Wanneer je een getal vermenigvuldigt met zichzelf omschrijf je dat als het kwadraat van dat getal. Er is een speciale notatie voor kwadraten. De notatie van het kwadraat van 4, bijvoorbeeld, is 42.
We gaan eerst deze kwadraten helemaal uit ons hoofd leren. Ten eerste geldt: 502 = 2500 en 602 = 3600. De kwadraten van 51 tot en met 59 liggen tussen 2500 en 3600 in, en wel op de volgende manier: 2500, 2601, 2704, 2809, 2916, 3025, 3136, 3249, 3364, 3481, 3600.
Het kwadraat is een getal dat je krijgt als je een getal vermenigvuldigt met nog een keer dat getal. Het kwadraat van 4 is bijvoorbeeld 4 keer 4. De uitkomst van 4 x 4 = 16. Het kwadraat van 4 is dus 16.
√16 = 4. Want: 4 x 4 = 16. √81 = 9. Want: 9 x 9 = 81.
√5 uitgedrukt in verschillende getalstelsels
Een goede benadering van √5 is 161/72 ≈ 2,23611, met een verschil met de exacte waarde van minder dan 1/10.000, ongeveer 4,3 x 10−5, ondanks de kleine noemer van maar 72.
Wortel 3 is het positieve reële getal dat vermenigvuldigd met zichzelf het getal 3 oplevert. Het heeft een waarde van ongeveer 1,73205 en wordt wel de hoofdwaarde van wortel 3 genoemd, om verwarring te voorkomen met het negatieve getal (ongeveer -1,73205) dat gekwadrateerd ook 3 geeft.
Druk op de rechter alt AltGr + 2. Houdt de Alt knop ingedrukt en type 2 5 3.
Voorbeeld: bij de wortel deel je wortel 16 door 4 = 4, maar bij het kwadraat is dit net andersom. Het kwadraat van 4 is 4 maal 4 = 16, het kwadraat van 8 is 8 maal 8 = 64, het kwadraat van 12 is 12 maal 12 = 144 en ga zo maar door.
Het kwadraat is een getal dat je krijgt als je een getal vermenigvuldigt met nog een keer dat getal. Het kwadraat van vijf is bijvoorbeeld vijf keer vijf. De uitkomst van vijf keer vijf is vijfentwintig. Het kwadraat van vijf is dus vijfentwintig.
Bij het kwadrateren, vermenigvuldig je een getal met zichzelf. Worteltrekken is de omgekeerde ofwel de tegengestelde bewerking van kwadrateren. Zo is 32 = 9 en √9 = 3.
De wortel van 144 ligt dus tussen 10 en 15 in. Probeer nu bijvoorbeeld 12 x 12. Dat komt precies uit op 144. Dus: √144 = 12.
32 is de vijfde macht van 2, dus 32 = 25. 32 is de wortel uit 1024.
52 = 25 = 3 + 4 + 5 + 6 + 7. 62 = 36 = 3,5 + 4,5 + 5,5 + 6,5 + 7,5 + 8,5.
Er is een speciale notatie voor kwadraten. De notatie van het kwadraat van 4, bijvoorbeeld, is 42.
[wortel_64] = 8. [wortel_81] = 9. [wortel_100] = 10.
√2 is een irrationaal getal dat bij benadering gelijk is aan: 1,414 213 562 373 095 048 801 688 724 209 698 078 569 671 875.... (met overstreept repeterend deel) wordt als benadering van √2 gebruikt. Deze benadering is tot en met de vierde decimaal correct.
Wanneer je een getal vermenigvuldigt met zichzelf omschrijf je dat als het kwadraat van dat getal. Er is een speciale notatie voor kwadraten. De notatie van het kwadraat van 4, bijvoorbeeld, is 42.
Superscript of subscript toepassen op tekst
Selecteer het teken dat u wilt opmaken als superscript of subscript. Kies op het tabblad Start in de groep Lettertype het startpictogram voor het dialoogvenster Lettertype. Ga naar het tabblad Lettertype en schakel onder Effecten het selectievakje Superscript of Subscript in.
Worteltrekken is de rekenkundige bewerking om een wortel, meestal is de vierkantswortel bedoeld, van een getal te berekenen. Worteltrekken is een van de inverse operaties van het machtsverheffen (de andere inverse operatie is logaritme nemen).
Machten zijn een vorm van rekensommen die te maken hebben met vermenigvuldigen. Je vermenigvuldigt het getal een aantal keer met zichzelf. Een voorbeeld daarvan is dus dat 5 2 hetzelfde is als 5 x 5 = 25. Het getal 2 wordt hier dan ook wel de exponent genoemd.
Voor vierkantswortels wordt sqrt gebruikt. sqrt is een afkorting van het Engelse square root, ofwel vierkantswortel. Voor hogeremachtswortels wordt root gebruikt, het Engelse woord voor wortel. root wordt gevolgd door een underscore en de macht.