Om ervoor te zorgen dat de spaghettislierten niet aan elkaar plakken is het belangrijk om de eerste twee minuten hard te roeren. Dit zorgt ervoor dat de losgekomen kleverige zetmeelkorrels niet aan de pasta blijven plakken.
Door pasta na het koken af te spoelen met koud water, stop je niet alleen het kookproces (wat goed is), maar koel je meteen ook je maaltijd af en verwijder je het zetmeel. En wanneer het zetmeel van de pasta is afgespoeld, heb je niet alleen minder smaak, ook je saus zal minder goed binden.
Gekookte pasta kan je afgesloten in een vershoudbakje nog 2 dagen in de koelkast bewaren. Zorg er wel voor dat de pasta snel afkoelt. Zet de restjes daarom binnen 2 uur in de koelkast. Houd er wel rekening mee dat gekookte pasta gaat plakken.
Dit smelt allemaal samen met de pasta tot een heerlijke zachtheid en de smaak wordt vele malen rijker. Het water helpt om ieder stukje pasta te bedekken in saus terwijl het zetmeel ervoor zorgt dat de saus goed aan de pasta hecht. Kook zoals een Italiaanse mamma kookt en niet meer weggooien voortaan!
Pasta neemt water op tijdens het gaar worden. Tijdens het pasta koken kan pasta twee keer z'n eigen gewicht aan water opzuigen. Dit is eigenlijk de belangrijkste reden om veel water te gebruiken.
Wanneer je de pasta overgiet met koud water, spoel je het zetmeel weg. Het zetmeel maakt de saus die je achteraf over de slierten doet romiger, en zorgt ervoor dat de pasta zich goed vasthecht aan de saus.
Volgens Schols werkt het snel proberen af te koelen met bijvoorbeeld koud water niet goed. ,,Laat het eten langzaam afkoelen op het aanrecht of eventueel in de koelkast.'' Er bestaat nóg een manier om de opname van zetmeel te bemoeilijken volgens Elferink.
Je kunt de spaghetti het beste breken voordat je ze gaat koken. De spaghetti slierten zijn hier nog ongekookt en daarom zijn ze nog stijf. Het breken gaat simpel gezegd gewoon makkelijker als de spaghetti stijf is.
Laat de pasta niet helemaal gaar worden, maar laat deze al dente. Giet 'm dan ook niet af, maar gebruik een schuimspaan om de pasta bij de saus toe te voegen.
Zet de pasta als een mooi torentje op het bord. Rasp wat verse Parmezaanse kaas over de pasta en verdeel wat olie in een mooie cirkel eromheen. Garneer het torentje met wat basilicum en serveer.
Pasta koken zoals echte Italianen dat doen
Tijdens het koken kan het deeg soms snel te gaar zijn, zodat er een groot stuk van de structuur en de smaak verloren gaat. Daarom koken de Italianen hun pasta steevast al dente: nét beetgaar zodat alle smaken optimaal vrijkomen.
Als de pasta te lang doorgekookt is, kan ie sponzig en een beetje slijmerig aanvoelen. Maskeer dat door juist niet (zoals gewoonlijk wél lekker is) met wat pastawater elke sliert of elk stukje een 'jasje' van vocht en saus te geven, want dat jasje heeft ie al en het is niet de goede.
Zet jij vanavond een lekkere pasta op tafel? Ga dan bij een hoofdgerecht voor volwassenen uit van 100 tot 125 gram ongekookte, gedroogde pasta per persoon. Voor kleinere eters, kinderen of voorgerechten kun je uitgaan van 80 gram.
Als je pasta afkoelt en opwarmt, wordt een deel van het zetmeel omgezet in dit 'vezelachtige' resistente zetmeel. Doordat resistent zetmeel slecht verteerd wordt, komt er nauwelijks glucose uit dit zetmeel in het bloed. Voedingswaarden van levensmiddelen kunnen door invriezen dus een beetje veranderen.
Meng de pasta 's avonds al met alle saus (dat moet sowieso, als je pasta wilt eten als een echte Italiaan) en bewaar alles in de koelkast. Dan kun je de volgende dag lekker koude pasta prikken. Noedels zijn eigenlijk een beetje het Aziatische zusje van de pasta die het koud ook bijzonder goed doen.
De tussenoplossing is het eten tot lauw of kamertemperatuur af te laten koelen. Het duurt namelijk twee uur tot er zich (te veel) bacteriën beginnen vormen als de voeding buiten de koelkast staat. Dat afkoelen gaat sneller als het eten in een laag is uitgespreid. Of je kunt ook de pan in een bak met ijswater zetten.
Wij hanteren de volgende regel: voor elke 500 gram pasta mag je een stevige eetlepel zout toevoegen – natuurlijk in voldoende water, reken op 1 liter water per 100 gram droge pasta. Dat betekent dus: 500 g droge pasta (voor 4 à 5 personen) in 5 liter water met 1 eetlepel zout.
Reken ongeveer 1 liter voor 100 gram pasta. Vul de pan niet tot aan de rand met water, tot ⅔ is meer dan genoeg, anders kookt het water – tijdens het koken van de pasta – over. Kies de juiste pan op basis van de hoeveelheid water en de pastasoort.
Vezels dragen bij tot een vlotte stoelgang én ze doen het risico op hart- en vaatziekten dalen. Samengevat: Als je pasta koopt, let dan op de hoeveelheid vezels. Verse of gedroogde pasta maakt niet uit, als je de gezondste keuze wil maken kies dan volkoren pasta.
Olie is hydrofoob en mixt niet met water maar blijft erop drijven. De olie die je toevoegt aan het pastawater voorkomt daarom níet dat de pasta aan elkaar plakt tijdens het koken. Wel geeft het een zacht aroma af. Bij het afgieten zal er wel wat olijfolie aan de pasta blijven kleven - en plakt de pasta minder.
Zout zorgt ervoor dat je pasta smaakvoller wordt en dit komt je pastagerecht ten goede. Gebruik ongeveer 10 gram zout per 3 liter water. Voeg het zout aan het water toe zodra het water aan de kook is. Kook de pasta vervolgens totdat deze gaar is.
De kooktijd verkorten door zout toe te voegen
Het is wetenschappelijk bewezen dat water sneller kookt als het gezouten is. Het kookpunt van water ligt in die gevallen net een paar graden lager dan wanneer er niet aan zout toevoegen tijdens koken gedaan wordt.