Houdt de jonge vogel warm en op een rustige, donkere plaats totdat het wordt opgehaald. Zet de jonge vogel in een klein doosje, leg onder in het doosje tissuepapier en leg een handdoek over de bovenkant. Laat de vogel zoveel mogelijk met rust en kijk niet steeds onder de doek hoe het met hem gaat.
Breng de vogel zo snel mogelijk naar de dieren/vogelopvang of een ander erkend vogelasiel of laat dit doen via de dierenambulance. Dit is vooral voor jonge dieren belangrijk.
Voor musjes strooi je er ook nog wat fijn verkruimeld brood tussendoor en wat harde eierdooier. Meeuwen en spreeuwen lusten ook aardwormen; het geeft niet dat er wat aarde aan kleeft, de ouders kijken immers ook niet zo nauw bij het voederen! Drank heeft zo'n jong voorlopig niet nodig.
Vogels voeren
Om de vogels in je tuin een handje te helpen kun je ze bijvoeden. Vogels houden van een veelzijdig menu. Voer ze bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en fruit. Geef geen vloeibare olie, margarine of zoute producten; dit is niet goed voor vogels en kan gevaarlijk zijn.
Een vogel kan dus niet zoals de mens, hond en kat vele dagen tot weken zonder eten. Dit geldt wat minder voor de hele grote vogels dan voor de kleine vogeltjes. Een dag niet eten en drinken betekent voor een klein vogeltje al vaak dat ze flink verzwakt zijn.
Ook vogels houden van een veelzijdig menu. Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten.
Voor de meeste babyvogels duurt het tussen de vier en zes uur voordat de krop leeg is. Neem eens per 24 uur, bij voorkeur 's nachts, een pauze van het voeren. Als de krop van uw vogel bijvoorbeeld elke vier uur leegloopt, moet u hem elke vier tot vijf uur tussen 06.00 uur en middernacht voeren.
Laat een schijnbaar hulpeloos vogeltje dus altijd zitten. Zodra u weg bent, komen de ouders weer tevoorschijn om het jong te voeren. Uw 'hulp' kan zelfs schadelijk zijn. Het bezorgt ouders en jongen onnodig veel stress en dat vermindert de kans op overleving.
Zorg ervoor dat er voldoende voedsel is op verschillende plekken in de kooi, maar vooral in een schaaltje onderin de kooi, en dat er altijd vers water is. Houd de jonge vogels goed in de gaten en controleer of ze voldoende eten. Zorg ervoor dat de krop van de vogel vol is voordat je de kooi voor de nacht afdekt.
Mezen. Voedsel: vetbollen, ongezouten (dop)pinda's, kokosnoot, zonnepitten, Premium voedertafelmix, pindablokken. Voerplaats: voedertafel of voederhuisje of opgehangen in een boom.
Een vogel oppakken is geen goed idee. Zolang het niet noodzakelijk is, kan je het maar beter niet doen. Vogels zijn van nature vluchtdieren en verliezen snel het vertrouwen in mensen. De diertjes kunnen ook enige tijd van slag zijn door de procedure.
Jonge koolmezen eten voornamelijk rupsen en als de gezinsplanning klopt, valt de geboorte samen met de 'rupsenpiek'. Koolmezen zijn zelf vaak het voedsel van sperwers. In hun braakballen zijn nog vaak de ringen terug te vinden van geringde koolmezen.
Bel de gemeente of Dierenambulance
Bel de gemeente of de Dierenambulance op 0900 0245 als u een zieke of gewonde vogel vindt. Zij vertellen u wat u het beste kunt doen.
Zet het jong dan op een veilige plek, zoals een beschutte tak in een struik, of wat verder de berm in. Let op: zet het niet te ver weg. Het kuiken moet op gehoorafstand blijven, anders kunnen de oudervogels het niet terug vinden.
Er zijn speciale zaadmengsels voor kanaries te koop. U kunt dit aanvullen met eivoer, verse onkruidzaden, stukjes fruit en groenten zoals: appel, andijvie, sinaasappel, witlof. Ook kunt u trosgierst in het hok hangen. Grit en maagkiezel moeten dagelijks aanwezig zijn.
Minder activiteit: je vogel beweegt minder, zit op de bodem, heeft geen zin in spelen en slaapt meer. Verminderde eetlust: je vogel eet minder of wordt kieskeuriger. Normale voeding laat hij links liggen, nieuwe dingen wil hij nog wel proberen. Vermagering: voel aan het borstbeen.
Een kuiken is het jong van een vogel. De term wordt in het bijzonder gebruikt voor het jong van een hoendervogel, zoals een kip. Kuikens worden geboren in een nest.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Bijna 80% van alle jongen sterft en dat is in de natuur gewoon normaal. Daarom krijgen ze ook zoveel jongen. Jonge vogels die voor het grootste gedeelte nog naakt zijn (onbevederd of net zichtbaar), zijn 'nestjongen'. Deze vogels blijven in het nest en de ouders voeren hen daar.
Het voedsel moet nu meer kalk en eiwit bevatten, bijvoorbeeld meelwormen of fijngestampte eierschalen. Vetbollen en pinda's bied je nu beter niet meer aan. In de zomer gaan vogels zelf op zoek naar de wormen en insecten die ze nodig hebben.
Heb je restjes eten over? Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Groente. Voorbeelden van geschikte groente voor vogels zijn: Wortel, broccoli, spruitjes, andijvie, sla (niet te veel om waterige ontslasting te voorkomen), komkommer, boerenkool, prei, witlof.
De meeste tuinvogels gebruiken een of twee drinkmethoden. De meeste vogels drinken door een slokje te nemen uit een plas of drinkschaal en vervolgens hun kop naar achter te buigen. Duiven drinken door hun snavel in het water te steken en het water vervolgens als door een rietje op te zuigen.
Vogels drinken 5-10% van hun lichaamsgewicht per dag, afhankelijk van de omstandigheden. Bij kleinere vogels is de vochtopname relatief groter.