De afgelopen 5 jaar stegen de huizenprijzen met gemiddeld 8 procent per jaar. In november 2021 waren koopwoningen zelfs ruim 20% duurder dan een jaar eerder, de grootste prijsstijging sinds de start van de metingen door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 1995.
De krapte houdt aan, wat betekent dat er nog steeds veel vraag en weinig aanbod is. De prijzen zullen daarom zeker nog even doorstijgen. Het aantal transacties gaat voor ook in 2022 weer dalen door het steeds minder wordende aanbod. Ook het percentage huizen dat van eigenaar gaat wisselen zal hierdoor lager uitvallen.
In 2023 stijgen de huizenprijzen beduidend minder hard. Economen houden rekening met een prijsstijging 2,5% tot 4,5%. Een daling van de huizenprijzen wordt vooralsnog niet verwacht, maar wordt ook niet uitgesloten. Als de rentes blijven stijgen, kan dit wel degelijk leiden tot een prijsdaling.
Huizenprijzen blijven stijgen, maar minder hard
Dat de huizenprijzen in 2022 blijven stijgen, daar zijn de economen het over eens. De afgelopen maanden hebben verschillende economische bureaus hun verwachting gegeven (en ook weer bijgesteld). Rabobank verwacht een huizenprijsstijging in 2022 van 16,1%.
De veranderingen op de huizenmarkt binnen vijf jaar kunnen ook meer werkgelegenheid opleveren. Als er meer vraag is naar woningen, dan krijgen makelaars het immers drukker. In dit geval moeten er meer makelaars aan de slag gaan. Dit is mogelijk door de grote vraag naar woningen.
Nee, in 2022 stort de huizenmarkt in Nederland niet in maar de vraag is of de inflatie roet in het eten gaat gooien. De laatste ontwikkelingen geven aan dat de gemiddelde huizenprijs iets aan het zakken is t.o.v. een kwartaal ervoor.
De gemiddelde Nederlandse huizenprijzen stijgen tot 2025 minder snel dan vroeger: zo'n 2% per jaar. De verschillen tussen provincies en binnen provincies worden steeds groter. Drie grote steden, Amsterdam, Utrecht en Den Haag en de regio's daar omheen ontwikkelen zich het meest positief.
Verwachting huizenprijzen 2030
Als we kijken naar een huizenprijzen grafiek die tot 2030 gaat, dan zien we nog steeds een grote vraag naar koopwoningen. Met name doorstromers en starters voeren de druk op waarbij de woningen tot 250.000 euro het meeste in trek zijn.
Veel mensen geven uiteindelijk toch de voorkeur aan het kopen van een eigen huis als dat financieel mogelijk is, want ondanks de crisis stijgen veel huren gewoon door. Door een slimme keuze te maken wat betreft de rentevaste periode, kun je bij een koopwoning juist je woonlasten relatief zeker maken.
Vooralsnog geen daling
Sinds de zomer van 2013 zitten de huizenprijzen al in de lift. Vorige week maakten het CBS en het Kadaster nog bekend dat de huizenprijzen in april met 19,7 procent zijn gestegen ten opzichte van april 2021. Op dit moment is er dus zeker nog geen sprake van dalende huizenprijzen.
Kopen blijkt lastig, ook voor Korten. De kans op een huis is in veel gemeentes namelijk nihil voor alleenstaande starters met een modaal salaris (dat is rond de 38.000 euro) en zonder enorme spaarrekening of vermogende ouders, aldus Kassa. Korten verdient 42.000 euro bruto per jaar.
De huidige prijsstijging op de huizenmarkt doet meer dan de helft van de consumenten denken aan zeepbelvorming. Toch is er in Nederland – gemiddeld genomen – geen sprake van een zeepbel, aldus het ING Economisch Bureau.
Kortom: ja, het is financieel een gunstige tijd om uw huis te verkopen, maar u behaalt alleen een financieel voordeel als uw toekomstige woning gunstig geprijsd is en/of de maandelijkse lasten van uw toekomstige woning gunstiger zijn.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is in 2021 bijna driekwart van de koophuizen verkocht voor een bedrag boven de vraagprijs. In bijna alle gemeenten lag het gemiddelde aankoopbedrag hoger dan de vraagprijs. Ter vergelijking: in 2017 werd slechts 1 op de 5 huizen boven de vraagprijs verkocht.
Tot nog toe vinden er in 2021 gemiddeld ruim dertien bezichtigingen per te koop staand huis plaats. In 2020 was dat nog iets minder dan tien. Dat blijkt uit cijfers van Makelaarsland. In de maanden april, mei en juni ligt het aantal bezichtigingen zelfs twee keer zo hoog als in dezelfde periode vorig jaar.
In 2021 waren alle woningtypen duurder dan een jaar eerder. De prijsstijging was met 16 procent het grootst bij twee-onder-één-kapwoningen. Het kleinst was de prijsstijging voor appartementen, met 13,3 procent. Verder waren er ook van alle woningtypen minder transacties dan een jaar eerder.
In april 2022 staan er meer huizen te koop dan het laatste kwartaal van 2021. Dit betekent dat prijzen nog steeds dalen. Kopers die in 2021 en 2022 hebben gekocht zullen een groot gedeelte van het overboden bedrag als sneeuw voor de zon zien verdwijnen. In een onstabiele huizenmarkt is de vraag minder.
Cijfers van het NVM laten zien dat in 2022 op ruim 61% van de woningen met een vraagprijs tussen de € 300.000 en € 400.000 minimaal € 25.000 wordt overboden. Bij 21% is de overbieding zelfs € 50.000.
Samen een huis kopen op één salaris, kan dat? Dat kan. U kunt er zelfs voor kiezen de woning op één salaris te kopen maar wel allebei de hypotheekakte te tekenen. U bent dan alsnog beiden verantwoordelijk voor het betalen van de hypotheek.
Nu al komen door ouderdom en overlijden van de huiseigenaren jaarlijks zo'n 65.000 huizen op de markt. Na 2030 gaat het om ongeveer 90.000 huizen per jaar. Dat aantal loopt de jaren daarna alleen maar op.
Een woning staat gemiddeld 3 à 4 maanden te koop. Hopelijk geldt dat ook voor jouw huis of appartement. Blijft een bod echter uit? Kijk dan zeker naar de tips verder in dit artikel of contacteer een vastgoedprofessional om je te helpen bij de verkoop.
De belangrijkste oorzaak is het enorme tekort aan woningen. Meer over de oorzaken van de woningnood lees je hier. De woningmarkt is al decennialang overspannen. Daarnaast staat de hypotheekrente historisch laag, waardoor mensen heel goedkoop kunnen lenen.
Voor de tweede maand op rij is de gemiddelde huizenprijs daar gezakt. Tot slot noemen we Nieuw-Zeeland. Daar gingen de prijzen het afgelopen kwartaal met 2,3 procent achteruit. Dat is de grootste daling in 13 jaar tijd.
In april 2022 staan er meer huizen te koop dan het laatste kwartaal van 2021. Dit betekent dat prijzen nog steeds dalen. Kopers die in 2021 en 2022 hebben gekocht zullen een groot gedeelte van het overboden bedrag als sneeuw voor de zon zien verdwijnen. In een onstabiele huizenmarkt is de vraag minder.
Jawel. Hoewel de bedragen die huizenkopers bieden nog altijd flink boven de vraagprijs liggen, zien we voor het eerst sinds lange tijd een afname als we kijken naar de gemiddelde overbieding als percentage van de vraagprijs. Zo werd er in Q1 2022 gemiddeld 9,23% van de vraagprijs overboden en het kwartaal ervoor 9,39%.