Seinen zijn een belangrijk onderdeel van de beveiliging van het Nederlandse spoor. Treinen mogen alleen rijden als het sein dat toestaat, of met toestemming van de verkeersleiding. Meestal is het sein dan groen of geel. Als het sein rood is, mag de trein er niet voorbijrijden.
De seinen beïnvloeden afhankelijk van hun positie een tracégedeelte dat stroomloos is of van rijstroom wordt voorzien. In het stroomloze gedeelte blijft elke trein staan. We hebben met de meeste seinen de ideale basis om treinen veilig te stoppen.
Hoe weet je als machinist waar je moet stoppen? De treinmachinist kent het spoor goed.Als dat nog niet het geval is, loop je met iemand mee die het wel kent.Bovendien weet je hoe lang de trein erover doet voordat deze tot stilstand komt.
Een spoorwegsein geeft de machinist of treinbestuurder van een trein opdrachten, toestemmingen en informatie. Seinen hebben de vorm van een wit of gekleurd licht, of een bord, of een beweegbare arm, of lichten aan de voor- of achterzijde van een trein, of geluidssignalen, gebaren, enzovoorts.
Sein- en wisselstoringen moeten eerst worden opgelost door een externe partij. Bij een aanrijding met een persoon wordt eerst onderzoek uitgevoerd door de politie. We kunnen dus niet precies zeggen hoe lang het oponthoud zal duren. Gemiddeld rekenen we echter met 30 tot 90 minuten.
Een fail-safe systeem
Als er bijvoorbeeld een stroomstoring is, gaat het sein op zwart en weet de machinist dat hij een bepaald sein niet mag passeren tenzij het groen of geel is. En als een wissel uitvalt, springt het laatste sein vóór de betreffende wissel automatisch op rood, zodat er geen treinen kunnen passeren .
Wat betekent het voor het treinverkeer? Bij een storing van één sein rijden de treinen op telefonische aanwijzing van de verkeersleiding voorbij het sein. De verkeersleiding bepaalt of het verantwoord is om de trein verder te laten rijden terwijl de storing wordt verholpen.
Een stoptonend sein (STS) is een Nederlandse term voor een spoorwegsein dat aan de treinbestuurder of machinist aangeeft dat hij een bepaald punt niet mag passeren. In België spreekt men wel van een gesloten sein. Het stoptonende sein kan een rood lichtsein zijn, maar het kan ook een bord of een vlag zijn.
Rijwegbeveiliging, rijwegvergrendeling of interlocking zijn vormen van spoorwegbeveiliging. Een andere aanduiding is stationsbeveiliging. Rijwegbeveiliging sluit conflicterende treinbewegingen uit.
P-sein: hoofdsein voorzien van een P-bord; perronfase: opdeling van een spoor langs een perron door middel van letters; vast sein: niet verplaatsbaar sein; voorsein: lichtsein dat aan een hoofdsein of bord met betekenis *stop* voorafgaat en geen rood licht kan uitstralen.
Vroeger had hij altijd een leerling bij zich, de stoker. Die moest ervoor zorgen dat het vuur van de stoomlocomotief bleef branden. Van de machinist leerde hij hoe hij een trein moest besturen. Vanaf die tijd wordt een machinist meester genoemd.
Een voorsein is een lichtsein dat aan een hoofdsein of bord met betekenis 'stop' voorafgaat en geen rood licht kan uitstralen/geen stop kan tonen. Een voorsein staat op tenminste remwegafstand van het hoofdsein.
Het salaris van een machinist
Doe je de opleiding tot treinmachinist, dan krijg je van ons een maandelijks salaris van €2492,- op basis van 36 uur per week. Heb je het leertraject afgerond, dan klim je omhoog op de loonladder. Je salaris, op basis van diezelfde 36 uur, kan dan oplopen tot €3548,- per maand.
Kan ik deze Fleischmann wagon ook laten rijden op mijn Märklin baan? Jazeker, tegenwoordig zijn alle wagons ook in te zetten op wisselstroom banen. U bent dus niet meer alleen afhankelijk van Märklin wagons .
Door de kegelvorm is de diameter van het linkerwiel daar kleiner, terwijl de diameter van het rechterwiel aan die kant juist groter is. Doordat de wielen met een as aan elkaar vastzitten, legt het rechterwiel nu een grotere afstand af dan het linkerwiel. De trein maakt – zonder stuur – een soepele bocht naar links.
Zolang je maar niet achteruit wilt rijden, loopt je Märklin loc ook goed op gelijkstroom.
Wanneer dit niet mogelijk is wordt er samen gezocht naar passend werk bij een andere werkgever. Dit wordt spoor 2 re integratie genoemd. Het verschil tussen spoor 1 en spoor 2 is dus waar de re integratie plaatsvindt, bij spoor 1 is dit bij de huidige werkgever, bij spoor 2 bij een andere werkgever.
Niet-vergrendelde stations zijn alleen te vinden op secties met zeer weinig verkeer. De meest basale versie van niet-vergrendelde stations heeft werkelijk geen regeling voor het regelen van de wissels in relatie tot de seinen en is volledig afhankelijk van de seinwachter of stationschef.
Een interlock is een functie die de status van twee mechanismen of functies wederzijds afhankelijk maakt . Het kan bestaan uit elektrische of mechanische apparaten of systemen. In de meeste toepassingen wordt een interlock gebruikt om schade aan de machine of aan de operator die de machine bedient, te voorkomen.
De sluitseinen konden van oudsher drie kleuren tonen: rood, geel en wit. De machinist kon met een enkele handbeweging een andere kleur voor de lamp draaien. Hiermee konden verschillende seinbeelden worden getoond om sein- en overwegwachters te waarschuwen dat ze een extra trein moesten verwachten.
Storingen op het spoor Wisselstoring
De mechanisch beweegbare delen moeten foutloos en volledig in de juiste positie zijn ingesteld. Als dat niet lukt, is er een wisselstoring.
Net als bij een verkeerslicht betekent een rood sein stoppen. Oranje is langzaam rijden en bij groen is het baanvak vrij. Op de stations staat een wit licht met de letter V eronder, dat aangeeft dat een trein mag vertrekken (eerstkomende baanvak is vrij).
Verschillende factoren kunnen ervoor zorgen dat een trein vertraging heeft: Infrastructuurwerken, gepland door Infrabel, verplichten treinen om te vertragen rond de werken (veiligheid van werknemers, trillingen ...). Technische storingen van treinen, schade aan de bovenleiding, storingen aan de signalisatie ...
Bel 0900-0113 (24 uur per dag) of kijk op 113.nl. Rijden de Treinen categoriseert deze storingsoorzaak in de categorie Ongelukken.
Infrabel is de beheerder en de uitbater van het Belgische spoorwegnet. Ongeveer 12.500 medewerkers zorgen ervoor dat de spoorinfrastructuur goed werkt: sporen, bovenleidingen, wissels, seinen, overwegen, enz. Infrabel verdeelt de ruimte op het spoor en coördineert alle treinritten op het Belgische grondgebied.