Als het grondwoord eindigt op een z of x die niet uitgesproken wordt, spellen we een bezits-s. Als het grondwoord eindigt op de Engelse sisklank th, schrijven we een bezits-s. Als het grondwoord eindigt op een cijfer, speciaal teken of hoofdletter, schrijven we een apostrof en bezits-s.
'S wordt gebruikt als de laatste lettergreep op een enkele, heldere a, i, o, u of y eindigt, of op een enkele e die als [ee] klinkt. Op deze manier wordt de klank van deze laatste lettergreep niet veranderd. Voorbeelden: Luca's ogen zijn blauw.
Let op: als er geen verwarring over de lengte van de laatste klank kan zijn, staat er geen 's achter het woord, maar alleen een s. Het boek van Anne: Annes boek. Het boek van Jordie: Jordies boek. Het boek van Erik: Eriks boek.
Apostrof + s
De apostrof is verplicht als de naam eindigt op: een lange klank die met één enkele a, i, o, u of y wordt geschreven: Anna's jas, Evi's moeder, Otto's jas, Adu's tas, Randy's moeder; op een enkele e die als 'ee' klinkt: Zoë's baan.
De apostrof wordt gebruikt bij de meervouds-s van woorden die eindigen op a, e, i, o, u of y, voorafgegaan door een medeklinkerletter of lettergreepgrens. (De e moet klinken als /ee/.) opa's, azalea's, ave's, ski's, auto's, accu's, baby's. Op grond van deze regel krijgen de volgende woorden dus geen apostrof.
Juist is: 's Avonds werkt John in een café. Als de zin met een apostrof begint, krijgt het eerstvolgende volledige woord in de zin de hoofdletter.
Die komma intikken is sowieso al ingewikkeld: je moet eerst de apostrof-toets indrukken en dan de spatiebalk, om te voorkomen dat het tekentje als accent op een letter terecht komt. Toetsenborden gekoppeld aan Windows maken er dan ook nog het 'aanhalingstekens openen'-teken van.
Jan z'n boek, Jan zijn boek, Jans boek en het boek van Jan zijn alle vier correct. De omschrijving het boek van Jan heeft een neutraal karakter en komt zowel in gesproken als geschreven taal vaak voor. Jan z'n boek en Jan zijn boek zijn de gebruikelijke vormen in gesproken taal en in informele geschreven taal.
Een komma staat voor een rustpunt in de zin. Je plaatst meestal een komma als je een pauze hoort in een zin als je deze hardop voorleest. In sommige gevallen moet je altijd een komma gebruiken, en in andere gevallen juist niet. Soms moet je eerst de context snappen om te weten of een komma aan de orde is.
De correct gespelde vorm voor het verkleinwoord is baby'tje.
Jan z'n fiets en Emma d'r fiets zijn zeker niet 'fout': het zijn grammaticaal juiste constructies. De Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) geeft onder andere de voorbeelden: 'Ik heb Jan z'n fiets verkocht' en 'Mieke d'r tas ligt op de stoel. ' Deze vormen zijn wel informeel.
Voorbeeld: `Uilen jagen vooral 's nachts.
's middags 's spreek je uit als: komma es. Vroeger zeiden de mensen: "Des middags ga ik eten." Het zijn eigenlijk twee woorden, dus de s schrijf je los van middags.
De apostrof, het weglatingsteken of het afkappingsteken is een leesteken in de vorm van een kommaatje bovenaan de regel ('). Sinds de introductie van schrijfmachines en vooral sinds de opgang van computers wordt voor de apostrof vaak hetzelfde teken gebruikt als voor het accent.
De officiële spelling is bureau. Buro komt relatief vaak voor in eigennamen, maar als 'gewoon' woord heeft bureau de voorkeur. De officiële spelling is altijd bureau geweest.
Bij lange zinnen hoort ook een komma tussen twee persoonsvormen. Een bijzin in een bijzin hoort tussen twee komma's. Een beknopte bijzin hoort ook tussen twee komma's. Als de zin erg lang is komt tussen een beknopte bijzin en een hoofdzin een komma.
Meestal komt er geen komma voor de nevenschikkende voegwoorden en en of. Hij eet graag cornflakes, havermoutpap, boterhammen en spiegeleieren. Agna is op kamp en Osip logeert bij vrienden.
Toelichting. Een oude schoolregel luidt dat je nooit een komma voor en mag zetten. Die regel is te verklaren: een komma wordt gebruikt wanneer je een pauze hoort, en bij het voegwoord en is meestal geen sprake van zo'n pauze. En brengt een 'geruisloze' verbinding tot stand tussen zinnen of delen van een zin.
Zo'n (zo een) kan alleen bij een telbaar woord in het enkelvoud. In het meervoud is het zulke.
Zo'n wordt gecombineerd met enkelvoudige zelfstandige naamwoorden die telbaar zijn: zo'n kind, zo'n mooie spiegel, zo'n idee. In combinatie met meervoudige zelfstandige naamwoorden gebruiken we zulke: zulke kinderen, zulke grote ramen, zulke problemen.
Zo'n is standaardtaal in het hele taalgebied in combinatie met een meervoudig zelfstandig naamwoord, als het betrekking heeft op een daarbij horend telwoord en betekent 'ongeveer'.
Selecteer de ş uit het `Speciale tekens` venster. (alt⌥ + cmd⌘ + T) Bij MS-Word kan het via `Insert → Symbol → Advanced Symbol` of `Invoegen → Symbolen → Meer symbolen`.
WINDOWS: INTERNATIONAAL TOETSENBORD
Cédille (ç), typ ' en dan c. Circonflexe (ê), typ ^ (verschuiving + 6) dan e. Tréma (ö), typ ” (verschuiving + ') dan o.