Colostrum, de eerste melk die je lichaam na de bevalling aanmaakt, is vaak geel van kleur. Je eet veel groentes met bètacaroteen. Groentes zoals wortel, pompoen en zoete aardappel zijn rijk aan deze vitamine en kunnen je moedermelk een lichte gele of oranje kleur geven.
Het lijkt helemaal niet op koemelk of kunstvoeding. De kleur en consistentie kunnen per keer verschillen. Colostrum en de eerste melk zien er vaak gelig tot oranje en romig uit.Later ziet moedermelk er over het algemeen waterig, soms wat blauwig'“wit uit.
Voel regelmatig voor de voeding aan je borsten, zodat je weet hoe ze vol aanvoelen. Controleer je borsten na de voeding opnieuw. Als het goed is, voelt de borst die je hebt aangeboden, dan een stuk soepeler aan en zitten er geen 'bobbeltjes' meer. Die bobbeltjes zijn volle melkklieren.
Via overgangsmelk geeft de borst ongeveer 2 weken na de geboorte rijpe moedermelk. Hoe moedermelk eruit ziet, hangt dus af van de leeftijd van de baby, maar ook van het moment van de dag. Het ziet er soms waterig uit, met een groene of blauwe zweem erover, of juist wit en romig. Al die verschillen zijn normaal.
De eerste paar dagen: colostrum
Deze dikke, kleverige moedermelk wordt ook wel 'vloeibaar goud' genoemd, niet alleen vanwege de geel- of oranjeachtige kleur ervan, maar omdat deze melk zo belangrijk is voor het voeden en beschermen van je kwetsbare pasgeboren baby.
Krachtig roeren of schudden kan de voedingswaarde en beschermende bestanddelen van de melk aantasten. Wanneer je baby afgekolfde moedermelk drinkt uit een cup of flesje, kunnen bacteriën uit zijn mond natuurlijk in de melk terechtkomen.
In het klierweefsel zitten melkgangen, kanaaltjes van de melkklieren naar de tepel. Deze bevatten vocht en dat kan allerlei kleuren hebben: wit, helder, geel, grijs, groen of bruin. Elke borst heeft tussen de 15 en 20 melkgangen.
Na ongeveer twee weken wordt er geen colostrum meer aangemaakt en stroomt er rijpe melk uit de borst. Deze melk ziet er dunner en wateriger uit. Het heeft alle belangrijke stoffen die een baby nodig heeft voor een gezonde groei en een gezonde ontwikkeling van zijn organen.
Colostrum, de eerste melk die je lichaam na de bevalling aanmaakt, is vaak geel van kleur. Je eet veel groentes met bètacaroteen. Groentes zoals wortel, pompoen en zoete aardappel zijn rijk aan deze vitamine en kunnen je moedermelk een lichte gele of oranje kleur geven.
Moedermelk is de uitgelezen voeding voor baby's, maar dat geldt niet voor volwassenen. De voedingsstoffen in moedermelk worden door een volwassene anders afgebroken dan door een baby. "Voor een volwassene zitten er minder eiwitten in moedermelk dan in andere melk zoals koemelk", aldus Steele.
Signalen dat je te weinig borstvoeding hebt
Je baby heeft weinig en geconcentreerde natte luiers (minder dan zes vanaf dag vijf per 24 uur).Je baby heeft weinig en nog donkergekleurde ontlasting. Je baby is niet tevreden na de voeding. Je baby komt niet aan of valt af.
Houd de signalen van je baby in de gaten, zoals het wegdraaien van het hoofdje, melk uit de mondhoeken laten lopen, onrustige bewegingen maken met de handjes en niet meer gretig toehappen als je de fles opnieuw aanbiedt. Genoeg is genoeg! Als je kind na een half uur nog zijn fles niet leeg heeft kun je beter stoppen.
Belangrijk! Wanneer je de gekolfde melk in de koelkast (max.0-5°C) bewaart, mag je de opbrengst van een hele dag bij elkaar indoen. Aan het eind van de dag kun je de verzamelde melk in één keer invriezen of meteen gebruiken.
Niet te warm, niet te koud
De kans dat je baby de afgekolfde melk wil drinken, kan groter zijn als de melk ongeveer op lichaamstemperatuur is, 37 °C (98,6 °F).
Borstvoeding bewaren
Afgekolfde melk kun je meteen aan je baby geven maar ook even bewaren. Zo ga je te werk: Zet de afgekolfde melk meteen (op je werk) achterin in de koelkast.
In het algemeen start u met kolven na de 37e zwangerschapsweek. Wat voor u het beste is, hangt af van uw doel en persoonlijke situatie. Bespreek dit met uw gynaecoloog of verloskundige.
Dat betekent dat er uit je tepels een beetje colostrum – de eerste moedermelk – kan lekken, dat nogal dik en kleverig is. Dat kan al bij 14 weken gebeuren, maar het komt vaker voor in de laatste fase van de zwangerschap. Je kunt zoogkompressen in je beha dragen om vochtige plekken in je kleding te voorkomen.
Als u een keer in tijdnood komt, kunt u aanhouden dat na ongeveer 1 uur de borsten voldoende melk hebben aangemaakt om weer te kunnen kolven. Zo kunt u een kolfbeurt “inhalen”. Probeer 's nacht 's minimaal 1 keer te kolven.
De kilo's die je lichaam als reserve heeft aangelegd voor de periode van borstvoeding zitten er direct na de bevalling natuurlijk nog. Maar door het geven van borstvoeding raak je die langzaam kwijt. Borstvoeding geven kost namelijk veel energie. Zoveel dat je dat er meestal niet allemaal bij eet en je langzaam afvalt.
Water. Borstvoeding bestaat vooral uit water, je hebt per dag ongeveer 2,5 – 3 liter water nodig tijdens de borstvoeding. Als je de productie wilt stimuleren is het daarom ook heel belangrijk om voldoende te blijven drinken. Neem altijd een flesje water mee op pad om voldoende vocht binnen te krijgen.
Als je borstvoeding geeft: vermijd pittig eten, koolsoorten (kool, broccoli, spruitjes, etc.)en bonen, die kunnen leiden tot winderigheid. Geef de baby bij elke voeding maar één borst, zodat hij de 'dikke melk' krijgt (aan het eind van de voeding) waarmee krampjes kunnen worden voorkomen.
Na de borstvoeding blijft er vaak een witte vlek of een met melk gevulde blaar op de tepel zitten. Als je geluk hebt, gaat het blaasje vanzelf open tijdens de borstvoeding. U kunt deze “auto-opening” vóór de borstvoeding ondersteunen met warme en vochtige kompressen.
Afscheiding van helder vocht uit de tepel wordt meestal veroorzaakt door goedaardige aandoeningen in de borst. Pussige afscheiding uit de tepel is meestal het gevolg van een ontsteking of abces in de borst. Bloederige afscheiding kan een teken zijn van een goedaardige of kwaadaardige aandoening in de borst.
Er is geen schade aan de huid – geen kloven, geen blaren en geen bloed. De tepel moet voor en onmiddellijk na de voeding er hetzelfde uitzien – niet afgeplat, gevouwen of geknepen. Als de tepel eruit ziet alsof hij klem heeft gezeten, dan heeft hij waarschijnlijk ook klem gezeten.