Het lichaam is slank en langgerekt met korte poten en een korte staart. De rug is grijsbruin, de buik wit met een onregelmatige afscheidingslijn, in tegenstelling tot de hermelijn die een scherpe kleurlijn heeft tussen bruin (rug) en wit buik. Soms zijn de voetjes wit. Soms met een bruine keelvlek bij de mondhoeken.
De hermelijn (Mustela erminea) onderscheidt zich van de wezel door verschillende kenmerken: ze hebben een zwarte staartpunt, opvallend is ook dat de ivoorwitte en roestbruine lichaamsdelen strakker zijn afgelijnd. Bovendien is de hermelijn groter (tot 40 cm) en een gewicht van ca. 300 gram.
In vergelijking met de wezel en de hermelijn, heeft de boommarter een spitserre kop en grotere oren. En kijk je naar zijn staart, dan zie je een behoorlijke pluisboel. Met deze lange, pluizige staart bewaart de boommarter gemakkelijk zijn evenwicht.
De hermelijn lijkt erg op de wezel maar is duidelijk groter. Hij heeft een lange zware behaarde staart met een zwarte pluimpunt. De rug is grijs- of beigebruin en de buik wit.
Bovendien durven ook bruine ratten en wezels wel eens kippeneieren te stelen. Je hebt er dus alle belang bij om de kippen op een veilige manier te huisvesten. Gelukkig gaan de meeste van deze roofdieren vooral 's nachts op zoek naar voedsel waardoor er heel simpele en goedkope oplossingen voorhanden zijn.
Wezels leven bij voorkeur in open, droge natuur- en cultuurlandschap (Rd) maar verder in veel verschillende biotopen (zoals bossen, duinen, wei- en akkerland. Meestal in droger gebied dan de hermelijn. Echter overal waar woelmuizen ontbreken, ontbreekt ook de wezel.
Kenmerkend aan de aanwezigheid van de steenmarter in huis is namelijk het lawaai dat ze in huis maken door heen en weer te rennen en te spelen. Steenmarters leggen 's nachts behoorlijke afstanden af 7 tot 9 kilometer is geen probleem voor ze.
Het verschil tussen een fret en een wezel is, dat een fret word gehouden als huisdier en kan niet zo goed als de wezel overleven in het wild. De wezel is veel kleiner dan de fret. de wezel wordt normaal 20 cm.
Pluimvee met afgebeten kop is meestal wel een goede aanwijzing dat een vos op bezoek is geweest, maar dit kan soms ook een hond, kat, steenmarter of zelfs de kleinere bunzing geweest zijn. De laatste jaren is de populatie vossen en steenmarters sterk aan het uitbreiden.
Zijn steenmarters een gevaar voor mijn huisdieren? Steenmarters hebben eerder te vrezen van katten dan omgekeerd. Katten durven een steenmarter al eens opjagen. Een steenmarter die zelf een kat aanvalt is nog niet geobserveerd.
Steenmarters zijn erg goede klimmers en kunnen zonder problemen 1,5 meter hoog springen. Ze klimmen ook moeiteloos rechte muren op en af vooral wanneer diepe voegen houvast bieden.
De steenmarter wordt vooral tijdens de schemer, avond en nacht actief. Overdag gebruiken ze meestal oude konijnenholen als dagrustplaats. In de winter slapen ze veel en worden ze af en toe wakker om voedsel te zoeken.
De wezel eet vooral woelmuizen (volgende soorten laten zich gemakkelijk vangen zoals veldmuis, aardmuis en rosse woelmuis) en woelratten. Soms eet hij ook vogels, eieren, insecten, kikkers en jonge konijnen. Per dag eet de wezel minstens 2 veldmuizen of 0,5 woelrat.
Een steenmarter is ongeveer zo groot als een kat. Hij heeft een roze snuit, een bruine vacht en een herkenbare witte keelvlek die doorloopt tot het bovenste gedeelte van de voorpoten. Het natuurlijke leefgebied van steenmarters is voornamelijk het loofwoud, aan de rand van bossen en op open rotsheuvels.
In de regel worden er twee ondersoorten onderscheiden: Kleinste wezel (Mustela nivalis nivalis), Noord-Scandinavië, Rusland en Noord-Amerika.
Je hebt fretten in heel veel kleuren: licht of donker zwartbruin, met of zonder 'boevenmaskertje' over de ogen, met witte voetjes en een witte 'slab' op hun keel, maar ook kaneel- of zandkleurig, of helemaal wit (albino, wit met rode ogen). Mannetjes zijn groter dan de vrouwtjes.
De hermelijn en de wezel zijn ook overdag actief, de bunzing voornamelijk 's nachts. Ze zijn dan meestal op zoek naar eten. Slapen doen ze in een verborgen hoekje, meestal een hol.
De steenmarter, bunzing, wezel en hermelijn, de meest voorkomende soorten uit de marterfamilie, zijn allemaal slimme roofdieren, maar die eerste steekt er toch met kop en schouders bovenuit.
De steenmarter houdt niet van geuren. Daarom kun je op verschillende plaatsen geurstoffen aanbrengen zoals restjes parfum, ammoniak, bleekwater een toiletblok met citroengeur, mottenballen.
De uitwerpselen van de marter zijn worstachtig en zo'n 3 à 4 tot 10 cm groot. De achterzijde wordt gekenmerkt door een gedraaide, spitse punt. Die gedraaide punt is het gevolg van het feit dat de steenmarter een roofdier is en harige prooien eet. U kunt dan ook vaak wat haren of veren in de uitwerpselen terugvinden.
Een muis heeft veel vijanden. In de buurt van mensen zijn dat katten, maar ook ratten en steenmarters. Kerkuilen jagen niet alleen in de vrije natuur, maar ook in gebouwen.
De bunzing (Mustela putorius) behoort tot de familie der marterachtigen. Tezamen met de andere marterachtigen: das, otter, wezel, hermelijn, nerts en de boom- en steenmarter, vormt deze familie de grootste groep landroofdieren in Nederland.
De wezel jaagt net zo lang tot hij zijn prooi heeft
Een wezel jaagt hun prooi vaak zo lang achterna tot ze bij het hol van het dier zijn aanbeland. Daar bijten ze hen en drinken hun bloed. Een wezel eet ongeveer een derde van zijn lichaamsgewicht per dag aan voedsel. Dat moet ook wel, want anders verhongeren ze.