Een bebouwde kom kenmerkt zich namelijk door langs de weg gelegen bebouwing van zodanige omvang en dichtheid dat een duidelijk verschil in wegkenmerken benadrukt wordt. Uit de algemene regels van een bebouwde kom komt voort dat de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom 50 km/h is, tenzij anders aangegeven.
Je kunt aan de plaats namelijk zien of je je binnen of buiten de bebouwde kom bevindt. Binnen de bebouwde kom staat het bord vóór het kruispunt en buiten de bebouwde kom erna. Op deze manier kun je bepalen of de maximumsnelheid die voor jou geldt op dat moment 50 km/u of 80 km/u is.
Om zeker te weten of je buiten de bebouwde kom rijdt, is het hierbij ook weer super handig om naar kruispunten te kijken. Of in ieder geval de voorrangsborden bij kruispunten. Want waar deze binnen de bebouwde kom voor het kruispunt staan, staan ze buiten de bebouwde kom na het kruispunt.
De grens van deze bebouwde kom wordt volgens de Afdeling niet bepaald door een verkeersbord (en dus niet door de Wegenverkeerswet), maar door de feitelijke situatie en de aard van de omgeving. Van belang hierbij is waar de bebouwing feitelijk (nagenoeg) ophoudt.
De bebouwde kom is een door de overheid aangegeven gebied waar veel bebouwing is, waardoor het mogelijk is om in bebouwde gebieden andere regels te laten gelden. In Nederland is er over het algemeen een duidelijk verschil tussen de bewoonde gebieden, zoals steden en dorpen, en de verbindingswegen daarbuiten.
Met verkeersbord H1 (zie onder Algemeen / Bebouwde kom) wordt aangegeven dat je de bebouwde kom binnenrijdt, waar de maximumsnelheid voor auto's en motoren 50 km/h is.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
In Nederland gelden, tenzij door verkeersborden anders is aangegeven, de volgende toegestane maximumsnelheden: binnen de bebouwde kom: 50 kilometer per uur. buiten de bebouwde kom: 80 kilometer per uur. op autosnelwegen overdag (06:00 tot 19:00 uur): 100 kilometer per uur.
Hoe zie ik hoe hard ik mag rijden? Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster.
Je herkent de autoweg hier aan het blauwe bord met de witte auto. Dit zijn vaak de N-wegen. Een N-weg waar 100 kilometer per uur gereden mag worden is herkenbaar aan een dubbele doorgetrokken streep met een groene vulling. Let wel: de borden zijn maatgevend!
Oorspronkelijk is een woonerf een doodlopende weg, waar alleen auto's komen die het erf als bestemming hebben. Tegenwoordig zijn vaak ook doorlopende wegen omgebouwd tot erf. De in- en uitgangen zijn dan verhoogd. Je herkent een erf aan zijn eigen verkeersborden.
Een zone 30 is een gebied waarin je nergens sneller mag rijden dan 30 km/u. De zone wordt aangeduid op alle toegangen en uitgangen van de zones door een vast begin- EN eindbord. Schoolomgeving 2 Naast een zone 30 bestaat ook een schoolomgeving. Ook hier mag je niet sneller rijden dan 30 km/u.
Een belangrijke misvatting betreft de snelheid: binnen een woonerf is de snelheid voor alle gebruikers beperkt tot 20 km per uur, en niet tot 30 km per uur zoals velen denken. Voetgangers mogen er immers de volledige breedte van de openbare weg gebruiken; bovendien is spelen op de openbare weg eveneens toegelaten.
Met verkeersbord H1 (zie onder Algemeen / Bebouwde kom) wordt aangegeven dat je de bebouwde kom binnenrijdt, waar de maximumsnelheid voor auto's en motoren 50 km/h is.
70 km/u. Buiten de bebouwde kom is de maximumsnelheid 70 km/u. Er moet dus geen verkeersbord geplaatst worden om je aan deze limiet te doen herinneren. Let op, in Wallonië en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is de maximumsnelheid buiten de bebouwde kom nog steeds 90 km/u.
Er geldt geen minimumsnelheid voor wegverkeer. Als u te langzaam rijdt kunt u wel het overige verkeer hinderen of in gevaar brengen. U krijgt dan een boete.
In de avond en nacht (van 19.00 tot 06.00 uur), mag u op sommige snelwegen 120 kilometer per uur of 130 kilometer per uur rijden. De maximumsnelheid in de avond en nacht is dus op veel snelwegen hoger dan overdag.
Er is onderzoek naar gedaan, en automobilisten geven deze redenen aan voor hun hoge snelheid³ : ze willen zich aanpassen aan het andere verkeer. ze hebben haast. ze vinden hard rijden leuk.
Binnen de bebouwde kom:
- Erftoegangsweg, een erf of woonstraat waar maximaal 30 km/uur geldt, iedereen op dezelfde rijbaan rijdt en geen belijning aanwezig is. Op kruispunten geldt: bestuurders van rechts gaan voor.
Je mag hier niet sneller rijden dan 70 km/h. Deze maximumsnelheid geldt voor een weg binnen de bebouwde kom met een verkeersfunctie. De kruisingen zijn altijd vormgegeven met verkeerslichten.
80 km/h mag je vaak op zogenaamde provinciale wegen of N-wegen. Ze vallen op door de middenstreep, welke al dan niet onderbroken is. Aan weerskanten zie je een onderbroken zijlijn.
Om je te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Dit kan zijn een voetgangersoversteekplaats, gevaarlijk kruispunt of een ander gevaarlijk punt.
Het beste antwoord. Dit zijn meetpunten. Ze worden vliegschijven genoemd. Het zijn belangrijke hulpmiddelen bij het maken van gedetailleerde landkaarten en plattegronden.