Een goede onderzoeksvraag is concreet, relevant en goed afgebakend. Het moet duidelijk zijn wat er onderzocht wordt en wat het doel is van het onderzoek. De deelvragen moeten hierbij aansluiten en moeten specifiek genoeg zijn om beantwoord te kunnen worden binnen het onderzoek.
Kenmerken van een goed onderzoek
Een goed onderzoek is uitvoerbaar en reproduceerbaar in de toekomst . Het moet gebaseerd zijn op een logische redenering en verbonden zijn met de theorie. Het moet nieuwe vragen of hypothesen genereren voor incrementeel werk in de toekomst. Het moet direct of indirect een probleem uit de echte wereld aanpakken.
Zorg ervoor dat je deelvragen helpen je hoofdvraag te beantwoorden. Meestal zijn je eerste twee deelvragen beschrijvende vragen. Tip Een goede hoofdvraag moet zeven eigenschappen bezitten: onderzoekbaar, haalbaar, relevant, specifiek, origineel, complex en focust zich op één probleem.
De kenmerken van een goede onderzoeksvraag, beoordeeld in de context van het beoogde onderzoeksontwerp, zijn dat deze haalbaar, interessant, nieuw, ethisch en relevant is (deze vormen het ezelsbruggetje FINER; Tabel 2.1).
Een goede onderzoeksvraag is concreet, relevant en goed afgebakend. Het moet duidelijk zijn wat er onderzocht wordt en wat het doel is van het onderzoek. De deelvragen moeten hierbij aansluiten en moeten specifiek genoeg zijn om beantwoord te kunnen worden binnen het onderzoek.
Uitleg: Een criterium voor een goede onderzoeksvraag is dat deze aansluit bij gevestigde theorie en onderzoek . Dit betekent dat de vraag gebaseerd moet zijn op bestaande kennis en gericht moet zijn op het bijdragen aan de kennis in het vakgebied.
Hoe beïnvloeden leiderschapsstijlen het behoud van werknemers? Dit is een voorbeeld van een sterke onderzoeksvraag omdat het direct kijkt naar het effect van de ene variabele (leiderschapsstijlen) op de andere (behoud van werknemers), wat een sterk afgestemde methodologische benadering mogelijk maakt.
Je onderzoeksvraag is een open vraag, die niet simpelweg met 'ja' of 'nee' te beantwoorden is. De centrale onderzoeksvraag moet voldoende inhoud hebben om te kunnen worden onderverdeeld in deelvragen. Wel moet de centrale onderzoeksvraag kort en bondig beantwoord kunnen worden.
Begin met een brede introductie van het onderwerp, geef vervolgens algemene achtergrondinformatie, verfijn dit tot specifiek achtergrondonderzoek en ten slotte een gerichte onderzoeksvraag, hypothese of these (van algemeen naar specifiek). De beste manier om dit te bereiken is wellicht door het onderstaande CARS-model te volgen.
Voor de betrouwbaarheid moet je de vragenlijst op consistente wijze afnemen en willekeurige fouten voorkomen bij de data-analyse. Voor de validiteit is het van belang dat je begrippen correct zijn geoperationaliseerd, zodat je meet wat je daadwerkelijk beoogt te meten.
Controleer de validiteit van het onderzoek.
Een studie moet interne validiteit hebben, wat betekent dat het alternatieve verklaringen voor de waargenomen effecten moet uitsluiten. Het moet ook externe validiteit hebben, wat betekent dat de bevindingen van een studie in een bepaalde populatie generaliseerbaar moeten zijn naar de populatie als geheel.
Systematisch - volgt een ordelijke en sequentiële procedure. Gecontroleerd - alle variabelen behalve die welke getest/geëxperimenteerd worden, worden constant gehouden.
Relevant en significant: pak een betekenisvolle leemte in kennis of een praktisch probleem aan. Denk na over de potentiële impact van het onderzoek. Onderzoekbaar: het probleem moet beantwoord kunnen worden door middel van dataverzameling en -analyse. Vermijd filosofische of onbeantwoordbare vragen .
Een effectieve onderzoeksvraag is helder, beknopt en specifiek, gericht op een goed gedefinieerd onderwerp . Het moet een significant probleem of hiaat in kennis aanpakken, terwijl het ook haalbaar is om te onderzoeken binnen de beschikbare middelen.
Goed onderzoek is repliceerbaar, reproduceerbaar en transparant . Repliceerbaarheid, reproduceerbaarheid en transparantie zijn enkele van de belangrijkste kenmerken van onderzoek. De repliceerbaarheid van een onderzoeksstudie is belangrijk omdat dit andere onderzoekers in staat stelt de bevindingen van de studie te testen.
Er is een consistente set van kenmerken die een sterke vraag beschrijven. Het is altijd open, aanzettend tot nadenken en duidelijk. Wanneer u een klassikale discussie structureert, worden vragen het beste verdeeld in drie categorieën: opening, kern en afsluiting .
Onderzoeksvoorstellen bevatten vaak een titelpagina, een samenvatting, een inleiding, achtergrondinformatie, onderzoeksvragen, een literatuuronderzoek en een bibliografie .
De onderzoeksvraag is de vraag waar je onderzoek daadwerkelijk om draait. In je scriptie ga je antwoord geven op deze vraag. Allereerst moet deze 'specifiek' zijn. Dat wil zeggen dat je het algemene probleem dat je in de aanleiding, de probleemstelling en de hoofdvraag hebt besproken, moet specificeren.
Een goede onderzoeksvraag moet: Duidelijk zijn en specifieke informatie bieden zodat lezers het doel gemakkelijk kunnen begrijpen . Gericht zijn in zijn reikwijdte en beperkt genoeg om te worden behandeld in de ruimte die uw paper toestaat. Relevant en beknopt zijn en uw belangrijkste ideeën in zo min mogelijk woorden uitdrukken, zoals een hypothese.