De nationale vlag van Noorwegen is een rode vlag waarop een donkerblauw kruis met witte randen is geplaatst. De verticale arm van het kruis is, zoals voor de oudere Scandinavische vlaggen, verschoven naar de vlaggenmast toe. De vlag werd ontworpen in 1821, maar werd niet officieel in gebruik genomen voor 1898.
De vlag van Denemarken is rood met een wit Scandinavisch Kruis. Zij wordt ook Dannebrog genoemd, Deens voor Deense banier of Deens doek. De Deense vlag is de oudste nationale vlag ter wereld die nog steeds in gebruik is: de oudste onbetwistbare bron stamt uit de 14e eeuw.
De vlag van Engeland bestaat uit een Sint-Joriskruis. De legende van Sint-Joris die een draak doodde, dateert van rond de 12e eeuw, toen Sint-Joris (Saint George) de beschermheilige van Engeland werd. Het rode kruis werd gebruikt tijdens de kruistochten, en is een van de vroegste symbolen van Engeland.
De vlag van Schotland, Saltire of Saint Andrew's Cross ("Sint Andreas' Kruis") genoemd, bestaat uit een wit andreaskruis op een blauw vlak. Het doek is al eeuwenlang het symbool van Schotland en wordt tegenwoordig als civiele vlag en staatsvlag gebruikt.
Eerste Union Flag
De Union Flag ontstond toen koning Jacobus VI van Schotland ook Jacobus I van Engeland werd op 12 april 1606. Het rode Sint-Joriskruis van de vlag van Engeland werd op de vlag van Schotland geplakt. De achtergrond van de Union Flag is echter een dieper blauw dan dat van de Schotse vlag.
De vlag van Groenland werd ontworpen door de Groenlander Thue Christiansen. De vlag is horizontaal gelijkelijk verdeeld in een wit (boven) en een rood deel. De vlag bevat een cirkel die horizontaal gezien iets links van het midden gepositioneerd is. De bovenste helft van de cirkel is rood, de onderste helft wit.
De nationale vlag van Thailand bestaat uit vijf horizontale strepen in de kleuren rood, wit, blauw, wit en rood. De middelste blauwe strook is tweemaal zo breed als de andere vier. De drie kleuren rood, wit en blauw symboliseren achtereenvolgens de natie, de godsdienst en de koning.
De vlag van Tunesië heeft slechts enkele kleine veranderingen ondergaan sinds deze in 1831 werd aangenomen door Bey Hassine I van Tunesië. De vlag is in gebruik geweest van 1831 tot 1881 en weer vanaf 20 maart 1956.
De nationale vlag van Japan, in het Japans Nisshōki (日章旗) of Hinomaru (日の丸 zonneschijf), bestaat uit een wit vlak met een rode cirkel in het midden. Deze rode cirkel stelt de zon voor.
De Arabieren veroverden de regio in de 7e eeuw en brachten de islam, waartoe de meeste Berbers zich bekeerden. Hoewel het een deel was van het grotere Arabische Rijk werden vazalstaten zoals het koninkrijk van Nekor gevormd.
De vlag van Oekraïne (Oekraïens: державний прапор України, derzhavniij prapor Ukraijinij letterlijk "staatsvlag van Oekraïne") bestaat uit twee horizontale banen, een blauwe en een gele.
De vlag van Luxemburg is vrijwel identiek aan de vlag van Nederland. Het enige verschil is de kleur blauw. Die van Luxemburg is lichter dan het kobalt van Nederland. De Luxemburgse vlag is echter niet op de Nederlandse vlag gebaseerd, maar op de kleuren van het Luxemburgse wapen.
In 1937 werd de Nederlandse vlag door Koningin Wilhelmina bij Koninklijk Besluit vastgesteld. Hierin zijn de drie kleuren van de vlag omschreven: helder vermiljoen (rood), helder wit en kobaltblauw. Nederland kent geen wettelijke regels voor het gebruik van de Nederlandse vlag.
Een dubbele gele vlag geeft aan dat er gevaar op de racelijn is, coureurs moeten nog langzamer rijden en bereid zijn te stoppen. Ze mogen elkaar niet inhalen.
De vlag van Hongarije is een horizontale driekleur in de kleuren rood, wit en groen.
De vlag van Rotterdam bestaat uit drie even hoge horizontale banen in de kleurenvolgorde groen-wit-groen. Rotterdam nam deze vlag aan op 10 februari 1949. Deze kleurencombinatie komt ook voor in het Rotterdamse wapenschild.
De vlag van Sierra Leone werd officieel aangenomen op 27 april 1961. De vlag is een driekleur van groen, wit en blauw. Het groen staat voor de landbouw, bergen en natuurlijke grondstoffen.
De vlag van Oekraïne (Oekraïens: державний прапор України, derzhavniij prapor Ukraijinij letterlijk "staatsvlag van Oekraïne") bestaat uit twee horizontale banen, een blauwe en een gele.
De vlag van Denemarken is rood met een wit Scandinavisch Kruis. Zij wordt ook Dannebrog genoemd, Deens voor Deense banier of Deens doek. De Deense vlag is de oudste nationale vlag ter wereld die nog steeds in gebruik is: de oudste onbetwistbare bron stamt uit de 14e eeuw.
De nationale vlag van Noorwegen is een rode vlag waarop een donkerblauw kruis met witte randen is geplaatst. De verticale arm van het kruis is, zoals voor de oudere Scandinavische vlaggen, verschoven naar de vlaggenmast toe. De vlag werd ontworpen in 1821, maar werd niet officieel in gebruik genomen voor 1898.
De vlag van Israël toont een blauwe davidster op een witte achtergrond, tussen twee blauwe strepen. De tint van het kleur blauw is niet specifiek vastgelegd en het varieert van vlag tot vlag. Soms is het donker, bijna marineblauw, terwijl het op andere vlaggen zeer licht hemelsblauw is.
Geschiedenis. In middeleeuws Europa werd tijdens het Vierde Lateraans Concilie onder paus Innocentius III van 1215 bepaald dat Joden en Saracenen onderscheidende kleding moesten dragen. De invulling daarvan werd aan de lokale autoriteiten overgelaten.
De david(s)ster of het davidschild (in het Hebreeuws: מגן דוד (Maĝeen David), in het Jiddisch מגן דוד (Moĝendovid) is een spiritueel symbool in de vorm van een hexagram, een combinatie van twee gelijkzijdige driehoeken. In de 19e eeuw werd het een algemeen symbool voor het jodendom.
Hemellichamen zoals sterren ondervinden hetzelfde effect. Zelf fonkelen zij niet, maar doordat ze door de dampkring schijnen wordt hun licht enigszins afgebogen en gebroken (zoals in een prisma), waardoor de ster licht lijkt te trillen of voortdurend van kleur te veranderen.