Historici schatten dat in de loop der eeuwen tussen de 300.000 en 500.000 mensen in het Colosseum zijn gestorven.
Volgens bronnen zagen de slaven die dode gladiatoren moesten afvoeren eruit als god van de dood om te benadrukken dat niet alleen het lichaam, maar ook de ziel uit de arena werd gehaald.
Gladiatoren waren over het algemeen slaven, ter dood veroordeelde misdadigers of krijgsgevangenen, alle mensen die in de Romeinse wereld geen rechten genoten en wier leven als vervangbaar werd beschouwd, terwijl de veroordeelden en krijgsgevangenen, bijzonder fel omdat ze jarenlang van strijd hadden overleefd en lijden ...
De keizer had zijn eigen comfortabele ruimte met het beste zicht. Senators en rijke Romeinen kregen de op een na beste plekken. Het grootste aantal toeschouwers zat achter hen. Vrouwen, armen en mensen zonder Romeins burgerschap moesten plaatsnemen op de slechtste rijen (bovenin).
Het Colosseum is gebouwd om de mensen in het Romeinse Rijk te vermaken. Ze hadden al hun macht verloren en toch moesten de keizers ze tevreden houden. Ze organiseerden veel evenementen, zoals de gladiatorengevechten in het Colosseum. In het Colosseum vochten de gladiatoren met elkaar, soms op leven en dood.
Vrouwelijke gladiatoren waren zeldzaam, maar komen wel voor in de Romeinse literatuur. Gaius Suetonius Tranquillus schrijft in zijn biografie van diverse keizers – De vita Caesarum – dat keizer Titus Flavius Domitianus het geweldig vond om te zien hoe vrouwen en dwergen in de arena tegen elkaar vochten.
Een gewoon ticket dat je ter plaatse koopt aan de kassa van het Colosseum kost €16 en is 24 uur geldig. Hou hierbij wel rekening met de vaak ellenlange wachtrij! Je kan ook kiezen voor een middagticket wat zo'n € 9,50 kost en geldig is vanaf 14 uur tot sluiting van het Colosseum.
Onder de stola droeg de Romeinse vrouw een tunica. Vrijgelatene, slavinnen en meisjes droegen enkel dit kledingstuk, dat bij vrouwen gewoonlijk langer was dan bij mannen. Op reis en bij slecht weer droegen de vrouwen gelijkaardige schoudermantels en mantels, deels ook met kap, zoals de mannen.
In totaal bestond een legioen uit ruim 5000 mensen. Het Romeinse leger beschikte over 25 tot 34 legioenen. Dus tussen de 125.000 en 170.000 legionairs en hun ondersteuning.
Oorspronkelijk heette het Colosseum “Amphitheatrum Flavium” (Latijn voor het Flavische Amfitheater) naar de Flavische keizer Vespasianus en zijn zonen Titus en Domitianus.
Spartacus is ongetwijfeld de bekendste gladiator uit de Romeinse geschiedenis. Hij was afkomstig uit Thracië (het huidige Balkangebied), gevangengenomen en tot slaaf gemaakt door de Romeinen. Hij werd tot gladiator opgeleid in de gladiatorenschool van Lentulus Batiatus in Capua.
De eerste vermelding van gladiatorengevechten in Rome betreft het jaar 264 v. Chr. De beide zoons van de oud-consul Junius Brutus Pera lieten bij de begrafenis van hun vader drie paren gladiatoren tegen elkaar vechten op het Forum Boarium, de Rundermarkt.
Een gladiator vocht meestal in een arena. De bekendste arena uit de Oudheid was het Colosseum.
Bloeddorstige Romeinse gladiatoren hadden weinig op met vlees. Hun dieet was met veel graanproducten grotendeels vegetarisch. Ook dronken ze een 'powerdrankje' op basis van as van verbrande planten.
De maaltijden van de gladiatoren bestonden – net als die van de 'gewone' bevolking – voornamelijk uit graan en gerechten zonder vlees. Dat gladiatoren in historische bronnen vaak 'gerst-eters' worden genoemd zou niet te verklaren zijn doordat zij in vergelijking tot de 'gewone' bevolking bijzonder veel granen aten.
Er waren allerlei varianten. Zo werden er soms wilde tijgers in het spel gebracht of werden historische veldslagen nagebootst. De gladiatorengevechten dienden niet alleen ter vermaak, maar ook voor het verspreiden van de krijgersethiek en voor het verbeteren van de verstandhouding tussen het keizerlijk hof en het volk.
Het Romeinse leger had lange tijd een indrukwekkende reputatie. Het stond bekend als een sterke, efficiënte krijgsmacht waartegen geen kruid gewassen was. Germaanse en Keltische tegenstanders, hoe driest en moedig ook, waren dikwijls geen partij voor de Romeinse beroepssoldaten.
Het Romeinse leger (exercitus Romanus) zorgde deels voor de uitbreiding van de macht van Rome tot een wereldrijk. Zijn effectiviteit was te danken aan de bewapening, discipline, technieken en tactieken.
Legioenen konden bestaan uit tot wel 6000 krijgers, verdeeld in meerdere cohortes, maar later in de Romeinse geschiedenis werd dit aantal gereduceerd tot 1000, omwille van de grotere mobiliteit.
Schoenmakers waren in het oude Rome gerespecteerde ambachtslieden. Zij maakten diverse soorten schoenen voor klanten die tot de hoogste kringen behoorden. Het gewone Romeinse volk maakte zijn eigen schoeisel. Het was goedkoop en redelijk eenvoudig om sandalen, sandalia of soleae te maken.
Mannen en vrouwen in het Romeinse Rijk droegen een tunica. De tunica was een lang kledingstuk van linnen, wol en/of katoen dat rond het middel met een gordel was vastgesnoerd. Bij de mannen hing de tunica op de knie, maar voor de vrouwen was deze langer.
Veel gebruikt is schapenwol, maar er zijn ook gebieden waar vooral linnen, gemaakt van vlas, wordt gedragen. Daarnaast worden stoffen geweven van andere soorten wol en bijvoorbeeld van brandnetelvezels en zelfs Chinese zijde is bekend. En peperduur. Romeinen houden van kleur.
Diverse aardbevingen brachten grote schade toe aan het gebouw, maar zolang het gebouw in gebruik was werd dit telkens gerepareerd door de Romeinen en later door de Ostrogoten. Tijdens de middeleeuwen volgden twee grote aardbevingen in 847 en 1349, die het Colosseum verder verwoestten.
Als u het Colosseum op eigen gelegenheid bezoekt, reken dan op minstens een uur binnen, 20 minuten buiten en nog een uur rondwandelen op het Forum Romanum. In totaal zult u minstens 3 uur in het gebied doorbrengen, als u wilt vertrekken nadat u al het essentiële hebt gezien.