangrijk dat ouders zich kunnen vinden in de visie van jenaplanonderwijs. Ouders die veel waarde hechten aan methodes en een leerstofgebonden curriculum zijn waarschijnlijk niet zo enthousiast over jenaplanonderwijs.
Agora-onderwijs is een leercommunity waar men elkaar ontmoet, waar zelfkennis groeit en waar eigen kracht, passie en ongekende mogelijkheden worden ontdekt. Dat gebeurt aan de hand van challenges (leer-/studievragen) met een zelfgekozen reisdoel.