Hoe zien de larven van lieveheersbeestjes eruit? Larven van lieveheersbeestjes lijken helemaal niet op het volwassen kevertje. Ze zien eruit als krokodilvormige, langwerpige insecten en worden daarom door de mensen vaak niet herkend en uit onwetendheid gedood.
Zoekgedrag en voeding
Een volwassen lieveheersbeestje eet gemiddeld 80 bladluizen per dag en zijn larve maar liefst 120! Lieveheersbeestjes grijpen een bladluis met hun kaken vast en zuigen deze leeg. De oudere larven en de volwassen lieveheersbeestjes eten een niet al te grote bladluis zelfs volledig op.
Het jong dat uit een eitje van een lieveheersbeestje kruipt, noemen we een larve. Een larve ziet er nog helemaal niet uit als een lieveheersbeestje. Het lichaam is niet rond, bol en glad maar juist langwerpig, plat en stekelig. De larve heeft nog geen vleugels en kan dus ook nog niet vliegen.
Vaak hoor je zeggen dat lieveheersbeestjes giftig zijn. Dat klopt ook wel, maar ze zijn niet zo giftig dat wij mensen er ziek van zouden worden. Kleinere dieren zoals vogels, die kevers eten, kunnen er wel ziek van worden. De beestjes waarschuwen daarom met hun felle kleuren.
Sommigen denken ook dat gele lieveheersbeestjes wel giftig zijn en de rode niet. Maar niets is dus minder waar. Elk lieveheersbeestje is giftig in meer of mindere mate. Er wordt gezegd 'hoe feller de kleur, hoe giftiger het lieveheersbeestje'.
Spiritueel. Lieveheersbeestjes staan ook voor vruchtbaarheid en bescherming. Als je net verliefd bent, en je ziet overal lieveheersbeestjes, dan zou dit een teken kunnen zijn dat je je ware liefde hebt gevonden. Ook kan het betekenen dat je binnenkort een potentiële liefde tegen zult komen.
Deze beestjes kunnen een allergische reactie veroorzaken, vertelt dokter Carol Cooper. „Alle lieveheersbeestje kunnen bijten, maar de harlekijnlieveheersbeestjes zijn groter en bijten vaker.” De harlekijnvariant komt in Nederland ook voor, blijkt uit deze kaart.
ze doen geen mensen kwaad, maar soms wel hun eigen soortgenoten. Gelukkig zijn ze niet schadelijk voor je huis, de beestjes eten namelijk niet in de winter.
Als je een lieveheersbeestje "pest" door zachtjes op hem te drukken dan produceert hij een gele vloeistof. Dit gedrag heet "reflexbloeden". De vloeistof (hemolymfe), die tevoorschijn komt bij het femoro-tibiale gewricht van de poten, heeft een kwalijk geurtje en smaakt erg bitter.
Lieveheersbeestjes lijken heel onschuldig en ze zien er zélfs wat schattig uit, met hun stipjes. Maar ze kunnen behoorlijk gevaarlijk zijn, blijkt. Een man is bijna overleden aan de gevolgen van een bloedvergiftiging, veroorzaakt door een beet van het rood-zwarte insect.
Om te overwinteren trekken ze niet naar het zuiden, maar ze verstoppen zich in kieren en spleetjes in gebouwen. Ze hebben een voorkeur voor warme, lichtgekleurde oppervlakken.
Ze overwinteren in Azië oorspronkelijk in kalkrotsen, hoog in de bergen. In Nederland zijn geen bergen en de beestjes vinden in onze huizen en gebouwen een aardig alternatief.
Als ze toch binnen zijn kan je verschillende dingen doen, maar vooral: geen paniek, maar gezond verstand gebruiken. Je kunt lieveheersbeestjes gewoon in je huis laten overwinteren: in het voorjaar gaan ze vanzelf weer naar buiten. Als je ze hinderlijk vindt of allergisch bent, kun je ze vangen en weer buitenzetten.
De stippen op de rug van een lieveheersbeestje vertellen niets over hoe oud het diertje is. De stippen staan dus niet voor het aantal jaren of maanden dat een lieveheersbeestje op deze planeet is.
Het lieveheersbeestje
De meeste lieveheersbeestje leven maar een jaar. Het aantal stippen zegt dus niets over hun leeftijd. Anders zouden er alleen maar lieveheersbeestje bestaan met een stip. Lieveheersbeestje behoren tot de keverfamilie.
Op het einde van de zomer als de bladluizen schaars worden, voeden lieveheersbeestjes zich ook met stuifmeel en schimmelsporen. Ook in het vroege voorjaar, als ze net uit de winterslaap zijn gekomen, voeden ze zich met nektar of jonge blaadjes om vocht binnen te krijgen.
De meeste lieveheersbeestjes leven ongeveer een jaar. Het aantal stippen zegt dus niets over de leeftijd. De kleur en de vlekken op de dekschilden spelen wel een belangrijke rol bij het op naam brengen van de verschillende soorten.
Zij hebben de voorkeur voor bepaalde gebieden en zijn zeer prikkelbaar voor de temperatuur die er heerst. Hiernaast kiezen zij voornamelijk aan de hand van de hoeveelheid beschikbaar voedsel hun leefomgeving uit. De insecten hebben de voorkeur voor onder andere brandnetels en korenbloemen.
De eieren zijn langwerpig, geel/oranje en worden in groepen van 20 tot 40 eieren meestal aan de onderzijde van het blad tussen de bladluizen gelegd. De ontwikkeling van een larve tot een volwassen lieveheersbeestje duurt 2 tot 5 weken, dit is afhankelijk van de temperatuur.
Lieveheersbeestjes ontwaken ook massaal uit hun winterslaap. Zij overwinteren als volwassen kever, nooit als ei of larve, in spleten hout, tussen boomwortels, achter loszittend boomschors, onder bladeren of mos en andere plaatsen waar zij kunnen schuilen tegen de kou, zoals zolders en schuurtjes.
Bij het lieveheersbeestje ziet men bijna geen verschil tussen het mannetje en het vrouwtje. Meestal is het mannetje iets kleiner. Pas bij de paring wordt duidelijk wie het mannetje is, want deze klimt dan op de rug van het vrouwtje. Voordat het vrouwtje haar eitjes gaat afleggen gaat ze eerst flink eten.
Kantoorgebouwen en woningen vormen welkome overwinterplekken voor één van onze lievelingen: lieveheersbeestjes. Op zoek naar beschutting om de kou te overleven vinden ze altijd wel een plekje waar ze niemand kwaad doen. Als het weer kouder wordt kunnen zij soms wel met honderden tegelijk aangetroffen worden in huis.
Binnenshuis zoeken de lieveheersbeestjes een beschutte plek om te overwinteren. De Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestjes (Harmonia axyridis) overwinteren in Azië oorspronkelijk in kalkrotsen, hoog in de bergen. In Nederland zijn geen bergen en de beestjes vinden in onze huizen en gebouwen een aardig alternatief.
Lieveheersbeestjes verstoppen zich niet en kunnen overal heen vliegen. Ze zijn vaak in de tuin aanwezig, omdat hier veel voedselbronnen zijn en ze zich tussen de bladeren kunnen nestelen en voortplanten.