De spaghettimeter bestaat uit een soort siliconen lus waarop de maten zijn aangegeven en een plastic schuifje. Je stopt de spaghetti in de lus en beweegt het schuifje richting de spaghetti tot deze strak aansluit.Op de lus kun je vervolgens aflezen hoeveel spaghetti je hebt: 1, 2, 3 of 4 porties.
Ongekookt-gekookt gewicht berekenen
Voor aardappels, pasta en rijst kun je heel gemakkelijk uitrekenen wat het verschil is tussen het ongekookte en gekookte gewicht: Aardappelen: ongekookt 100 gram = gekookt 110 gram (x 1,1) Pasta: ongekookt 100 gram = gekookt 250 gram (x 2,5)
Reken gemiddeld op zo'n 100 gr droge pasta per persoon. Voor kinderen voorzie je best iets minder, zo'n 80 gr per persoon.
Zet jij vanavond een lekkere pasta op tafel? Ga dan bij een hoofdgerecht voor volwassenen uit van 100 tot 125 gram ongekookte, gedroogde pasta per persoon. Voor kleinere eters, kinderen of voorgerechten kun je uitgaan van 80 gram. Is een pastagerecht rijk gevuld met andere ingrediënten?
Ga je noedels of spaghetti klaarmaken? Dan is er nog een andere simpele methode om vast te stellen hoeveel je nodig hebt voor één portie. Houd simpelweg je duim tegen je wijsvinger aan gedrukt en kijk hoeveel pasta er in de diameter past. Dit staat ongeveer gelijk aan één portie.
Water, veel water…
De basis om pasta goed te koken is water. Je hebt 1 liter water nodig per 100 g droge pasta.
Zorg dat je op 100 gram droge pasta 1 liter water aanhoudt. Dat is de perfecte hoeveelheid water om pasta in te koken. Dus haal de grote pan maar vast uit de kast!
Breng een grote pan water met deksel erop aan de kook. Reken 1 liter water per 100 g pasta. Voeg flink wat zout toe zodra het water kookt. Doe vervolgens de pasta in de pan en roer even om te voorkomen dat de pasta aan elkaar plakt.
Dus: 100 gram pasta per persoon wil zeggen dat je 200 gram saus moet voorzien. Het recept voor spaghettisaus voor vier personen bevat vaak 500 gram gehakt, 400 gram tomatenblokjes en nog wat extra ingrediënten. Grofweg kom je ook dan uit op 200 gram spaghettisaus per persoon.
Het uitgangspunt voor de volledige maaltijd is gemiddeld 500 gram per persoon. Houd voor een koud of warm voorgerecht een hoeveelheid van 100 tot 125 gram per persoon aan. Reken voor het hoofdgerecht ongeveer 75 gram vlees, vis of vega product, 150 tot 200 gram groente en 150 gram aardappelen, rijst of pasta.
Twee handjes pasta per persoon is voldoende. Spaghetti: maak een rondje van je duim en wijsvinger ter grootte van een euro en de pasta die erin past is genoeg. Een handje rijst is genoeg voor één persoon.
100 gram komt overeen met 0,1 liter en dat is 1 dl en dat is dan 10 cl en dus 100 ml.
Giet je pasta af en voeg wat olie toe
Dit doe je het makkelijkst door de gekookte pasta in een vergiet te storten. Hierna kan je de pasta terug in de pan doe. Voeg een scheutje olijfolie toe en hussel dit goed door de pasta heen, zodat de olie goed verdeeld is tussen de pasta. Zo plakken ze niet tegen elkaar.
Hoe weet je of de pasta klaar is? Om te weten of je pasta perfect al dente is, is er één simpele vuistregel: proef! Je pasta is klaar als de buitenkant gaar is en de binnenkant nog ietsje stevig aanvoelt. Kook je 'm langer dan dit punt, dan is je pasta te ver waardoor hij plat en plakkerig wordt.
Over het algemeen geldt dat je spaghetti prima een dag op voorhand kan bereiden zodat je de dag zelf weinig werkt hebt. Vaak smaakt de spaghetti na een dagje trekken zelfs nog beter. Voor het koken van de pasta is het belangrijk dat je voldoende zout aan het kookwater toevoegt.
Giet de pasta af in een groot vergiet, wanneer hij net niet klaar is, en meng hem direct door de saus. Gaar de pasta nog kort verder in de saus tot hij perfect al dente is.
Wij hanteren de volgende regel: voor elke 500 gram pasta mag je een stevige eetlepel zout toevoegen – natuurlijk in voldoende water, reken op 1 liter water per 100 gram droge pasta. Dat betekent dus: 500 g droge pasta (voor 4 à 5 personen) in 5 liter water met 1 eetlepel zout.
Tijdens het pasta koken zet je liefst geen deksel op de pot. Door er een deksel op te zetten gaat het water schuimen en zal het over de rand op je vuur lekken. Daarnaast moet je af en toe ook door de pasta roeren en de spirelli's of slierten in beweging houden. Zonder deksel gaat dit een stuk makkelijker.
Zout is namelijk een smaakversterker. Door zout toe te voegen aan het kookwater krijgt de pasta al meer smaak terwijl het kookt. In Italië wordt trouwens altijd zout aan het kookwater toegevoegd. Wel belangrijk om even te onthouden is dat je het zout het beste kunt toevoegen als het water kookt.
Hoeveel moet ik elke dag drinken? Een gezonde volwassene heeft ongeveer 35 ml water per dag per kilogram lichaamsgewicht nodig. Deze richtlijn wordt u aanbevolen door wetenschappelijke organisaties. Een persoon van 50 kilo heeft dus 1,7 liter nodig, bij 60 kilo 2,1 liter, bij 70 kilo 2,4 liter en bij 80 kilo 2,8 liter.
Je schept een flinke hoeveelheid spaghetti, tagliatelle of linguine uit de pan. Dankzij de lange tanden houdt de lepel de pasta goed vast.Door de sleuven in de onderkant loopt overtollig vocht of olie weg. Zodat je de pasta keurig droog op de borden serveert.
Hoe kook je pasta | Hoeveel pasta per persoon? Voor pasta houd je ongeveer 100-120 gram per persoon aan. Mocht je dit (net als ik) moeilijk vinden om te meten zonder weegschaal, pak dan een kopje of glas en vul deze tot de rand met de pasta.
Voeg 100 gram pasta per persoon toe. Giet de spaghetti snel af in een vergiet en vang eventueel wat kookwater op om de saus mee te binden. Je kunt ook wat koud water toevoegen om het kookproces te stoppen en dan pas af te gieten. tip Laat droge pasta altijd 1 minuut minder lang koken dan aangegeven op de verpakking.