Suikerziekte kun je herkennen doordat je hond erg veel dorst heeft, veel plast en veel eet maar toch afvalt. Het teveel aan glucose (suiker) dat in het bloed aanwezig is, zal via de nieren afgevoerd worden. Glucose onttrekt echter vocht aan het lichaam waardoor de hond meer gaat plassen en dus ook meer dorst krijgt.
Bij een hond kunnen er drie verschillende typen voorkomen, namelijk type I, III en IV. Het laatste type kan alleen ontstaan bij teefjes en wordt ook wel zwangerschapsdiabetes genoemd. Suikerziekte ontstaat dan door de hormonen die aangemaakt worden naar een periode van loopsheid (schijnzwangerschap).
De vooruitzichten. Meestal kan de hond door een regelmatig leefpatroon en door behandeling met het insulinepreparaat Caninsulin® een vrijwel normaal leven leiden. De levensverwachting van een goed ingestelde hond met suikerziekte is dan ook vergelijkbaar met die van een dier zonder deze ziekte.
Hypoglycemie heeft verschillende symptomen tot gevolg. Er is sprake van zwakte en lusteloosheid, spiertrillingen, ongecoördineerd lopen en de hond kan gaan braken of diarree krijgen. In ernstige gevallen kan de hond epileptische aanvallen krijgen of in coma raken.
Als je hond overgewicht of diabetes heeft, kun je hem het beste energiearm en vezelrijk voer geven, zoals Trovet Weight & Diabetic WRD Hond. Deze dieetvoeding vermindert glucoseschommelingen.
Een te laag bloedsuiker is een levensbedreigende situatie die snel behandeld moet worden. Vermoed u dat uw hond of kat een te laag bloedsuiker heeft, geef uw hond of kat dan meteen wat suikerwater (dextrose, honing). Dit kan u in de bek van uw hond of kat smeren (onder de tong of op de wangslijmvliezen).
Dit kan een nierprobleem, leverprobleem of een hormonale stoornis (ziekte van Cushing) zijn. Maar ook suikerziekte, een blaasontsteking, een baarmoederontsteking en bepaalde tumoren kunnen leiden tot veel drinken en veel plassen.
Een hond die te veel suiker heeft gegeten, krijgt namelijk algauw last van diarree en braken. Sommige honden, vooral kleine honden en puppy's, worden er ook hyperactief door. Opgelet: als je hond bijzonder veel last heeft van diarree, loopt hij risico op uitdroging. Geef hem voldoende water te drinken.
Een gezonde hond heeft per dag tussen de 40-60 ml per kg lichaamsgewicht per 24 uur aan vocht nodig om te kunnen leven. Een kleine hond heeft wat meer nodig dan een grote hond. We zeggen dat een hond teveel drinkt als hij meer dan een liter per tien kilogram lichaamsgewicht per dag drinkt.
Privéopleiding: € 9.750,- De. totale kosten van de opleiding kunnen per cliënt verschillen. Dit bedrag is exclusief eventuele reiskosten, de aankoop van de hond, speeltjes voor de hond, etc.
Een hond drinkt gemiddeld 50-60 ml water per kilogram lichaamsgewicht per dag. Om water te kunnen drinken vouwt een hond zijn tong om tot een soort lepeltje, zie het filmpje hieronder. Een hond drinkt meer bij inspanning en warm weer.
Veel honden vinden het raar als je tijdens het plassen een bakje onder ze houdt. Vaak werkt een diepe lepel (bijvoorbeeld een soeplepel) een stuk beter: doordat er een lange steel aan zit, hoef je niet zo dichtbij te komen. Hang de lepel er pas onder als je hond begint te plassen.
De ziekte van Cushing bij de hond betreft een aandoening waarbij de bijnieren te veel hormoon aanmaken. Het is een ziekte die zeer vaak bij de hond voorkomt, met name kleine hondenrassen. Bij de ziekte van Cushing wordt er teveel cortisol aangemaakt in de bijnieren van de hond. De bijnieren maken o.a. cortisol aan.
De ziekte van Addison bij de hond is een tekort schieten van de hormoonproductie van de bijnierschors. De bijnierschors kan zijn hormoonproducerende functie niet meer uitoefenen doordat deze volledig is verschrompeld.
Voor de afwisseling van de voeding van je hond kun je je hond af en toe prima een beetje gekookte rijst geven, zorg dat de rijst niet gekruid is en het gewoon naturel is. Op deze manier krijgt je hond extra vezels binnen die goed zijn voor zijn lichaam en ook zeker voor zijn gezondheid.
Hoe vaak moet een hond plassen? Simpel gezegd, volwassen honden moeten over het algemeen drie tot vijf keer per dag naar het toilet, en de meeste dierenartsen raden een maximale periode van zes tot acht uur aan tussen toiletbezoeken.
Je kunt hierbij denken aan blaasproblemen (zoals blaasontsteking), suikerziekte of nierproblemen. In deze gevallen zal de hond ook veel meer drinken en heel vaak plassen. Een andere oorzaak zou kunnen zijn dat de hond last heeft van incontinentie.
Honden zijn over het algemeen veilig met kleine hoeveelheden honing. Omdat honing erg veel calorieën bevat, kan het ook gevaarlijk zijn voor honden. Pets Web MD stelt dat te veel suiker obesitas, diabetes, gewichtstoename en tand- en tandvleesproblemen zoals gaatjes en bederf kan veroorzaken.
Melk: in melk zit de stof lactose, lactose is voor honden niet/moeilijk te verteren. Als honden (teveel) melk krijgen raken ze aan een ernstige diarree.
Honden en katten met suikerziekte moeten injecties insuline krijgen. De injectie wordt 2x daags onderhuids gegeven. Dit kan bij de dierenarts of bij u thuis. Raadpleeg vooraf altijd uw dierenarts.
Caninsulin® heeft bij katten maximaal 12 uur effect. Daarom moet de kat twee keer per dag met Caninsulin® worden geïnjecteerd; op vaste tijdstippen, telkens met 12 uur tussen de twee injecties.
Voor sommige diabetische honden is toediening van 1 x daags voldoende, maar voor andere honden is 2 x daags toediening noodzakelijk. We starten met 1 x daags 0,5 IE insuline per kg lichaamsgewicht, naar beneden afgerond op hele eenheden.